Numbers 21

DSV_Strongs(i)
  1 H3669 Als de Kanaaniet H4428 , de koning H6166 van Harad H3427 H8802 , wonende H5045 tegen het zuiden H8085 H8799 , hoorde H3478 , dat Israel H1870 door den weg H871 der verspieders H935 H8802 kwam H3898 H8735 , zo streed hij H3478 tegen Israel H7617 H0 , en hij voerde H7628 enige gevangenen H7617 H8799 uit denzelven gevankelijk weg.
  2 H5087 H8799 Toen beloofde H3478 Israel H3068 den HEERE H5088 een gelofte H559 H8799 , en zeide H5971 : Indien Gij dit volk H5414 H8800 geheel H3027 in mijn hand H5414 H8799 geeft H5892 , zo zal ik hun steden H2763 H8689 verbannen.
  3 H3068 De HEERE H8085 H8799 dan verhoorde H6963 de stem H3478 van Israel H5414 H8799 , en gaf H3669 de Kanaanieten H2763 H8686 over; en hij verbande H5892 hen en hun steden H7121 H8799 ; en hij noemde H8034 den naam H4725 dier plaats H2767 Horma.
  4 H5265 H8799 Toen reisden zij H2022 van den berg H2023 Hor H1870 , op den weg H5488 H3220 der Schelfzee H5437 H0 , dat zij om H776 het land H123 der Edomieten H5437 H8800 heentogen H5315 ; doch de ziel H5971 des volks H7114 H8799 werd verdrietig H1870 op dezen weg.
  5 H5971 En het volk H1696 H8762 sprak H430 tegen God H4872 en tegen Mozes H5927 H8689 : Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken H4714 uit Egypte H4191 H8800 , opdat wij sterven zouden H4057 in de woestijn H3899 ? Want hier is geen brood H4325 , ook geen water H5315 , en onze ziel H6973 H8804 walgt H7052 over dit zeer lichte H3899 brood.
  6 H7971 H8762 Toen zond H3068 de HEERE H8314 vurige H5175 slangen H5971 onder het volk H5391 H8762 , die beten H5971 het volk H4191 H8799 ; en er stierf H7227 veel H5971 volks H3478 van Israel.
  7 H935 H8799 Daarom kwam H5971 het volk H4872 tot Mozes H559 H8799 , en zij zeiden H2398 H8804 : Wij hebben gezondigd H3068 , omdat wij tegen den HEERE H1696 H8765 en tegen u gesproken hebben H6419 H8690 ; bid H3068 den HEERE H5175 , dat Hij deze slangen H5493 H8686 van ons wegneme H6419 H8691 . Toen bad H4872 Mozes H5971 voor het volk.
  8 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H6213 H8798 : Maak H8314 u een vurige slang H7760 H8798 , en stel H5251 ze op een stang H5391 H8803 ; en het zal geschieden, dat al wie gebeten is H7200 H8804 , als hij haar aanziet H2425 H8804 , zo zal hij leven.
  9 H4872 En Mozes H6213 H8799 maakte H5178 een koperen H5175 slang H7760 H8799 , en stelde H5251 ze op een stang H5175 ; en het geschiedde, als een slang H376 iemand H5391 H8804 beet H5027 H8689 , zo zag hij H5178 de koperen H5175 slang H2425 H8804 aan, en hij bleef levend.
  10 H5265 H8799 Toen verreisden H1121 de kinderen H3478 Israels H2583 H8799 , en zij legerden zich H88 te Oboth.
  11 H5265 H8799 Daarna reisden zij H88 van Oboth H2583 H8799 , en legerden zich H5863 aan de heuvelen van Abarim H4057 in de woestijn H6440 , die tegenover H4124 Moab H4217 is, tegen den opgang H8121 der zon.
  12 H5265 H8804 Van daar reisden zij H2583 H8799 , en legerden zich H5158 bij de beek H2218 Zered.
  13 H5265 H8804 Van daar reisden zij H2583 H8799 , en legerden zich H5676 aan deze zijde H769 van de Arnon H4057 , welke in de woestijn H3318 H8802 is, uitgaande H1366 uit de landpalen H567 der Amorieten H769 ; want de Arnon H1366 is de landpale H4124 van Moab H4124 , tussen Moab H567 en tussen de Amorieten.
  14 H559 H8735 (Daarom wordt gezegd H5612 in het boek H4421 van de oorlogen H3068 des HEEREN H2052 : Tegen Waheb H5492 , in een wervelwind H5158 , en tegen de beken H769 Arnon,
  15 H793 En den afloop H5158 der beken H3427 H8800 , die zich naar de gelegenheid H6144 van Ar H5186 H8804 wendt H8172 H8738 , en leent aan H1366 de landpale H4124 van Moab.)
  16 H876 En van daar [reisden] [zij] naar Beer H875 . Dit is de put H3068 , van welken de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8804 zeide H622 H8798 : Verzamel H5971 het volk H4325 , zo zal Ik hun water H5414 H8799 geven.
  17 H7891 H8799 (Toen zong H3478 Israel H7892 dit lied H5927 H8798 : Spring op H875 , gij put H6030 H0 , zingt H6030 H8798 daarvan bij beurte!
  18 H875 Gij put H8269 , dien de vorsten H2658 H8804 gegraven hebben H5081 , dien de edelen H5971 des volks H3738 H8804 gedolven hebben H2710 H8781 , door den wetgever H4938 , met hun staven H4057 .) En van de woestijn H4980 [reisden] [zij] naar Mattana;
  19 H4980 En van Mattana H5160 tot Nahaliel H5160 ; en van Nahaliel H1120 tot Bamoth;
  20 H1120 En van Bamoth H1516 tot het dal H7704 , dat in het veld H4124 van Moab H7218 is, aan de hoogte H6449 van Pisga H6440 , en dat tegen H3452 de wildernis H8259 H8738 ziet.
  21 H7971 H8799 Toen zond H3478 Israel H4397 boden H5511 tot Sihon H4428 , den koning H567 der Amorieten H559 H8800 , zeggende:
  22 H776 Laat mij door uw land H5674 H8799 trekken H5186 H8799 . Wij zullen niet afwijken H7704 in de akkers H3754 , noch in de wijngaarden H4325 ; wij zullen het water H875 der putten H8354 H8799 niet drinken H4428 ; wij zullen op den koninklijken H1870 weg H3212 H8799 gaan H1366 , totdat wij uw landpale H5674 H8799 doorgetogen zijn.
  23 H5511 Doch Sihon H3478 liet Israel H5414 H8804 niet toe H1366 , door zijn landpale H5674 H8800 door te trekken H5511 ; maar Sihon H622 H8799 vergaderde H5971 al zijn volk H3318 H8799 , en hij ging uit H3478 , Israel H7125 H8800 tegemoet H4057 , naar de woestijn H935 H8799 , en hij kwam H3096 te Jahza H3898 H8735 , en streed H3478 tegen Israel;
  24 H3478 Maar Israel H5221 H8686 sloeg H6310 hem met de scherpte H2719 des zwaards H3423 H0 , en nam H776 zijn land H3423 H8799 in erfelijke bezitting H769 , van de Arnon H2999 af tot de Jabbok H1121 toe, tot aan de kinderen H5983 Ammons H1366 ; want de landpale H1121 der kinderen H5983 Ammons H5794 was vast.
  25 H3947 H8799 Alzo nam H3478 Israel H5892 al deze steden H3478 in; en Israel H3427 H8799 woonde H5892 in al de steden H567 der Amorieten H2809 , te Hesbon H1323 , en in al haar onderhorige plaatsen.
  26 H2809 Want Hesbon H5892 was de stad H5511 van Sihon H4428 , den koning H567 der Amorieten H3898 H8738 ; en hij had gestreden H7223 tegen den vorigen H4428 koning H4124 der Moabieten H776 , en hij had al zijn land H3027 uit zijn hand H3947 H8799 genomen H769 , tot aan de Arnon.
  27 H559 H8799 Daarom zeggen zij H4911 H8802 , die spreekwoorden gebruiken H935 H8798 : Komt H2809 tot Hesbon H1129 H8735 ; men bouwe H3559 H8709 en bevestige H5892 de stad H5511 van Sihon!
  28 H784 Want er is een vuur H3318 H8804 uitgegaan H2809 uit Hesbon H3852 ; een vlam H7151 uit de stad H5511 van Sihon H398 H8804 ; zij heeft verteerd H6144 Ar H4124 der Moabieten H1181 , [en] de heren der hoogten H769 van de Arnon.
  29 H188 Wee H4124 u, Moab H5971 ! Gij, volk H3645 Kamoz H6 H8804 zijt verloren H1121 ! Hij heeft zijn zonen H6412 , die ontliepen H1323 , en zijn dochters H7622 in de gevangenis H5414 H8804 geleverd H5511 aan Sihon H4428 , den koning H567 der Amorieten.
  30 H3384 H8799 En wij hebben hen nedergeveld H2809 ! Hesbon H6 H8804 is verloren H1769 tot Dibon H8074 H8686 toe; en wij hebben hen verwoest H5302 tot Nofat H4311 toe, welke tot Medeba toe [reikt].
  31 H3427 H8799 Alzo woonde H3478 Israel H776 in het land H567 van den Amoriet.
  32 H7971 H8799 Daarna zond H4872 Mozes H3270 om Jaezer H7270 H8763 te verspieden H3920 H8799 ; en zij namen H1323 haar onderhorige plaatsen H3423 H0 in; en hij dreef H567 de Amorieten H3423 H8686 H8675 H3423 H8799 , die er waren, uit de bezitting.
  33 H6437 H8799 Toen wendden zij zich H5927 H8799 en trokken H1870 op den weg H1316 van Basan H5747 ; en Og H4428 , de koning H1316 van Basan H3318 H8799 , ging uit H7125 H8800 hun tegemoet H5971 , hij en al zijn volk H4421 , tot den strijd H154 , en Edrei.
  34 H3068 De HEERE H559 H8799 nu zeide H4872 tot Mozes H3372 H8799 : Vrees H3027 hem niet; want Ik heb hem in uw hand H5414 H8804 gegeven H5971 , en al zijn volk H776 , ook zijn land H6213 H8804 ; en gij zult hem doen H5511 , gelijk als gij Sihon H4428 , den koning H567 der Amorieten H2809 , die te Hesbon H3427 H8802 woonde H6213 H8804 , gedaan hebt.
  35 H5221 H8686 En zij sloegen H1121 hem, en zijn zonen H5971 , en al zijn volk H1115 , alzo dat H8300 hem niemand H7604 H8689 overbleef H3423 H0 ; en zij namen H776 zijn land H3423 H8799 in erfelijke bezitting.