DSV_Strongs(i)
1
H6258
[04:14] Nu
H1413 H8704
, rot u
H1416
met benden
H1323
, gij dochter
H1416
der bende
H4692
, hij zal een belegering
H5921
tegen
H7760 H8804
ons stellen
H8199 H8802
; zij zullen den rechter
H3478
Israels
H7626
met de roede
H5921
op
H3895
het kinnebakken
H5221 H8686
slaan.
2
H859
[05:1] En gij
H1035
, Bethlehem
H672
Efratha
H6810
! zijt gij klein
H1961 H8800
om te wezen
H505
onder de duizenden
H3063
van Juda
H4480
? Uit
H3318 H8799
u zal Mij voortkomen
H4910 H8802
, Die een Heerser
H1961 H8800
zal zijn
H3478
in Israel
H4163
, en Wiens uitgangen
H4480
zijn van
H6924
ouds
H4480
, van
H3117
de dagen
H5769
der eeuwigheid.
3
H3651
[05:2] Daarom
H5414 H8799
zal Hij henlieden overgeven
H5704
, tot
H6256
den tijd
H3205 H8802
toe, dat zij, die baren zal
H3205 H8804
, gebaard hebbe
H3499
; dan zullen de overigen
H251
Zijner broederen
H7725 H8799
zich bekeren
H5921
met
H1121
de kinderen
H3478
Israels.
4
H5975 H8804
[05:3] En Hij zal staan
H7462 H8804
, en zal weiden
H5797
in de kracht
H3068
des HEEREN
H1347
, in de hoogheid
H8034
van den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, Zijns Gods
H3427 H8804
, en zij zullen wonen
H3588
, want
H6258
nu
H1431 H8799
zal Hij groot zijn
H5704
tot
H657
aan de einden
H776
der aarde.
5
H2088
[05:4] En Deze
H7965
zal Vrede
H1961 H8804
zijn
H3588
; wanneer
H804
Assur
H776
in ons land
H935 H8799
zal komen
H3588
, en wanneer
H759
hij in onze paleizen
H1869 H8799
zal treden
H5921
, zo zullen wij tegen
H6965 H8689
hem stellen
H7651
zeven
H7462 H8802
herders
H8083
, en acht
H5257
vorsten
H120
uit de mensen.
6
H776
[05:5] Die zullen het land
H804
van Assur
H7462 H8804
afweiden
H2719
met het zwaard
H776
, en het land
H5248
van Nimrod
H6607
in deszelfs ingangen
H5337 H8689
. Alzo zal Hij [ons] redden
H4480
van
H804
Assur
H3588
, wanneer
H776
dezelve in ons land
H935 H8799
zal komen
H3588
, en wanneer
H1366
hij in onze landpale
H1869 H8799
zal treden.
7
H3290
[05:6] En Jakobs
H7611
overblijfsel
H1961 H8804
zal zijn
H7130
in het midden
H7227
van vele
H5971
volken
H2919
, als een dauw
H4480
van
H3068
den HEERE
H7241
, als droppelen
H5929 H6212
op het kruid
H834
, dat
H3808
naar geen
H376
man
H6960 H8762
wacht
H3808
, noch
H1121 H120
mensenkinderen
H3176 H8762
verbeidt.
8
H7611
[05:7] Ja, het overblijfsel
H3290
van Jakob
H1961 H8804
zal zijn
H1471
onder de heidenen
H7130
, in het midden
H7227
van vele
H5971
volken
H738
, als een leeuw
H929
onder de beesten
H3293
des wouds
H3715
, als een jonge leeuw
H5739 H6629
onder de schaapskudden
H834
; dewelke
H518
, wanneer
H5674 H8804
hij doorgaat
H7429 H8804
, zo vertreedt
H2963 H8804
en verscheurt hij
H369
, dat niemand
H5337 H8688
redde.
9
H3027
[05:8] Uw hand
H7311 H8799
zal verhoogd zijn
H5921
boven
H6862
uw wederpartijders
H3605
, en al
H341 H8802
uw vijanden
H3772 H8735
zullen uitgeroeid worden.
10
H1931
[05:9] En het zal te dien
H3117
dage
H1961 H8804
geschieden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5483
, dat Ik uw paarden
H4480
uit
H7130
het midden
H3772 H8689
van u zal uitroeien
H4818
, en Ik zal uw wagenen
H6 H8689
verdoen.
11
H6145 H8676 H5892
[05:10] En Ik zal de steden
H776
uws lands
H3772 H8689
uitroeien
H3605
, en Ik zal al
H4013
uw vestingen
H2040 H8804
afbreken.
12
H3785
[05:11] En Ik zal de toverijen
H4480
uit
H3027
uw hand
H3772 H8689
uitroeien
H3808
, en gij zult geen
H6049 H8781
guichelaars
H1961 H8799
hebben.
13
H6456
[05:12] En Ik zal uw gesneden beelden
H4676
en uw opgerichte beelden
H5921
uit
H7130
het midden
H3772 H8689
van u uitroeien
H3808
, dat gij u niet
H5750
meer
H7812 H8691
zult nederbuigen
H4639
voor het werk
H3027
uwer handen.