Micah 5

DSV_Strongs(i)
  1 H6258 [04:14] Nu H1413 H8704 , rot u H1416 met benden H1323 , gij dochter H1416 der bende H4692 , hij zal een belegering H5921 tegen H7760 H8804 ons stellen H8199 H8802 ; zij zullen den rechter H3478 Israels H7626 met de roede H5921 op H3895 het kinnebakken H5221 H8686 slaan.
  2 H859 [05:1] En gij H1035 , Bethlehem H672 Efratha H6810 ! zijt gij klein H1961 H8800 om te wezen H505 onder de duizenden H3063 van Juda H4480 ? Uit H3318 H8799 u zal Mij voortkomen H4910 H8802 , Die een Heerser H1961 H8800 zal zijn H3478 in Israel H4163 , en Wiens uitgangen H4480 zijn van H6924 ouds H4480 , van H3117 de dagen H5769 der eeuwigheid.
  3 H3651 [05:2] Daarom H5414 H8799 zal Hij henlieden overgeven H5704 , tot H6256 den tijd H3205 H8802 toe, dat zij, die baren zal H3205 H8804 , gebaard hebbe H3499 ; dan zullen de overigen H251 Zijner broederen H7725 H8799 zich bekeren H5921 met H1121 de kinderen H3478 Israels.
  4 H5975 H8804 [05:3] En Hij zal staan H7462 H8804 , en zal weiden H5797 in de kracht H3068 des HEEREN H1347 , in de hoogheid H8034 van den Naam H3068 des HEEREN H430 , Zijns Gods H3427 H8804 , en zij zullen wonen H3588 , want H6258 nu H1431 H8799 zal Hij groot zijn H5704 tot H657 aan de einden H776 der aarde.
  5 H2088 [05:4] En Deze H7965 zal Vrede H1961 H8804 zijn H3588 ; wanneer H804 Assur H776 in ons land H935 H8799 zal komen H3588 , en wanneer H759 hij in onze paleizen H1869 H8799 zal treden H5921 , zo zullen wij tegen H6965 H8689 hem stellen H7651 zeven H7462 H8802 herders H8083 , en acht H5257 vorsten H120 uit de mensen.
  6 H776 [05:5] Die zullen het land H804 van Assur H7462 H8804 afweiden H2719 met het zwaard H776 , en het land H5248 van Nimrod H6607 in deszelfs ingangen H5337 H8689 . Alzo zal Hij [ons] redden H4480 van H804 Assur H3588 , wanneer H776 dezelve in ons land H935 H8799 zal komen H3588 , en wanneer H1366 hij in onze landpale H1869 H8799 zal treden.
  7 H3290 [05:6] En Jakobs H7611 overblijfsel H1961 H8804 zal zijn H7130 in het midden H7227 van vele H5971 volken H2919 , als een dauw H4480 van H3068 den HEERE H7241 , als droppelen H5929 H6212 op het kruid H834 , dat H3808 naar geen H376 man H6960 H8762 wacht H3808 , noch H1121 H120 mensenkinderen H3176 H8762 verbeidt.
  8 H7611 [05:7] Ja, het overblijfsel H3290 van Jakob H1961 H8804 zal zijn H1471 onder de heidenen H7130 , in het midden H7227 van vele H5971 volken H738 , als een leeuw H929 onder de beesten H3293 des wouds H3715 , als een jonge leeuw H5739 H6629 onder de schaapskudden H834 ; dewelke H518 , wanneer H5674 H8804 hij doorgaat H7429 H8804 , zo vertreedt H2963 H8804 en verscheurt hij H369 , dat niemand H5337 H8688 redde.
  9 H3027 [05:8] Uw hand H7311 H8799 zal verhoogd zijn H5921 boven H6862 uw wederpartijders H3605 , en al H341 H8802 uw vijanden H3772 H8735 zullen uitgeroeid worden.
  10 H1931 [05:9] En het zal te dien H3117 dage H1961 H8804 geschieden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5483 , dat Ik uw paarden H4480 uit H7130 het midden H3772 H8689 van u zal uitroeien H4818 , en Ik zal uw wagenen H6 H8689 verdoen.
  11 H6145 H8676 H5892 [05:10] En Ik zal de steden H776 uws lands H3772 H8689 uitroeien H3605 , en Ik zal al H4013 uw vestingen H2040 H8804 afbreken.
  12 H3785 [05:11] En Ik zal de toverijen H4480 uit H3027 uw hand H3772 H8689 uitroeien H3808 , en gij zult geen H6049 H8781 guichelaars H1961 H8799 hebben.
  13 H6456 [05:12] En Ik zal uw gesneden beelden H4676 en uw opgerichte beelden H5921 uit H7130 het midden H3772 H8689 van u uitroeien H3808 , dat gij u niet H5750 meer H7812 H8691 zult nederbuigen H4639 voor het werk H3027 uwer handen.
  14 H842 [05:13] Voorts zal Ik uw bossen H4480 uit H7130 het midden H5428 H8804 van u uitroeien H6145 H8676 H5892 , en Ik zal uw steden H8045 H8689 verdelgen.
  15 H639 [05:14] En Ik zal in toorn H2534 en in grimmigheid H5359 wrake H6213 H8804 doen H1471 aan de heidenen H834 , die H3808 niet H8085 H8804 horen.