Matthew 22

DSV_Strongs(i)
  1 G2532 En G2424 Jezus G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , sprak G846 tot hen G3825 wederom G1722 door G3850 gelijkenissen G3004 G5723 , zeggende:
  2 G932 Het Koninkrijk G3772 der hemelen G3666 G5681 is gelijk G444 een zeker G935 koning G3748 , die G846 zijn G5207 zoon G1062 een bruiloft G4160 G5656 bereid had;
  3 G2532 En G649 G5656 zond G846 zijn G1401 dienstknechten G2564 G5772 uit, om de genoden G1519 ter G1062 bruiloft G2564 G5658 te roepen G2532 ; en G2309 G5707 zij wilden G3756 niet G2064 G5629 komen.
  4 G3825 Wederom G649 G5656 zond hij G243 andere G1401 dienstknechten G3004 G5723 uit, zeggende G2036 G5628 : Zegt G2564 G5772 den genoden G2400 G5628 : Ziet G3450 , ik heb mijn G712 middagmaal G2090 G5656 bereid G3450 ; mijn G5022 ossen G2532 , en G4619 de gemeste G2380 G5772 [beesten] zijn geslacht G2532 , en G3956 alle dingen G2092 zijn gereed G1205 G5773 ; komt G1519 tot G1062 de bruiloft.
  5 G1161 Maar G272 G5660 zij, [zulks] niet achtende G565 G5627 , zijn heengegaan G3739 G3303 , deze G1519 tot G2398 zijn G68 akker G3739 G1161 , gene G1519 tot G846 zijn G1711 koopmanschap.
  6 G1161 En G3062 de anderen G2902 G5660 grepen G846 zijn G1401 dienstknechten G5195 G5656 , deden [hun] smaadheid aan G2532 , en G615 G5656 doodden hen.
  7 G1161 Als nu G935 de koning G191 G5660 [dat] hoorde G3710 G5681 , werd hij toornig G2532 , en G846 zijn G4753 krijgsheiren G3992 G5660 zendende G1565 , heeft die G5406 doodslagers G622 G5656 vernield G2532 , en G846 hun G4172 stad G1714 G5656 in brand gestoken.
  8 G5119 Toen G3004 G5719 zeide hij G846 tot zijn G1401 dienstknechten G1062 : De bruiloft G2076 G5748 is G3303 wel G2092 bereid G1161 , doch G2564 G5772 de genoden G2258 G5713 waren G3756 het niet G514 waardig.
  9 G3767 Daarom G4198 G5737 gaat G1909 op G1327 de uitgangen G3598 der wegen G2532 , en G3745 G302 zovelen als G2147 G5632 gij er zult vinden G2564 G5657 , roept G1519 ze tot G1062 de bruiloft.
  10 G2532 En G1565 dezelve G1401 dienstknechten G1831 G5631 , uitgaande G1519 op G3598 de wegen G4863 G5627 , vergaderden G3956 allen G3745 , die G2147 G5627 zij vonden G5037 , beiden G4190 kwaden G2532 en G18 goeden G2532 ; en G1062 de bruiloft G4130 G5681 werd vervuld G345 G5740 met aanzittende [gasten].
  11 G1161 En G935 als de koning G1525 G5631 ingegaan was G345 G5740 , om de aanzittende G2300 G5664 [gasten] te overzien G1492 G5627 , zag hij G1563 aldaar G444 een mens G3756 , niet G1746 G5765 gekleed G1062 G1742 [zijnde] met een bruiloftskleed;
  12 G2532 En G3004 G5719 zeide G846 tot hem G2083 : Vriend G4459 ! hoe G5602 zijt gij hier G1525 G5627 ingekomen G3361 , geen G1062 G1742 bruiloftskleed G2192 G5723 [aan] hebbende G1161 ? En G5392 G5681 hij verstomde.
  13 G5119 Toen G2036 G5627 zeide G935 de koning G1249 tot de dienaars G1210 G5660 : Bindt G846 zijn G5495 handen G2532 en G4228 voeten G142 G5657 , neemt G846 hem G2532 weg, en G1544 G5628 werpt [hem] uit G1519 in G1857 de buitenste G4655 duisternis G1563 ; daar G2071 G5704 zal zijn G2805 wening G2532 en G1030 knersing G3599 der tanden.
  14 G1063 Want G4183 velen G1526 G5748 zijn G2822 geroepen G1161 , maar G3641 weinigen G1588 uitverkoren.
  15 G5119 Toen G4198 G5679 gingen G5330 de Farizeen G2983 G5627 heen, en hielden G4824 te zamen raad G3704 , hoe G846 zij Hem G3802 G5661 verstrikken zouden G1722 in G3056 [Zijn] rede.
  16 G2532 En G649 G5719 zij zonden uit G846 tot Hem G846 hun G3101 discipelen G3326 , met G2265 de Herodianen G3004 G5723 , zeggende G1320 : Meester G1492 G5758 ! wij weten G3754 , dat G227 Gij waarachtig G1488 G5748 zijt G2532 , en G3598 den weg G2316 Gods G1722 in G225 der waarheid G1321 G5719 leert G2532 , en G4012 naar G3756 G3762 niemand G4671 G3199 G5719 vraagt G1063 ; want G991 G5719 Gij ziet G1519 G4383 den persoon G444 der mensen G3756 niet aan;
  17 G2036 G5628 Zeg G2254 ons G3767 dan G5101 : wat G1380 G5719 dunkt G4671 U G1832 G5748 ? Is het geoorloofd G2541 , den keizer G2778 schatting G1325 G5629 te geven G2228 of G3756 niet?
  18 G1161 Maar G2424 Jezus G1097 G5631 , bekennende G846 hun G4189 boosheid G2036 G5627 , zeide:
  19 G5273 Gij geveinsden G5101 , wat G3985 G5719 verzoekt gij G3165 Mij G1925 G5657 ? Toont G3427 Mij G2778 G3546 de schattingpenning G1161 . En G4374 G5656 zij brachten G846 Hem G1220 een penning.
  20 G2532 En G3004 G5719 Hij zeide G846 tot hen G5101 : Wiens G3778 is dit G1504 beeld G2532 en G1923 het opschrift?
  21 G3004 G5719 Zij zeiden G846 tot Hem G2541 : Des keizers G5119 . Toen G3004 G5719 zeide Hij G846 tot hen G591 G5628 : Geeft G3767 dan G2541 den keizer G3588 , dat G2541 des keizers G2532 is, en G2316 Gode G3588 , dat G2316 Gods is.
  22 G2532 En G191 G5660 zij, dit horende G2296 G5656 , verwonderden zich G2532 , en G846 Hem G863 G5631 verlatende G565 G5627 , zijn zij weggegaan.
  23 G1722 Te G1565 dienzelfden G2250 dage G4334 G5656 kwamen G846 tot Hem G4523 de Sadduceen G3588 , die G3004 G5723 zeggen G3361 , dat er geen G386 opstanding G1511 G5750 is G2532 , en G1905 G5656 vraagden G846 Hem.
  24 G3004 G5723 Zeggende G1320 : Meester G3475 ! Mozes G2036 G5627 heeft gezegd G1437 : Indien G5100 iemand G599 G5632 sterft G3361 , geen G5043 kinderen G2192 G5723 hebbende G846 , zo zal zijn G80 broeder G846 deszelfs G1135 vrouw G1918 G5692 trouwen G2532 , en G846 zijn G80 broeder G4690 zaad G450 G5692 verwekken.
  25 G1161 Nu G2258 G5713 waren er G3844 bij G2254 ons G2033 zeven G80 broeders G2532 ; en G4413 de eerste G1060 G5660 , [een] [vrouw] getrouwd hebbende G5053 G5656 , stierf G2532 ; en G3361 dewijl hij geen G4690 zaad G2192 G5723 had G863 G5656 , zo liet hij G846 zijn G1135 vrouw G846 voor zijn G80 broeder.
  26 G3668 Desgelijks G2532 ook G1208 de tweede G2532 , en G5154 de derde G2193 , tot G2033 den zevende toe.
  27 G1161   G5305 Ten laatste G3956 na allen G2532 , is ook G1135 de vrouw G599 G5627 gestorven.
  28 G1722 In G386 de opstanding G3767 dan G5101 , wiens G1135 vrouw G2071 G5704 zal zij wezen G2033 van die zeven G1063 , want G846 zij hebben ze G3956 allen G2192 G5627 gehad?
  29 G1161 Maar G2424 Jezus G611 G5679 antwoordde G2036 G5627 en zeide G846 tot hen G4105 G5744 : Gij dwaalt G3361 , niet G1492 G5761 wetende G1124 de Schriften G3366 , noch G1411 de kracht G2316 Gods.
  30 G1063 Want G1722 in G386 de opstanding G1060 G nemen zij G3777 niet G1060 G5719 ten huwelijk G3777 , noch G1547 G5743 worden ten huwelijk uitgegeven G235 ; maar G1526 G5748 zij zijn G5613 als G32 engelen G2316 Gods G1722 in G3772 den hemel.
  31 G1161 En G4012 wat aangaat G386 de opstanding G3498 der doden G3756 , hebt gij niet G314 G5627 gelezen G3588 , hetgeen G5259 van G2316 God G5213 tot ulieden G4483 G5685 gesproken is G3004 G5723 , Die daar zegt:
  32 G1473 Ik G1510 G5748 ben G2316 de God G11 Abrahams G2532 , en G2316 de God G2464 Izaks G2532 , en G2316 de God G2384 Jakobs G2316 ! God G2076 G5748 is G3756 niet G2316 een God G3498 der doden G235 , maar G2198 G5723 der levenden.
  33 G2532 En G3793 de scharen G191 G5660 , [dit] horende G1605 G5712 , werden verslagen G1909 over G846 Zijn G1322 leer.
  34 G1161 En G5330 den Farizeen G191 G5660 , gehoord hebbende G3754 , dat G4523 Hij den Sadduceen G5392 G5656 den mond gestopt had G1909 G846 , zijn te zamen G4863 G5681 bijeenvergaderd.
  35 G2532 En G1520 een G1537 uit G846 hen G3544 , [zijnde] een wetgeleerde G1905 G5656 , heeft gevraagd G846 , Hem G3985 G5723 verzoekende G2532 , en G3004 G5723 zeggende:
  36 G1320 Meester G4169 ! welk G3173 is het grote G1785 gebod G1722 in G3551 de wet?
  37 G1161 En G2424 Jezus G2036 G5627 zeide G846 tot hem G25 G5692 : Gij zult liefhebben G2962 den Heere G4675 , uw G2316 God G1722 , met G3650 geheel G4675 uw G2588 hart G2532 , en G1722 met G3650 geheel G4675 uw G5590 ziel G2532 , en G1722 met G3650 geheel G4675 uw G1271 verstand.
  38 G3778 Dit G2076 G5748 is G4413 het eerste G2532 en G3173 het grote G1785 gebod.
  39 G1161 En G1208 het tweede G846 aan dit G3664 gelijk G4675 , [is]: Gij zult uw G4139 naaste G25 G5692 liefhebben G5613 als G4572 uzelven.
  40 G1722 Aan G5025 deze G1417 twee G1785 geboden G2910 G5743 hangt G3650 de ganse G3551 wet G2532 en G4396 de profeten.
  41 G1161 Als nu G5330 de Farizeen G4863 G5772 samenvergaderd waren G1905 G5656 , vraagde G846 hun G2424 Jezus,
  42 G3004 G5723 En zeide G5101 : Wat G1380 G5719 dunkt G5213 u G4012 van G5547 den Christus G5101 ? Wiens G5207 Zoon G2076 G5748 is Hij G3004 G5719 ? Zij zeiden G846 tot Hem G1138 : Davids [Zoon].
  43 G3004 G5719 Hij zeide G846 tot hen G4459 : Hoe G2564 G5719 noemt G846 Hem G3767 dan G1138 David G1722 , in G4151 den Geest G2962 , [zijn] Heere G3004 G5723 ? zeggende:
  44 G2962 De Heere G2036 G5627 heeft gezegd G3450 tot Mijn G2962 Heere G2521 G5737 : Zit G1537 aan G3450 Mijn G1188 rechter G2193 G302 [hand], totdat G4675 Ik Uw G2190 vijanden G5087 G5632 zal gezet hebben G5286 tot een voetbank G4675 Uwer G4228 voeten.
  45 G1487 Indien G846 Hem G3767 dan G1138 David G2564 G5719 noemt G2962 [zijn] Heere G4459 , hoe G2076 G5748 is Hij G846 zijn G5207 Zoon?
  46 G2532 En G3762 niemand G1410 G5711 kon G846 Hem G3056 een woord G611 G5677 antwoorden G3761 ; noch G5100 iemand G5111 G5656 durfde G846 Hem G575 van G1565 dien G2250 dag G3765 aan [iets] meer G1905 G5658 vragen.