Mark 14:12-25

  12 G2532 En G4413 op den eersten G2250 dag G106 der ongehevelde G3753 [broden], wanneer G3957 zij het pascha G2380 G5707 slachtten G3004 G5719 , zeiden G846 Zijn G3101 discipelen G846 tot Hem G4226 : Waar G2309 G5719 wilt Gij G565 G5631 , dat wij heengaan G2090 G5661 , en bereiden G2443 , dat G3957 Gij het pascha G5315 G5632 eet?

  13 G2532 En G649 G5719 Hij zond G1417 twee G846 van Zijn G3101 discipelen G2532 uit, en G3004 G5719 zeide G846 tot hen G5217 G5720 : Gaat henen G1519 in G4172 de stad G2532 , en G5213 u G528 G zal G444 een mens G528 G5692 ontmoeten G941 G5723 , dragende G2765 een kruik G5204 water G190 G5657 , volgt G846 dien;

  14 G2532 En G1437 zo G3699 waar G1525 G5632 hij ingaat G2036 G5628 , zegt G3617 tot den heer des huizes G3754 : G1320 De Meester G3004 G5719 zegt G4226 : Waar G2076 G5748 is G2646 de eetzaal G3699 , daar G3957 Ik het pascha G3326 met G3450 Mijn G3101 discipelen G5315 G5632 eten zal?

  15 G2532 En G846 hij G1166 G zal G5213 u G1166 G5692 wijzen G3173 een grote G508 opperzaal G4766 G5772 , toegerust G2092 [en] gereed G2090 G5657 ; bereidt G2254 het ons G1563 aldaar.

  16 G2532 En G846 Zijn G3101 discipelen G1831 G5627 gingen uit G2532 , en G2064 G5627 kwamen G1519 in G4172 de stad G2532 , en G2147 G5627 vonden G2531 het, gelijk G846 Hij hun G2036 G5627 gezegd had G2532 , en G2090 G5656 bereidden G3957 het pascha.

  17 G2532 En G3798 als het avond G1096 G5637 geworden was G2064 G5736 , kwam Hij G3326 met G1427 de twaalven.

  18 G2532 En G846 als zij G345 G5740 aanzaten G2532 en G2068 G5723 aten G2036 G5627 , zeide G2424 Jezus G281 : Voorwaar G3004 G5719 , Ik zeg G5213 u G3754 , dat G1520 een G1537 van G5216 u G3588 , die G3326 met G1700 Mij G2068 G5723 eet G3165 , Mij G3860 G5692 zal verraden.

  19 G1161 En G756 G5662 zij begonnen G3076 G5745 bedroefd te worden G2532 , en G1527 de een na den ander G846 tot Hem G3004 G5721 te zeggen G3385 : G1473 Ben ik G2532 het? En G243 een ander G3385 : G1473 Ben ik het?

  20 G1161 Maar G611 G5679 Hij antwoordde G2036 G5627 en zeide G846 tot hen G1520 : [Het] [is] een G1537 uit G1427 de twaalven G3326 , die met G1700 Mij G1519 in G5165 den schotel G1686 G5734 indoopt.

  21 G5207 De Zoon G444 des mensen G5217 G gaat G3303 wel G5217 G5719 heen G2531 , gelijk G4012 van G846 Hem G1125 G5769 geschreven is G1161 ; maar G3759 wee G1565 dien G444 mens G1223 , door G3739 welken G5207 de Zoon G444 des mensen G3860 G5743 verraden wordt G2258 G5713 ! Het ware G846 hem G2570 goed G1487 , zo G1565 die G444 mens G3756 niet G1080 G5681 geboren ware geweest.

  22 G2532 En G846 als zij G2068 G5723 aten G2983 G5631 , nam G2424 Jezus G740 brood G2127 G5660 , en als Hij gezegend had G2806 G5656 , brak Hij G2532 het, en G1325 G5656 gaf G846 het hun G2532 , en G2036 G5627 zeide G2983 G5628 : Neemt G5315 G5628 , eet G5124 , dat G2076 G5748 is G3450 Mijn G4983 lichaam.

  23 G2532 En G2983 G5631 Hij nam G4221 den drinkbeker G2168 G5660 , en gedankt hebbende G1325 G5656 , gaf G846 hun G2532 [dien]; en G4095 G5627 zij dronken G3956 allen G1537 uit G846 denzelven.

  24 G2532 En G2036 G5627 Hij zeide G846 tot hen G5124 : Dat G2076 G5748 is G3450 Mijn G129 bloed G2537 , het [bloed] des Nieuwen G1242 Testaments G3588 , hetwelk G4012 voor G4183 velen G1632 G5746 vergoten wordt.

  25 G281 Voorwaar G3004 G5719 , Ik zeg G5213 u G3754 , dat G3765 G3364 Ik niet meer G4095 G5632 zal drinken G1537 van G1081 de vrucht G288 des wijnstoks G2193 , tot op G1565 dien G2250 dag G3752 , wanneer G846 Ik dezelve G2537 nieuw G4095 G5725 zal drinken G1722 in G932 het Koninkrijk G2316 Gods.