DSV_Strongs(i)
42
G2228
Of
G4459
hoe
G1410 G5736
kunt gij
G4675
tot uw
G80
broeder
G3004 G5721
zeggen
G80
: Broeder
G863 G5628
, laat toe
G1544 G
, dat ik
G2595
den splinter
G1722
, die in
G4675
uw
G3788
oog
G1544 G5632
is, uitdoe
G846
; daar gij zelf
G1385
den balk
G1722
, die in
G4675
uw
G3788
oog
G3756
is, niet
G991 G5723
ziet
G5273
? Gij geveinsde
G1544 G5628
! doe
G4412
eerst
G1385
den balk
G1537
uit
G4675
uw
G3788
oog
G2532
, en
G5119
dan
G1227 G5692
zult gij bezien
G2595
, om den splinter
G1544 G5629
uit te doen
G1722
, die in
G4675
uws
G80
broeders
G3788
oog is.
43
G1063
Want
G2076 G5748
het is
G3756
geen
G2570
goede
G1186
boom
G4550
, die kwade
G2590
vrucht
G4160 G5723
voortbrengt
G3761
, en geen
G4550
kwade
G1186
boom
G2570
, die goede
G2590
vrucht
G4160 G5723
voortbrengt;
44
G1063
Want
G1538
ieder
G1186
boom
G1537
wordt uit
G2398
zijn eigen
G2590
vrucht
G1097 G5743
gekend
G1063
; want
G4816 G5719
men leest
G3756
geen
G4810
vijgen
G1537
van
G173
doornen
G3761 G
, en
G5166 G5719
men snijdt
G3761
geen
G4718
druif
G1537
van
G942
bramen.
45
G18
De goede
G444
mens
G4393 G
brengt
G18
het goede
G4393 G5719
voort
G1537
uit
G18
den goeden
G2344
schat
G846
zijns
G2588
harten
G2532
; en
G4190
de kwade
G444
mens
G4393 G
brengt
G4190
het kwade
G4393 G5719
voort
G1537
uit
G4190
den kwaden
G2344
schat
G846
zijns
G2588
harten
G1063
; want
G1537
uit
G4051
den overvloed
G2588
des harten
G2980 G5719
spreekt
G846
zijn
G4750
mond.