Luke 20:9-18

DSV_Strongs(i)
  9 G1161 En G756 G5662 Hij begon G4314 tot G2992 het volk G5026 deze G3850 gelijkenis G3004 G5721 te zeggen G5100 : Een zeker G444 mens G5452 G5656 plantte G290 een wijngaard G2532 , en G1554 G5639 hij verhuurde G846 dien G1092 aan landlieden G2532 , en G589 G trok G2425 een langen G5550 tijd G589 G5656 buiten 's lands.
  10 G2532 En G1722 als G2540 het de tijd G649 G5656 was, zond hij G4314 tot G1092 de landlieden G1401 een dienstknecht G2443 , opdat G846 zij hem G575 van G2590 de vrucht G290 des wijngaards G1325 G5632 geven zouden G1161 ; maar G1092 de landlieden G1194 G5660 sloegen G846 denzelven G1821 G , en zonden G2756 [hem] ledig G1821 G5656 heen.
  11 G2532 En G4369 G5639 wederom G3992 G5658 zond hij G2087 nog een anderen G1401 dienstknecht G1161 ; maar G2548 ook G1194 G5660 dien geslagen G2532 en G818 G5660 smadelijk behandeld hebbende G1821 G , zonden zij G2756 [hem] ledig G1821 G5656 heen.
  12 G2532 En G4369 G5639 wederom G3992 G5658 zond hij G5154 nog een derden G1161 ; maar G5135 G5660 zij verwondden G2532 ook G5126 dezen G1544 G5627 , en wierpen [hem] uit.
  13 G1161 En G2962 de heer G290 des wijngaards G2036 G5627 zeide G5101 : Wat G4160 G5661 zal ik doen G3450 ? Ik zal mijn G27 geliefden G5207 zoon G3992 G5692 zenden G2481 ; mogelijk G5126 dezen G1492 G5631 ziende G1788 G5691 , zullen zij [hem] ontzien.
  14 G1161 Maar G1092 als de landlieden G846 hem G1492 G5631 zagen G1260 G5711 , overleiden zij G4314 onder G1438 elkander G3004 G5723 , en zeiden G3778 : Deze G2076 G5748 is G2818 de erfgenaam G1205 G5773 ; komt G615 G , laat ons G846 hem G615 G5725 doden G2443 , opdat G2817 de erfenis G2257 onze G1096 G5638 worde.
  15 G2532 En G846 als zij hem G1854 buiten G290 den wijngaard G1544 G5631 uitgeworpen hadden G615 G5656 , doodden zij G5101 [hem]. Wat G3767 zal dan G2962 de heer G290 des wijngaards G846 hun G4160 G5692 doen?
  16 G2064 G5695 Hij zal komen G2532 en G5128 deze G1092 landlieden G622 G5692 verderven G2532 , en G290 zal den wijngaard G243 aan anderen G1325 G5692 geven G1161 . En G191 G5660 als zij [dat] hoorden G2036 G5627 , zeiden zij G3361 G1096 G5636 : Dat zij verre!
  17 G1161 Maar G1689 G Hij zag G846 hen G1689 G5660 aan G2036 G5627 , en zeide G5101 : Wat G2076 G5748 is G3767 dan G5124 dit G1125 G5772 , hetwelk geschreven staat G3037 : De steen G3739 , dien G3618 G5723 de bouwlieden G593 G5656 verworpen hebben G3778 , deze G2776 is tot een hoofd G1519 des G1137 hoeks G1096 G5675 geworden?
  18 G3956 Een iegelijk G1909 , die op G1565 dien G3037 steen G4098 G5631 valt G4917 G5701 , zal verpletterd worden G1161 , en G1909 op G3739 G302 wien G4098 G5632 hij valt G846 , dien G3039 G5692 zal hij vermorzelen.