DSV_Strongs(i)
2
H5315
Als een mens
H2398 H8799
gezondigd
H3068
, en tegen den HEERE
H4604
door overtreding
H4603 H8804
overtreden zal hebben
H5997
, dat hij aan zijn naaste
H3584 H8765
zal gelogen hebben
H6487
van hetgeen hem in bewaring
H3027
gegeven, of ter hand
H8667
gesteld was
H1498
, of van roof
H5997
, of [dat] hij met geweld zijn naaste
H6231 H8804
onthoudt;
3
H9
Of dat hij het verlorene
H4672 H8804
gevonden
H3584 H8765
, en daarover gelogen
H8267
, en met valsheid
H7650 H8738
gezworen zal hebben
H259
; over iets
H120
van alles, dat de mens
H6213 H8799
doet
H2007
, daarin
H2398 H8800
zondigende.
4
H2398 H8799
Het zal dan geschieden, dewijl hij gezondigd heeft
H816 H8804
, en schuldig geworden is
H7725 H8689
, dat hij wederuitkeren zal
H1500
den roof
H1497 H8804
, dien hij geroofd
H6233
, of het onthoudene
H6231 H8804
, dat hij met geweld onthoudt
H6487
, of het bewaarde
H853
, dat
H6485 H8717
bij hem te bewaren gegeven was
H9
, of het verlorene
H4672 H8804
, dat hij gevonden heeft;
5
H8267
Of van al, waarover hij valselijk
H7650 H8735
gezworen heeft
H7218
, dat hij hetzelve in zijn hoofdsom
H7999 H8765
wedergeve
H2549
, en nog het vijfde deel
H3254 H8686
daarenboven toedoen zal
H5414 H8799
; wiens dat is, dien zal hij dat geven
H3117
op den dag
H819
zijner schuld.
6
H3068
En hij zal den HEERE
H817
zijn schuldoffer
H935 H8686
brengen
H3548
tot den priester
H8549
, een volkomen
H352
ram
H6629
uit de kudde
H6187
, met uw schatting
H817
, ten schuldoffer.
7
H3548
Dan zal de priester
H3722 H8765
voor hem verzoening doen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H5545 H8738
, en het zal hem vergeven worden
H259
; over iets
H6213 H8799
van al, wat hij doet
H819
, waar hij schuld aan heeft.
9
H6680 H8761
Gebied
H175
Aaron
H1121
en zijn zonen
H559 H8800
, zeggende
H8451
: Dit is de wet
H5930
des brandoffers
H4169
; het is hetgeen, wat door de branding
H4196
op het altaar
H3915
den gansen nacht
H1242
tot aan den morgen
H5930
opvaart
H784
; alwaar het vuur
H4196
des altaars
H3344 H8714
zal brandende gehouden worden.
10
H3548
En de priester
H906
zal zijn linnen
H4055
kleed
H3847 H8804
aantrekken
H906
, en de linnen
H4370
onderbroek
H1320
over zijn vlees
H3847 H8799
aantrekken
H1880
, en zal de as
H7311 H8689
opnemen
H784
, als het vuur
H5930
het brandoffer
H4196
op het altaar
H398 H8799
zal verteerd hebben
H681
, en zal die bij
H4196
het altaar
H7760 H8804
leggen.
11
H899
Daarna zal hij zijn klederen
H6584 H8804
uittrekken
H312
, en zal andere
H899
klederen
H3847 H8804
aandoen
H1880
, en zal de as
H2351
tot buiten
H4264
het leger
H3318 H8689
uitdragen
H2889
aan een reine
H4725
plaats.
12
H784
Het vuur
H4196
nu op het altaar
H3344 H8714
zal daarop brandende gehouden worden
H3518 H8799
, het zal niet uitgeblust worden
H3548
; maar de priester
H1242
zal daar elken morgen
H6086
hout
H1197 H8765
aansteken
H5930
, en zal daarop het brandoffer
H6186 H8804
schikken
H2459
, en het vet
H8002
der dankofferen
H6999 H8689
daarop aansteken.
13
H784
Het vuur
H8548
zal geduriglijk
H4196
op het altaar
H3344 H8714
brandende gehouden worden
H3518 H8799
; het zal niet uitgeblust worden.
14
H8451
Dit is nu de wet
H4503
des spijsoffers
H1121
; een der zonen
H175
van Aaron
H6440
zal dat voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7126 H8685
offeren
H6440
, voor
H4196
het altaar.
15
H7311 H8689
En hij zal daarvan opnemen
H7062
zijn hand vol
H5560
, uit de meelbloem
H4503
des spijsoffers
H8081
, en van deszelfs olie
H3828
, en al den wierook
H4503
, die op het spijsoffer
H6999 H8689
is; dan zal hij het aansteken
H4196
op het altaar
H5207
; het is een liefelijke
H7381
reuk
H234
tot deszelfs gedachtenis
H3068
voor den HEERE.
16
H3498 H8737
En het overblijvende
H175
daarvan zullen Aaron
H1121
en zijn zonen
H398 H8799
eten
H4682
; ongezuurd
H398 H8735
zal het gegeten worden
H6918
in de heilige
H4725
plaats
H2691
; in den voorhof
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H398 H8799
zullen zij dat eten.
17
H2557
Het zal niet gedesemd
H644 H8735
gebakken worden
H2506
; het is hun deel
H5414 H8804
, dat Ik gegeven heb
H801
van Mijn vuurofferen
H6944
; het is een heiligheid
H6944
der heiligheden
H2403
, gelijk het zondoffer
H817
en gelijk het schuldoffer.
18
H2145
Al wat mannelijk
H1121
is onder de zonen
H175
van Aaron
H398 H8799
zal het eten
H5769
; het zij een eeuwige
H2706
inzetting
H1755
voor uw geslachten
H801
van de vuurofferen
H3068
des HEEREN
H5060 H8799
; al wat die zal aanroeren
H6942 H8799
, zal heilig zijn.
20
H7133
Dit is de offerande
H175
van Aaron
H1121
en van zijn zonen
H3068
, die zij den HEERE
H7126 H8686
offeren zullen
H3117
, ten dage
H4886 H8736
als hij zal gezalfd worden
H6224
: het tiende deel
H374
ener efa
H5560
meelbloem
H4503
, een spijsoffer
H8548
gedurig
H4276
; de helft
H1242
daarvan op den morgen
H4276
, en de helft
H6153
daarvan op den avond.
21
H4227
Het zal in een pan
H8081
met olie
H6213 H8735
gemaakt worden
H7246 H8716
; geroost
H935 H8686
zult gij het brengen
H8601
; en de gebakken
H6595
stukken
H4503
des spijsoffers
H7126 H8686
zult gij offeren
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
22
H3548
Ook zal de priester
H1121
, die uit zijn zonen
H4899
in zijn plaats de gezalfde
H6213 H8799
zal worden, hetzelfde doen
H5769
; het zij een eeuwige
H2706
inzetting
H3068
; het zal voor den HEERE
H3632
geheel
H6999 H8714
aangestoken worden.
23
H4503
Alzo zal alle spijsoffer
H3548
des priesters
H3632
ganselijk
H398 H8735
zijn; het zal niet gegeten worden.
25
H1696 H8761
Spreek
H175
tot Aaron
H1121
en tot zijn zonen
H559 H8800
, zeggende
H8451
: Dit is de wet
H2403
des zondoffers
H4725
: in de plaats
H5930
, waar het brandoffer
H7819 H8735
geslacht wordt
H2403
, zal het zondoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7819 H8735
geslacht worden
H6944
; het is een heiligheid
H6944
der heiligheden.
26
H3548
De priester
H2398 H8764
, die het voor de zonde offert
H398 H8799
, zal het eten
H6918
; in de heilige
H4725
plaats
H398 H8735
zal het gegeten worden
H2691
, in den voorhof
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
27
H1320
Al wat deszelfs vlees
H5060 H8799
zal aanroeren
H6942 H8799
, zal heilig zijn
H1818
; zo wie van zijn bloed
H899
op een kleed
H5137 H8799
zal gesprengd hebben
H5137 H8799
, dat, waarop hij gesprengd zal hebben
H6918
, zult gij in de heilige
H4725
plaats
H3526 H8762
wassen.
28
H2789
En het aarden
H3627
vat
H1310 H8792
, waarin het gezoden is
H7665 H8735
, zal gebroken worden
H5178
; maar zo het in een koperen
H3627
vat
H1310 H8795
gezoden is
H4838 H8795
, zo zal het geschuurd
H4325
en in water
H7857 H8795
gespoeld worden.