Leviticus 6

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H5315 Als een mens H2398 H8799 gezondigd H3068 , en tegen den HEERE H4604 door overtreding H4603 H8804 overtreden zal hebben H5997 , dat hij aan zijn naaste H3584 H8765 zal gelogen hebben H6487 van hetgeen hem in bewaring H3027 gegeven, of ter hand H8667 gesteld was H1498 , of van roof H5997 , of [dat] hij met geweld zijn naaste H6231 H8804 onthoudt;
  3 H9 Of dat hij het verlorene H4672 H8804 gevonden H3584 H8765 , en daarover gelogen H8267 , en met valsheid H7650 H8738 gezworen zal hebben H259 ; over iets H120 van alles, dat de mens H6213 H8799 doet H2007 , daarin H2398 H8800 zondigende.
  4 H2398 H8799 Het zal dan geschieden, dewijl hij gezondigd heeft H816 H8804 , en schuldig geworden is H7725 H8689 , dat hij wederuitkeren zal H1500 den roof H1497 H8804 , dien hij geroofd H6233 , of het onthoudene H6231 H8804 , dat hij met geweld onthoudt H6487 , of het bewaarde H853 , dat H6485 H8717 bij hem te bewaren gegeven was H9 , of het verlorene H4672 H8804 , dat hij gevonden heeft;
  5 H8267 Of van al, waarover hij valselijk H7650 H8735 gezworen heeft H7218 , dat hij hetzelve in zijn hoofdsom H7999 H8765 wedergeve H2549 , en nog het vijfde deel H3254 H8686 daarenboven toedoen zal H5414 H8799 ; wiens dat is, dien zal hij dat geven H3117 op den dag H819 zijner schuld.
  6 H3068 En hij zal den HEERE H817 zijn schuldoffer H935 H8686 brengen H3548 tot den priester H8549 , een volkomen H352 ram H6629 uit de kudde H6187 , met uw schatting H817 , ten schuldoffer.
  7 H3548 Dan zal de priester H3722 H8765 voor hem verzoening doen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5545 H8738 , en het zal hem vergeven worden H259 ; over iets H6213 H8799 van al, wat hij doet H819 , waar hij schuld aan heeft.
  8 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  9 H6680 H8761 Gebied H175 Aaron H1121 en zijn zonen H559 H8800 , zeggende H8451 : Dit is de wet H5930 des brandoffers H4169 ; het is hetgeen, wat door de branding H4196 op het altaar H3915 den gansen nacht H1242 tot aan den morgen H5930 opvaart H784 ; alwaar het vuur H4196 des altaars H3344 H8714 zal brandende gehouden worden.
  10 H3548 En de priester H906 zal zijn linnen H4055 kleed H3847 H8804 aantrekken H906 , en de linnen H4370 onderbroek H1320 over zijn vlees H3847 H8799 aantrekken H1880 , en zal de as H7311 H8689 opnemen H784 , als het vuur H5930 het brandoffer H4196 op het altaar H398 H8799 zal verteerd hebben H681 , en zal die bij H4196 het altaar H7760 H8804 leggen.
  11 H899 Daarna zal hij zijn klederen H6584 H8804 uittrekken H312 , en zal andere H899 klederen H3847 H8804 aandoen H1880 , en zal de as H2351 tot buiten H4264 het leger H3318 H8689 uitdragen H2889 aan een reine H4725 plaats.
  12 H784 Het vuur H4196 nu op het altaar H3344 H8714 zal daarop brandende gehouden worden H3518 H8799 , het zal niet uitgeblust worden H3548 ; maar de priester H1242 zal daar elken morgen H6086 hout H1197 H8765 aansteken H5930 , en zal daarop het brandoffer H6186 H8804 schikken H2459 , en het vet H8002 der dankofferen H6999 H8689 daarop aansteken.
  13 H784 Het vuur H8548 zal geduriglijk H4196 op het altaar H3344 H8714 brandende gehouden worden H3518 H8799 ; het zal niet uitgeblust worden.
  14 H8451 Dit is nu de wet H4503 des spijsoffers H1121 ; een der zonen H175 van Aaron H6440 zal dat voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7126 H8685 offeren H6440 , voor H4196 het altaar.
  15 H7311 H8689 En hij zal daarvan opnemen H7062 zijn hand vol H5560 , uit de meelbloem H4503 des spijsoffers H8081 , en van deszelfs olie H3828 , en al den wierook H4503 , die op het spijsoffer H6999 H8689 is; dan zal hij het aansteken H4196 op het altaar H5207 ; het is een liefelijke H7381 reuk H234 tot deszelfs gedachtenis H3068 voor den HEERE.
  16 H3498 H8737 En het overblijvende H175 daarvan zullen Aaron H1121 en zijn zonen H398 H8799 eten H4682 ; ongezuurd H398 H8735 zal het gegeten worden H6918 in de heilige H4725 plaats H2691 ; in den voorhof H168 van de tent H4150 der samenkomst H398 H8799 zullen zij dat eten.
  17 H2557 Het zal niet gedesemd H644 H8735 gebakken worden H2506 ; het is hun deel H5414 H8804 , dat Ik gegeven heb H801 van Mijn vuurofferen H6944 ; het is een heiligheid H6944 der heiligheden H2403 , gelijk het zondoffer H817 en gelijk het schuldoffer.
  18 H2145 Al wat mannelijk H1121 is onder de zonen H175 van Aaron H398 H8799 zal het eten H5769 ; het zij een eeuwige H2706 inzetting H1755 voor uw geslachten H801 van de vuurofferen H3068 des HEEREN H5060 H8799 ; al wat die zal aanroeren H6942 H8799 , zal heilig zijn.
  19 H1696 H8762 Wijders sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  20 H7133 Dit is de offerande H175 van Aaron H1121 en van zijn zonen H3068 , die zij den HEERE H7126 H8686 offeren zullen H3117 , ten dage H4886 H8736 als hij zal gezalfd worden H6224 : het tiende deel H374 ener efa H5560 meelbloem H4503 , een spijsoffer H8548 gedurig H4276 ; de helft H1242 daarvan op den morgen H4276 , en de helft H6153 daarvan op den avond.
  21 H4227 Het zal in een pan H8081 met olie H6213 H8735 gemaakt worden H7246 H8716 ; geroost H935 H8686 zult gij het brengen H8601 ; en de gebakken H6595 stukken H4503 des spijsoffers H7126 H8686 zult gij offeren H5207 , tot een liefelijken H7381 reuk H3068 den HEERE.
  22 H3548 Ook zal de priester H1121 , die uit zijn zonen H4899 in zijn plaats de gezalfde H6213 H8799 zal worden, hetzelfde doen H5769 ; het zij een eeuwige H2706 inzetting H3068 ; het zal voor den HEERE H3632 geheel H6999 H8714 aangestoken worden.
  23 H4503 Alzo zal alle spijsoffer H3548 des priesters H3632 ganselijk H398 H8735 zijn; het zal niet gegeten worden.
  24 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  25 H1696 H8761 Spreek H175 tot Aaron H1121 en tot zijn zonen H559 H8800 , zeggende H8451 : Dit is de wet H2403 des zondoffers H4725 : in de plaats H5930 , waar het brandoffer H7819 H8735 geslacht wordt H2403 , zal het zondoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7819 H8735 geslacht worden H6944 ; het is een heiligheid H6944 der heiligheden.
  26 H3548 De priester H2398 H8764 , die het voor de zonde offert H398 H8799 , zal het eten H6918 ; in de heilige H4725 plaats H398 H8735 zal het gegeten worden H2691 , in den voorhof H168 van de tent H4150 der samenkomst.
  27 H1320 Al wat deszelfs vlees H5060 H8799 zal aanroeren H6942 H8799 , zal heilig zijn H1818 ; zo wie van zijn bloed H899 op een kleed H5137 H8799 zal gesprengd hebben H5137 H8799 , dat, waarop hij gesprengd zal hebben H6918 , zult gij in de heilige H4725 plaats H3526 H8762 wassen.
  28 H2789 En het aarden H3627 vat H1310 H8792 , waarin het gezoden is H7665 H8735 , zal gebroken worden H5178 ; maar zo het in een koperen H3627 vat H1310 H8795 gezoden is H4838 H8795 , zo zal het geschuurd H4325 en in water H7857 H8795 gespoeld worden.
  29 H2145 Al wat mannelijk H3548 is onder de priesteren H398 H8799 , zal dat eten H6944 ; het is een heiligheid H6944 der heiligheden.
  30 H2403 Maar geen zondoffer H1818 , van welks bloed H168 in de tent H4150 der samenkomst H935 H8714 zal gebracht worden H6944 , om in het heiligdom H3722 H8763 te verzoenen H398 H8735 , zal gegeten worden H784 ; het zal in het vuur H8313 H8735 verbrand worden.