Leviticus 26:36-38

DSV_Strongs(i)
  36 H7604 H8737 En aangaande de overgeblevenen H3824 onder u, Ik zal in hun hart H4816 een wekigheid H776 in de landen H341 H8802 hunner vijanden H935 H8689 laten komen H6963 ; zodat het geruis H5086 H8737 van een gedreven H5929 blad H7291 H8804 hen jagen zal H5127 H8804 , en zij zullen vlieden H4499 , gelijk men vliedt H2719 voor een zwaard H5307 H8804 , en zullen vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt.
  37 H376 En zij zullen de een H251 op den ander H6440 als voor H2719 het zwaard H3782 H8804 vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt H6440 ; en gij zult voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H8617 niet kunnen bestaan.
  38 H6 H8804 Maar gij zult omkomen H1471 onder de heidenen H776 , en het land H341 H8802 uwer vijanden H398 H8804 zal u verteren.