Leviticus 10

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 En de zonen H175 van Aaron H5070 , Nadab H30 en Abihu H3947 H8799 , namen H376 een ieder H4289 zijn wierookvat H5414 H8799 , en deden H784 vuur H2004 daarin H7760 H8799 , en leiden H7004 reukwerk H7126 H8686 daarop, en brachten H2114 H8801 vreemd H784 vuur H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6680 H8765 , hetwelk hij hen niet geboden had.
  2 H3318 H0 Toen ging H784 een vuur H3318 H8799 uit H3068 van het aangezicht des HEEREN H398 H8799 , en verteerde H4191 H8799 hen; en zij stierven H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  3 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H175 tot Aaron H3068 : Dat is het, wat de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H559 H8800 , zeggende H7138 : In degenen, die tot Mij naderen H6942 H8735 , zal Ik geheiligd worden H6440 , en voor het aangezicht H5971 van al het volk H3513 H8735 zal Ik verheerlijkt worden H175 . Doch Aaron H1826 H8799 zweeg stil.
  4 H4872 En Mozes H7121 H8799 riep H4332 Misael H469 en Elzafan H1121 , de zonen H5816 van Uzziel H1730 , den oom H175 van Aaron H559 H8799 , en zeide H7126 H8798 tot hen: Treedt toe H5375 H8798 , draagt H251 uw broederen H6440 weg, van voor H6944 het heiligdom H2351 tot buiten H4264 het leger.
  5 H7126 H8799 Toen traden zij toe H5375 H8799 , en droegen H3801 hen, in hun rokken H2351 , tot buiten H4264 het leger H4872 , gelijk als Mozes H1696 H8765 gesproken had.
  6 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H175 tot Aaron H499 , en tot Eleazar H385 , en tot Ithamar H1121 , zijn zonen H7218 : Gij zult uw hoofden H6544 H8799 niet ontbloten H899 , noch uw klederen H6533 H8799 verscheuren H4191 H8799 , opdat gij niet sterft H7107 H8799 , en grote toorn H5712 over de ganse vergadering H251 kome; maar uw broederen H1004 , het ganse huis H3478 van Israel H8316 , zullen dezen brand H3068 , dien de HEERE H8313 H8804 aan gestoken heeft H1058 H8799 , bewenen.
  7 H6607 Gij zult ook uit de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H3318 H8799 niet uitgaan H4191 H8799 , opdat gij niet sterft H4888 H8081 ; want de zalfolie H3068 des HEEREN H6213 H8799 is op u. En zij deden H1697 naar het woord H4872 van Mozes.
  8 H3068 En de HEERE H1696 H8762 sprak H175 tot Aaron H559 H8800 , zeggende:
  9 H3196 Wijn H7941 en sterken drank H8354 H8799 zult gij niet drinken H1121 , gij, noch uw zonen H935 H8800 met u, als gij gaan zult H168 in de tent H4150 der samenkomst H4191 H8799 , opdat gij niet sterft H5769 ; het zij een eeuwige H2708 inzetting H1755 onder uw geslachten;
  10 H914 H8687 En om onderscheid te maken H6944 tussen het heilige H2455 en tussen het onheilige H2931 , en tussen het onreine H2889 en tussen het reine;
  11 H1121 En om den kinderen H3478 Israels H3384 H8687 te leren H2706 al de inzettingen H3068 , die de HEERE H3027 door den dienst H4872 van Mozes H1696 H8765 tot hen gesproken heeft.
  12 H4872 En Mozes H1696 H8762 sprak H175 tot Aaron H499 , en tot Eleazar H385 , en tot Ithamar H3498 H8737 , zijn overgebleven H1121 zonen H3947 H8798 : Neemt H4503 het spijsoffer H801 , dat van de vuurofferen H3068 des HEEREN H3498 H8737 overgebleven is H398 H8798 , en eet H4682 hetzelve ongezuurd H681 bij H4196 het altaar H6944 ; want het is een heiligheid H6944 der heiligheden.
  13 H398 H8804 Daarom zult gij dat eten H6918 in de heilige H4725 plaats H2706 , dewijl het uw bescheiden deel H2706 en het bescheiden deel H1121 uwer zonen H3068 uit des HEEREN H801 vuurofferen H6680 H8795 is; want alzo is mij geboden.
  14 H8573 H2373 Ook de beweegborst H8641 H7785 en den hefschouder H2889 zult gij in een reine H4725 plaats H398 H8799 eten H1121 , gij, en uw zonen H1323 , en uw dochteren H2706 met u; want tot uw bescheiden deel H1121 , en uwer zonen H2706 bescheiden deel H2077 H8002 , zijn zij uit de dankofferen H1121 der kinderen H3478 Israels H5414 H8738 gegeven.
  15 H8641 H7785 Den hefschouder H8573 H2373 en de beweegborst H801 zullen zij nevens de vuurofferen H2459 des vets H935 H8686 toebrengen H8573 , om ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5130 H8687 te bewegen H1121 ; hetwelk, voor u en uw zonen H5769 met u, tot een eeuwige H2706 inzetting H3068 zijn zal, gelijk als de HEERE H6680 H8765 geboden heeft.
  16 H4872 En Mozes H1875 H8804 zocht H1875 H8800 zeer naarstiglijk H8163 den bok H2403 des zondoffers H8313 H8795 ; en ziet, hij was verbrand H499 . Dies was hij op Eleazar H385 en op Ithamar H3498 H8737 , de overgebleven H1121 zonen H175 van Aaron H7107 H8799 , zeer toornig H559 H8800 , zeggende:
  17 H2403 Waarom hebt gij dat zondoffer H398 H8804 niet gegeten H6944 in de heilige H4725 plaats H6944 ? Want het is een heiligheid H6944 der heiligheden H5414 H8804 , en Hij heeft u dat gegeven H5771 , opdat gij de ongerechtigheid H5712 der vergadering H5375 H8800 zoudt dragen H3722 H8763 , om over die verzoening te doen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  18 H2005 Ziet H1818 , deszelfs bloed H6441 is niet binnen H6944 in het heiligdom H935 H8717 gedragen H398 H8800 ; gij moest dat ganselijk H398 H8799 gegeten hebben H6944 in het heiligdom H6680 H8765 , gelijk als ik geboden heb.
  19 H1696 H8762 Toen sprak H175 Aaron H4872 tot Mozes H3117 : Zie, heden H2403 hebben zij hun zondoffer H5930 en hun brandoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7126 H8689 geofferd H7122 H8799 , en zulke dingen zijn mij wedervaren H3117 ; en had ik heden H2403 het zondoffer H398 H8804 gegeten H3190 H8799 , zou dat goed geweest zijn H5869 in de ogen H3068 des HEEREN?
  20 H4872 Als Mozes H8085 H8799 dit hoorde H3190 H8799 , zo was het goed H5869 in zijn ogen.