DSV_Strongs(i)
1
H1121
En de zonen
H175
van Aaron
H5070
, Nadab
H30
en Abihu
H3947 H8799
, namen
H376
een ieder
H4289
zijn wierookvat
H5414 H8799
, en deden
H784
vuur
H2004
daarin
H7760 H8799
, en leiden
H7004
reukwerk
H7126 H8686
daarop, en brachten
H2114 H8801
vreemd
H784
vuur
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6680 H8765
, hetwelk hij hen niet geboden had.
2
H3318 H0
Toen ging
H784
een vuur
H3318 H8799
uit
H3068
van het aangezicht des HEEREN
H398 H8799
, en verteerde
H4191 H8799
hen; en zij stierven
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
3
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H175
tot Aaron
H3068
: Dat is het, wat de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H559 H8800
, zeggende
H7138
: In degenen, die tot Mij naderen
H6942 H8735
, zal Ik geheiligd worden
H6440
, en voor het aangezicht
H5971
van al het volk
H3513 H8735
zal Ik verheerlijkt worden
H175
. Doch Aaron
H1826 H8799
zweeg stil.
4
H4872
En Mozes
H7121 H8799
riep
H4332
Misael
H469
en Elzafan
H1121
, de zonen
H5816
van Uzziel
H1730
, den oom
H175
van Aaron
H559 H8799
, en zeide
H7126 H8798
tot hen: Treedt toe
H5375 H8798
, draagt
H251
uw broederen
H6440
weg, van voor
H6944
het heiligdom
H2351
tot buiten
H4264
het leger.
5
H7126 H8799
Toen traden zij toe
H5375 H8799
, en droegen
H3801
hen, in hun rokken
H2351
, tot buiten
H4264
het leger
H4872
, gelijk als Mozes
H1696 H8765
gesproken had.
6
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H175
tot Aaron
H499
, en tot Eleazar
H385
, en tot Ithamar
H1121
, zijn zonen
H7218
: Gij zult uw hoofden
H6544 H8799
niet ontbloten
H899
, noch uw klederen
H6533 H8799
verscheuren
H4191 H8799
, opdat gij niet sterft
H7107 H8799
, en grote toorn
H5712
over de ganse vergadering
H251
kome; maar uw broederen
H1004
, het ganse huis
H3478
van Israel
H8316
, zullen dezen brand
H3068
, dien de HEERE
H8313 H8804
aan gestoken heeft
H1058 H8799
, bewenen.
7
H6607
Gij zult ook uit de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H3318 H8799
niet uitgaan
H4191 H8799
, opdat gij niet sterft
H4888 H8081
; want de zalfolie
H3068
des HEEREN
H6213 H8799
is op u. En zij deden
H1697
naar het woord
H4872
van Mozes.
9
H3196
Wijn
H7941
en sterken drank
H8354 H8799
zult gij niet drinken
H1121
, gij, noch uw zonen
H935 H8800
met u, als gij gaan zult
H168
in de tent
H4150
der samenkomst
H4191 H8799
, opdat gij niet sterft
H5769
; het zij een eeuwige
H2708
inzetting
H1755
onder uw geslachten;
10
H914 H8687
En om onderscheid te maken
H6944
tussen het heilige
H2455
en tussen het onheilige
H2931
, en tussen het onreine
H2889
en tussen het reine;
11
H1121
En om den kinderen
H3478
Israels
H3384 H8687
te leren
H2706
al de inzettingen
H3068
, die de HEERE
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H1696 H8765
tot hen gesproken heeft.
12
H4872
En Mozes
H1696 H8762
sprak
H175
tot Aaron
H499
, en tot Eleazar
H385
, en tot Ithamar
H3498 H8737
, zijn overgebleven
H1121
zonen
H3947 H8798
: Neemt
H4503
het spijsoffer
H801
, dat van de vuurofferen
H3068
des HEEREN
H3498 H8737
overgebleven is
H398 H8798
, en eet
H4682
hetzelve ongezuurd
H681
bij
H4196
het altaar
H6944
; want het is een heiligheid
H6944
der heiligheden.
13
H398 H8804
Daarom zult gij dat eten
H6918
in de heilige
H4725
plaats
H2706
, dewijl het uw bescheiden deel
H2706
en het bescheiden deel
H1121
uwer zonen
H3068
uit des HEEREN
H801
vuurofferen
H6680 H8795
is; want alzo is mij geboden.
14
H8573 H2373
Ook de beweegborst
H8641 H7785
en den hefschouder
H2889
zult gij in een reine
H4725
plaats
H398 H8799
eten
H1121
, gij, en uw zonen
H1323
, en uw dochteren
H2706
met u; want tot uw bescheiden deel
H1121
, en uwer zonen
H2706
bescheiden deel
H2077 H8002
, zijn zij uit de dankofferen
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H5414 H8738
gegeven.
15
H8641 H7785
Den hefschouder
H8573 H2373
en de beweegborst
H801
zullen zij nevens de vuurofferen
H2459
des vets
H935 H8686
toebrengen
H8573
, om ten beweegoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H5130 H8687
te bewegen
H1121
; hetwelk, voor u en uw zonen
H5769
met u, tot een eeuwige
H2706
inzetting
H3068
zijn zal, gelijk als de HEERE
H6680 H8765
geboden heeft.
16
H4872
En Mozes
H1875 H8804
zocht
H1875 H8800
zeer naarstiglijk
H8163
den bok
H2403
des zondoffers
H8313 H8795
; en ziet, hij was verbrand
H499
. Dies was hij op Eleazar
H385
en op Ithamar
H3498 H8737
, de overgebleven
H1121
zonen
H175
van Aaron
H7107 H8799
, zeer toornig
H559 H8800
, zeggende:
17
H2403
Waarom hebt gij dat zondoffer
H398 H8804
niet gegeten
H6944
in de heilige
H4725
plaats
H6944
? Want het is een heiligheid
H6944
der heiligheden
H5414 H8804
, en Hij heeft u dat gegeven
H5771
, opdat gij de ongerechtigheid
H5712
der vergadering
H5375 H8800
zoudt dragen
H3722 H8763
, om over die verzoening te doen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
18
H2005
Ziet
H1818
, deszelfs bloed
H6441
is niet binnen
H6944
in het heiligdom
H935 H8717
gedragen
H398 H8800
; gij moest dat ganselijk
H398 H8799
gegeten hebben
H6944
in het heiligdom
H6680 H8765
, gelijk als ik geboden heb.
19
H1696 H8762
Toen sprak
H175
Aaron
H4872
tot Mozes
H3117
: Zie, heden
H2403
hebben zij hun zondoffer
H5930
en hun brandoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7126 H8689
geofferd
H7122 H8799
, en zulke dingen zijn mij wedervaren
H3117
; en had ik heden
H2403
het zondoffer
H398 H8804
gegeten
H3190 H8799
, zou dat goed geweest zijn
H5869
in de ogen
H3068
des HEEREN?