DSV_Strongs(i)
1
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H3254 H8686
voeren voort
H6213 H8800
te doen
H7451
, dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H5414 H8799
; zo gaf
H3068
de HEERE
H3027
hen in de hand
H6430
der Filistijnen
H705
veertig
H8141
jaren.
2
H1961 H8799
En er was
H259
een
H376
man
H4480
van
H6881
Zora
H4480
, uit
H4940
het geslacht
H1839
van een Daniet
H8034
, wiens naam
H4495
was Manoach
H802
; en zijn huisvrouw
H6135
was onvruchtbaar
H3205 H8804
en baarde
H3808
niet.
3
H4397
En een Engel
H3068
des HEEREN
H7200 H8735
verscheen
H413
aan
H802
deze vrouw
H559 H8799
, en Hij zeide
H413
tot
H2009
haar: Zie
H4994
nu
H859
, gij
H6135
zijt onvruchtbaar
H3808
, en hebt niet
H3205 H8804
gebaard
H2029 H8804
; maar gij zult zwanger worden
H1121
, en een zoon
H3205 H8804
baren.
4
H8104 H8734
Zo wacht u
H4994
toch
H6258
nu
H8354 H8799
, en drink
H408
geen
H3196
wijn
H7941
noch sterken drank
H398 H8799
, en eet
H408 H3605
niets
H2931
onreins.
5
H3588
want
H2009
zie
H2030
, gij zult zwanger worden
H1121
, en een zoon
H3205 H8802
baren
H5921
, op
H7218
wiens hoofd
H3808
geen
H4177
scheermes
H5927 H8799
zal komen
H3588
; want
H5288
dat knechtje
H5139
zal een Nazireer
H430
Gods
H1961 H8799
zijn
H4480
, van
H990
[moeders] buik
H1931
af; en hij
H2490 H8686
zal beginnen
H3478
Israel
H3467 H8687
te verlossen
H4480
uit
H6430
der Filistijnen
H3027
hand.
6
H935 H8799
Toen kwam
H802
deze vrouw
H559 H8799
in, en sprak
H376
tot haar man
H559 H8800
, zeggende
H935 H8804
: Er kwam
H376
een Man
H430
Gods
H413
tot
H4758
mij, Wiens aangezicht
H4758
was als het aangezicht
H4397
van een Engel
H430
Gods
H3966
, zeer
H3372 H8737
vreselijk
H7592 H8804
; en ik vraagde
H3808
Hem niet
H4480
, van
H335 H2088
waar
H1931
Hij
H8034
was, en Zijn naam
H3808
gaf Hij mij niet
H5046 H8689
te kennen.
7
H559 H8799
Maar Hij zeide
H2009
tot mij: Zie
H2030
, gij zult zwanger worden
H1121
, en een zoon
H3205 H8802
baren
H8354 H8799
; zo drink
H6258
nu
H408
geen
H3196
wijn
H7941
noch sterken drank
H398 H8799
, en eet
H408 H3605
niets
H2932
onreins
H3588
; want
H5288
dat knechtje
H5139
zal een Nazireer
H430
Gods
H1961 H8799
zijn
H4480
, van
H990
[moeders] buik
H5704
af tot op
H3117
den dag
H4194
zijns doods.
8
H6279 H0
Toen aanbad
H4495
Manoach
H413
den
H3068
HEERE
H6279 H8799
vuriglijk
H559 H8799
, en zeide
H994
: Och
H136
, HEERE
H4994
! dat toch
H376
de Man
H430
Gods
H834
, Dien
H7971 H8804
Gij gezonden hebt
H5750
, weder
H413
tot
H935 H8799
ons kome
H3384 H8686
, en ons lere
H4100
, wat
H5288
we dat knechtje
H6213 H8799
doen zullen
H3205 H8795
, dat geboren zal worden.
9
H430
En God
H8085 H8799
verhoorde
H6963
de stem
H4495
van Manoach
H4397
; en de Engel
H430
Gods
H935 H8799
kwam
H5750
wederom
H413
tot
H802
de vrouw
H1931
. Zij
H3427 H8802
nu zat
H7704
in het veld
H376
, doch haar man
H4495
Manoach
H369
was niet
H5973
bij haar.
10
H4116 H8762
Zo haastte
H802
de vrouw
H7323 H8799
, en liep
H376
, en gaf het haar man
H5046 H8686
te kennen
H559 H8799
; en zij zeide
H413
tot
H2009
hem: Zie
H376
, die Man
H413
is mij
H7200 H8738
verschenen
H834
, Welke
H3117
op dien dag
H413
tot
H935 H8804
mij kwam.
11
H6965 H0
Toen stond
H4495
Manoach
H6965 H8799
op
H3212 H8799
, en ging
H802
zijn huisvrouw
H310
na
H935 H8799
; en hij kwam
H413
tot
H376
dien Man
H559 H8799
, en zeide
H859
tot Hem: Zijt gij
H376
die Man
H834
, Dewelke
H413
tot
H802
deze vrouw
H1696 H8765
gesproken hebt
H559 H8799
? En Hij zeide
H589
: Ik ben het.
12
H559 H8799
Toen zeide
H4495
Manoach
H6258
: Nu
H1697
, dat Uw woorden
H935 H8799
komen
H4100
; [maar] wat
H5288
zal des knechtjes
H4941
wijze
H4639
en zijn werk
H1961 H8799
zijn?
13
H4397
En de Engel
H3068
des HEEREN
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4495
Manoach
H4480
: Van
H3605
alles
H834
, wat
H413
Ik tot
H802
de vrouw
H559 H8804
gezegd heb
H8104 H8735
, zal zij zich wachten.
14
H3808
Zij zal niet
H398 H8799
eten
H4480
van
H3605
iets
H834
, dat
H4480
van
H1612
den wijnstok
H3318 H8799
des wijns voortkomt
H3196
; en wijn
H7941
en sterken drank
H3808
zal zij niet
H8354 H8799
drinken
H408
, noch
H3605
iets
H2932
onreins
H398 H8799
eten
H3605
; al
H834
wat
H6680 H8765
Ik haar geboden heb
H8104 H8799
, zal zij onderhouden.
15
H559 H8799
Toen zeide
H4495
Manoach
H413
tot
H4397
den Engel
H3068
des HEEREN
H853
: Laat ons U
H4994
toch
H6113 H8799
ophouden
H1423 H5795
, en een geitenbokje
H6440
voor Uw aangezicht
H6213 H8799
bereiden.
16
H4397
Maar de Engel
H3068
des HEEREN
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4495
Manoach
H518
: Indien
H6113 H8799
gij Mij zult ophouden
H3899
, Ik zal van uw brood
H3808
niet
H398 H8799
eten
H518
; en indien
H5930
gij een brandoffer
H6213 H8799
zult doen
H3068
, dat zult gij den HEERE
H5927 H8686
offeren
H3588
. Want
H4495
Manoach
H3045 H8804
wist
H3808
niet
H3588
, dat
H1931
het
H4397
een Engel
H3068
des HEEREN was.
17
H4495
En Manoach
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4397
den Engel
H3068
des HEEREN
H4310
: Wat
H8034
is Uw naam
H3513 H8765
, opdat wij U vereren
H3588
, wanneer
H1697
Uw woord
H935 H8799
zal komen.
18
H4397
En de Engel
H3068
des HEEREN
H559 H8799
zeide
H4100 H2088
tot hem: Waarom
H7592 H8799
vraagt gij
H8034
dus naar Mijn naam
H1931
? Die
H6383 H8675 H6383
is toch Wonderlijk.
19
H3947 H8799
Toen nam
H4495
Manoach
H1423 H5795
een geitenbokje
H4503
, en het spijsoffer
H5927 H8799
, en offerde
H5921
het op
H6697
den rotssteen
H3068
, den HEERE
H6213 H8800
. En Hij handelde
H6381 H8688
wonderlijk
H4495
in [Zijn] doen; en Manoach
H802
en zijn huisvrouw
H7200 H8802
zagen toe.
20
H1961 H8799
En het geschiedde
H3851
, als de vlam
H4480 H5921
van
H4196
het altaar
H5927 H8800
opvoer
H8064
naar den hemel
H5927 H0
, zo voer
H4397
de Engel
H3068
des HEEREN
H5927 H8799
op
H3851
in de vlam
H4196
des altaars
H4495
. Als Manoach
H802
en zijn huisvrouw
H7200 H8802
[dat] zagen
H5307 H8799
, zo vielen zij
H5921
op
H6440
hun aangezichten
H776
ter aarde.
21
H4397
En de Engel
H3068
des HEEREN
H7200 H8736
verscheen
H3808 H5750
niet
H3254 H8804
meer
H413
aan
H4495
Manoach
H413
, en aan
H802
zijn huisvrouw
H227
. Toen
H3045 H8804
bekende
H4495
Manoach
H3588
, dat
H1931
het
H4397
een Engel
H3068
des HEEREN was.
22
H4495
En Manoach
H559 H8799
zeide
H413
tot
H802
zijn huisvrouw
H4191 H8800
: Wij zullen zekerlijk
H4191 H8799
sterven
H3588
, omdat
H430
wij God
H7200 H8804
gezien hebben.
23
H802
Maar zijn huisvrouw
H559 H8799
zeide
H3863
tot hem: Zo
H3068
de HEERE
H2654 H8804
lust had
H4191 H8687
ons te doden
H5930
, Hij had het brandoffer
H4503
en spijsoffer
H4480
van
H3027
onze hand
H3808
niet
H3947 H8804
aangenomen
H3808
, noch
H428
ons dit
H3605
alles
H7200 H8689
getoond
H3808
, noch
H6256
ons om dezen tijd
H8085 H8689
laten horen
H2063
, [zulks] als dit is.