Joshua 22:21-31

DSV_Strongs(i)
  21 H6030 H8799 Toen antwoordden H1121 de kinderen H7205 van Ruben H1121 , en de kinderen H1410 van Gad H2677 , en de halve H7626 stam H4519 van Manasse H1696 H8762 , en zij spraken H7218 met de hoofden H505 der duizenden H3478 van Israel:
  22 H410 De God H430 der goden H3068 , de HEERE H410 , de God H430 der goden H3068 , de HEERE H1931 , Die H3045 H8802 weet H3478 het; Israel H1931 zelf H3045 H8799 zal het ook weten H518 ! H4777 Is het door wederspannigheid H518 , of H4604 is het door overtreding H3068 tegen den HEERE H3467 H8686 , zo behoudt H3117 H2088 ons heden H408 niet;
  23 H4196 Dat wij ons een altaar H1129 H8800 zouden gebouwd hebben H4480 , om ons van H310 achter H3068 den HEERE H7725 H8800 af te keren H518 , of H5930 om brandoffer H4503 en spijsoffer H5921 daarop H5927 H8687 te offeren H518 , of H8002 H2077 om dankoffer H5921 daarop H6213 H8800 te doen H1245 H8762 , zo eise H3068 H1931 het de HEERE.
  24 H518 En zo H2063 wij dit H3808 niet H4480 uit H1674 zorg H1697 vanwege [deze] zaak H6213 H8804 gedaan hebben H559 H8800 , zeggende H4279 : Morgen H1121 mochten uw kinderen H1121 tot onze kinderen H559 H8799 spreken H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H3068 hebt gij met den HEERE H430 , den God H3478 van Israel, te doen?
  25 H3068 De HEERE H3383 heeft immers de Jordaan H1366 tot landpale H5414 H8804 gezet H996 tussen H996 ons en tussen H1121 ulieden, gij, kinderen H7205 van Ruben H1121 , en gij, kinderen H1410 van Gad H369 ! gij hebt geen H2506 deel H3068 aan den HEERE H1121 . Zo mochten uw kinderen H1121 onze kinderen H7673 H8689 doen ophouden H3068 , dat zij den HEERE H1115 niet H3372 H8800 vreesden.
  26 H559 H8799 Daarom zeiden wij H4994 : Laat ons toch H6213 H8799 voor ons maken H1129 H8800 , bouwende H4196 een altaar H3808 , niet H5930 ten brandoffer H3808 , noch H2077 ten offer.
  27 H3588 Maar H1931 dat het H5707 een getuige H996 zij tussen H996 ons en tussen H996 ulieden, en tussen H1755 onze geslachten H310 na H5656 ons, opdat wij den dienst H3068 des HEEREN H6440 voor Zijn aangezicht H5647 H8800 dienen mochten H5930 met onze brandofferen H2077 , en met onze slachtofferen H8002 , en met onze dankofferen H1121 ; en dat uw kinderen H1121 tot onze kinderen H4279 morgen H3808 niet H559 H8799 zeggen H369 : Gijlieden hebt geen H2506 deel H3068 aan den HEERE.
  28 H559 H8799 Daarom zeiden wij H1961 H8804 : Wanneer het geschiedt H3588 , dat H4279 zij morgen H413 [alzo] tot H413 ons en tot H1755 onze geslachten H559 H8799 zeggen zullen H559 H8804 ; zo zullen wij zeggen H7200 H8798 : Ziet H8403 de gedaante H4196 van het altaar H3068 des HEEREN H834 , hetwelk H1 onze vaderen H6213 H8804 gemaakt hebben H3808 , niet H5930 ten brandoffer H3808 , noch H2077 ten offer H3588 ; maar H1931 het H5707 is een getuige H996 tussen H996 ons en tussen ulieden.
  29 H2486 Het zij verre H4480 van H4775 H8800 ons, dat wij zouden wederspannig zijn H3068 tegen den HEERE H3117 , of dat wij te dezen dage H4480 ons van H310 achter H3068 den HEERE H7725 H8800 afkeren zouden H1129 H8800 , bouwende H4196 een altaar H5930 ten brandoffer H4503 , ten spijsoffer H2077 , of ten slachtoffer H4480 H909 , behalve H4196 het altaar H3068 van den HEERE H430 , onzen God H834 , dat H6440 voor H4908 Zijn tabernakel is.
  30 H3548 Toen de priester H6372 Pinehas H5387 , en de oversten H5712 der vergadering H7218 , en de hoofden H505 der duizenden H3478 van Israel H834 , die H854 bij H1697 hem waren, de woorden H8085 H8799 hoorden H834 , die H1121 de kinderen H7205 van Ruben H1121 , en de kinderen H1410 van Gad H1121 , en de kinderen H4519 van Manasse H1696 H8765 gesproken hadden H3190 H8799 , zo was het goed H5869 in hun ogen.
  31 H6372 En Pinehas H1121 , de zoon H3548 van den priester H499 Eleazar H559 H8799 , zeide H413 tot H1121 de kinderen H7205 van Ruben H413 , en tot H1121 de kinderen H1410 van Gad H413 , en tot H1121 de kinderen H4519 van Manasse H3117 : Heden H3045 H8804 weten wij H3588 , dat H3068 de HEERE H8432 in het midden H834 van ons is, dewijl H2088 gij deze H4604 overtreding H3068 tegen den HEERE H3808 niet H4603 H8804 begaan hebt H227 ; toen H1121 hebt gijlieden de kinderen H3478 Israels H5337 H8689 verlost H4480 uit H3027 de hand H3068 des HEEREN.