DSV_Strongs(i)
2
H3045 H8804
Ik weet
H3588
, dat
H3605
Gij alles
H3201 H8799
vermoogt
H3808
, en dat geen
H4480
van
H4209
Uw gedachten
H1219 H8735
kan afgesneden worden.
3
H4310
Wie
H2088
is hij
H6098
, [zegt] [Gij], die den raad
H5956 H8688
verbergt
H1097
zonder
H1847
wetenschap
H3651
? Zo
H5046 H8689
heb ik dan verhaald
H3808
, hetgeen ik niet
H995 H8799
verstond
H4480
, dingen, die voor
H6381 H8737
mij te wonderbaar waren
H3808
, die ik niet
H3045 H8799
wist.
4
H8085 H8798
Hoor
H4994
toch
H595
, en ik
H1696 H8762
zal spreken
H7592 H8799
; ik zal U vragen
H3045 H8685
, en onderricht Gij mij.
5
H8088
Met het gehoor
H241
des oors
H8085 H8804
heb ik U gehoord
H6258
; maar nu
H7200 H8804
ziet
H5869
U mijn oog.
6
H5921 H3651
Daarom
H3988 H8799
verfoei ik
H5162 H8738
[mij], en ik heb berouw
H5921
in
H6083
stof
H665
en as.
7
H1961 H8799
Het geschiedde
H310
nu, nadat
H3068
de HEERE
H428
die
H1697
woorden
H413
tot
H347
Job
H1696 H8765
gesproken had
H3068
, dat de HEERE
H413
tot
H464
Elifaz
H8489
, den Themaniet
H559 H8799
, zeide
H639
: Mijn toorn
H2734 H8804
is ontstoken
H8147
tegen u, en tegen uw twee
H7453
vrienden
H3588
, want
H3808
gijlieden hebt niet
H3559 H8737
recht
H413
van
H1696 H8765
Mij gesproken
H5650
, gelijk Mijn knecht
H347
Job.
8
H3947 H8798
Daarom neemt
H6258
nu
H7651
voor ulieden zeven
H6499
varren
H7651
en zeven
H352
rammen
H3212 H8798
, en gaat henen
H413
tot
H5650
Mijn knecht
H347
Job
H5927 H8689
, en offert
H5930
brandoffer
H1157
voor
H5650
ulieden, en laat Mijn knecht
H347
Job
H5921
voor
H6419 H8691
ulieden bidden
H3588
; want
H518
zekerlijk
H6440
, Ik zal zijn aangezicht
H5375 H8799
aannemen
H1115 H0
, opdat
H5973
Ik aan
H1115
ulieden niet
H6213 H8800
doe
H5039
naar uw dwaasheid
H3588
; want
H3808
gijlieden hebt niet
H3559 H8737
recht
H413
van
H1696 H8765
Mij gesproken
H5650
, gelijk Mijn knecht
H347
Job.
9
H3212 H0
Toen gingen
H464
Elifaz
H8489
, de Themaniet
H1085
, en Bildad
H7747
, de Suhiet
H6691
, [en] Zofar
H5284
, de Naamathiet
H3212 H8799
, henen
H6213 H8799
, en deden
H834
, gelijk als
H3068
de HEERE
H413
tot
H1696 H8765
hen gesproken had
H3068
; en de HEERE
H5375 H0
nam
H6440
het aangezicht
H347
van Job
H5375 H8799
aan.
10
H3068
En de HEERE
H7725 H8804
wendde
H7622 H8675 H7622
de gevangenis
H347
van Job
H6419 H8692
, toen hij gebeden had
H1157
voor
H7453
zijn vrienden
H3068
; en de HEERE
H3254 H8686
vermeerderde
H3605
al
H834
hetgeen
H347
Job
H4932
gehad had tot dubbel zoveel.
11
H935 H8799
Ook kwamen
H413
tot
H3605
hem al
H251
zijn broeders
H3605
, en al
H269
zijn zusters
H3605
, en allen
H6440
, die hem te voren
H3045 H8802
gekend hadden
H398 H8799
, en aten
H3899
brood
H5973
met
H1004
hem in zijn huis
H5110 H8799
, en beklaagden
H5162 H8762
hem, en vertroostten
H853
hem
H5921
over
H3605
al
H7451
het kwaad
H834
, dat
H3068
de HEERE
H5921
over
H935 H8689
hem gebracht had
H5414 H8799
; en zij gaven
H376
hem een iegelijk
H259
een
H7192
stuk gelds
H376
, een iegelijk
H2091
ook een gouden
H5141
voorhoofdsiersel.
12
H3068
En de HEERE
H1288 H8765
zegende
H347
Jobs
H319
laatste
H4480
meer dan
H7225
zijn eerste
H1961 H8799
; want hij had
H702 H6240
veertien
H505
duizend
H6629
schapen
H8337
, en zes
H505
duizend
H1581
kemelen
H505
, en duizend
H6776
juk
H1241
runderen
H505
, en duizend
H860
ezelinnen.
14
H7121 H8799
En hij noemde
H8034
den naam
H259
der eerste
H3224
Jemima
H8034
, en den naam
H8145
der tweede
H7103
Kezia
H8034
, en den naam
H7992
der derde
H7163
Keren-happuch.
15
H3303
En er werden zo schone
H802
vrouwen
H3808
niet
H4672 H8738
gevonden
H3605
in het ganse
H776
land
H1323
, als de dochteren
H347
van Job
H1
; en haar vader
H5414 H8799
gaf
H5159
haar erfdeel
H8432
onder
H251
haar broederen.