Job 24

DSV_Strongs(i)
  1 H4069 Waarom H4480 zouden van H7706 den Almachtige H6256 de tijden H3808 niet H6845 H8738 verborgen zijn H3045 H8802 , dewijl zij, die Hem kennen H3117 , Zijn dagen H3808 niet H2372 H8804 zien?
  2 H5381 H8686 Zij tasten H1367 de landpalen H5739 aan; de kudden H1497 H8804 roven zij H7462 H8799 , en weiden ze.
  3 H2543 Den ezel H3490 der wezen H5090 H8799 drijven zij weg H7794 ; den os H490 ener weduwe H2254 H8799 nemen zij te pand.
  4 H5186 H0 Zij doen H34 de nooddruftigen H5186 H8686 wijken H4480 van H1870 den weg H3162 ; te zamen H2244 H8795 versteken zich H6041 H8675 H6035 de ellendigen H776 des lands.
  5 H2005 Ziet H6501 , zij zijn woudezels H4057 in de woestijn H3318 H8804 ; zij gaan uit H6467 tot hun werk H7836 H8764 , makende zich vroeg op H2964 ten roof H6160 ; het vlakke veld H3899 is hem tot spijs H5288 , [en] den jongeren.
  6 H7704 Op het veld H7114 H8799 H8675 H7114 H8686 maaien zij H1098 zijn voeder H3754 , en den wijnberg H7563 des goddelozen H3953 H8762 lezen zij af.
  7 H6174 Den naakten H3885 H8686 laten zij vernachten H4480 H1097 zonder H3830 kleding H369 , die geen H3682 deksel H7135 [heeft] tegen de koude.
  8 H4480 Van H2230 den stroom H2022 der bergen H7372 H8799 worden zij nat H4480 H1097 , en zonder H4268 toevlucht H2263 H8765 zijnde, omhelzen zij H6697 de steenrotsen.
  9 H1497 H8799 Zij rukken H3490 het weesje H4480 van H7699 de borst H5921 , en [dat] over H6041 den arme H2254 H8799 is, nemen zij te pand.
  10 H6174 Den naakte H1980 H8765 doen zij weggaan H1097 zonder H3830 kleed H7457 , en hongerig H6016 , [die] garven H5375 H8804 dragen.
  11 H996 Tussen H7791 hun muren H6671 H8686 persen zij olie uit H1869 H8804 , treden H3342 de wijnpersen H6770 H8799 , en zijn dorstig.
  12 H4480 Uit H5892 de stad H5008 H8799 zuchten H4962 de lieden H5315 , en de ziel H2491 der verwonden H7768 H8762 schreeuwt uit H7760 H8799 ; nochtans beschikt H433 God H3808 niets H8604 ongerijmds.
  13 H1992 Zij H4775 H8802 zijn onder de wederstrevers H216 des lichts H5234 H8689 ; zij kennen H1870 Zijn wegen H3808 niet H3427 H8804 , en zij blijven H3808 niet H5410 op Zijn paden.
  14 H216 Met het licht H6965 H0 staat H7523 H8802 de moorder H6965 H8799 op H6991 H8799 , doodt H6041 den arme H34 en den nooddruftige H3915 ; en des nachts H1961 H8799 is hij H1590 als een dief.
  15 H8104 H0 Ook neemt H5869 het oog H5003 H8802 des overspelers H5399 de schemering H8104 H8804 waar H559 H8800 , zeggende H3808 : Geen H5869 oog H7789 H8799 zal mij zien H7760 H8799 ; en hij legt H5643 een deksel H6440 op het aangezicht.
  16 H2822 In de duisternis H2864 H8804 doorgraaft hij H1004 de huizen H3926 , [die] zij zich H3119 des daags H2856 H8765 afgetekend hadden H3045 H8804 ; zij kennen H216 het licht H3808 niet.
  17 H3588 Want H1242 de morgenstond H3926 is hun H3162 te zamen H6757 de schaduw des doods H3588 ; als H5234 H8686 men hen kent H1091 , zijn zij [in] de strikken H6757 van des doods schaduw.
  18 H1931 Hij H7031 is licht H5921 op H6440 het vlakke H4325 der wateren H7043 H8792 ; vervloekt is H2513 hun deel H776 op de aarde H6437 H8799 ; hij wendt zich H3808 niet H1870 tot den weg H3754 der wijngaarden.
  19 H6723 De droogte H1571 mitsgaders H2527 de hitte H1497 H0 nemen H7950 H4325 de sneeuwwateren H1497 H8799 weg H7585 ; [alzo] het graf H2398 H8804 [dergenen], [die] gezondigd hebben.
  20 H7358 De baarmoeder H7911 H8799 vergeet H7415 hem, het gewormte H4988 H8804 is hem zoet H3808 , zijns wordt niet H5750 meer H2142 H8735 gedacht H5766 ; en het onrecht H7665 H8735 wordt gebroken H6086 als een hout.
  21 H6135 De onvruchtbare H3808 , [die] niet H3205 H8799 baart H7462 H8802 , teert hij af H490 , en aan de weduwe H3190 H0 doet H3808 hij niets H3190 H8686 goeds.
  22 H4900 H8804 Ook trekt hij H47 de machtigen H3581 door zijn kracht H6965 H8799 ; staat hij op H2416 , zo is men des levens H3808 niet H539 H8686 zeker.
  23 H5414 H8799 Stelt hem H983 [God] in gerustigheid H8172 H8735 , zo steunt hij H5869 daarop; nochtans zijn Zijn ogen H5921 op H1870 hun wegen.
  24 H4592 Zij zijn een weinig H7426 H8804 [tijds] verheven H369 , daarna is er niemand H4355 H8717 van hen; zij worden nedergedrukt H3605 ; gelijk alle H7092 H8735 [anderen] worden zij besloten H7218 ; en gelijk de top H7641 ener aar H5243 H8799 worden zij afgesneden.
  25 H518 Indien H645 het nu zo H3808 niet H4310 is, wie H3576 H8686 zal mij leugenachtig H7760 H8799 maken H4405 , en mijn rede H408 tot niet H7760 H8799 brengen?