DSV_Strongs(i)
1
H3068
Voorts geschiedde des HEEREN
H1697
woord
H8145
ten tweeden
H3414
male tot Jeremia
H2691
, als hij nog in het voorhof
H4307
der bewaring
H6113 H8803
was opgesloten
H559 H8800
, zeggende:
2
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6213 H8802
, Die het doet
H3068
, de HEERE
H3335 H8802
, Die dat formeert
H3559 H8687
, opdat Hij het bevestige
H3068
, HEERE
H8034
is Zijn Naam;
3
H7121 H8798
Roep
H6030 H8799
tot Mij, en Ik zal u antwoorden
H5046 H8686
, en Ik zal u bekend maken
H1419
grote
H1219 H8803
en vaste dingen
H3045 H8804
, die gij niet weet.
4
H559 H8804
Want zo zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H1004
, van de huizen
H5892
dezer stad
H1004
, en van de huizen
H4428
der koningen
H3063
van Juda
H5550
, die door de wallen
H2719
en door het zwaard
H5422 H8803
zijn afgebroken:
5
H935 H8802
Er zijn er [wel] ingekomen
H3898 H8736
, om te strijden
H3778
tegen de Chaldeen
H4390 H8763
, maar het is om die te vullen
H6297
met dode lichamen
H120
van mensen
H5221 H8689
, die Ik verslagen heb
H639
in Mijn toorn
H2534
en in Mijn grimmigheid
H6440
; en omdat Ik Mijn aangezicht
H5892
van deze stad
H5641 H8689
verborgen heb
H7451
, om al hunlieder boosheid.
6
H724
Zie, Ik zal haar de gezondheid
H4832
en de genezing
H5927 H8688
doen rijzen
H7495 H8804
, en zal henlieden genezen
H1540 H8765
, en zal hun openbaren
H6283
overvloed
H7965
van vrede
H571
en waarheid.
7
H7622
En Ik zal de gevangenis
H3063
van Juda
H7622
en de gevangenis
H3478
van Israel
H7725 H8689
wenden
H1129 H8804
, en zal ze bouwen
H7223
als in het eerste.
8
H2891 H8765
En Ik zal hen reinigen
H5771
van al hun ongerechtigheid
H2398 H8804
, [met] dewelke zij tegen Mij gezondigd hebben
H5545 H8804
; en Ik zal vergeven
H5771
al hun ongerechtigheden
H2398 H8804
, [met] dewelke zij tegen Mij gezondigd
H6586 H8804
en [met] dewelke zij tegen Mij overtreden hebben.
9
H8342
En het zal Mij zijn tot een vrolijken
H8034
naam
H8416
, tot een roem
H8597
, en tot een sieraad
H1471
bij alle heidenen
H776
der aarde
H2896
; die al het goede
H8085 H8799
zullen horen
H6213 H8802
, dat Ik hun doe
H6342 H8804
; en zij zullen vrezen
H7264 H8804
en beroerd zijn
H2896
over al het goede
H7965
, en over al den vrede
H6213 H8802
, dien Ik hun beschikke.
10
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H4725
: In deze plaats
H559 H8802
(waarvan gij zegt
H2720
: Zij is woest
H120
, dat er geen mens
H929
en geen beest
H5892
in is), in de steden
H3063
van Juda
H2351
, en op de straten
H3389
van Jeruzalem
H8074 H8737
, die [zo] verwoest zijn
H120
, dat er geen mens
H3427 H8802
, en geen inwoner
H929
, en geen beest
H8085 H8735
in is, zal wederom gehoord worden,
11
H6963
De stem
H8342
der vrolijkheid
H6963
en de stem
H8057
der blijdschap
H6963
, de stem
H2860
des bruidegoms
H6963
en de stem
H3618
der bruid
H6963
, de stem
H559 H8802
dergenen, die zeggen
H3034 H8685
: Looft
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H3068
, want de HEERE
H2896
is goed
H2617
, want Zijn goedertierenheid
H5769
is in eeuwigheid
H8426
! [de] [stem] dergenen, die lof
H935 H8688
aanbrengen
H1004
ten huize
H3068
des HEEREN
H7622
; want Ik zal de gevangenis
H776
des lands
H7725 H8686
wenden
H7223
, als in het eerste
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE.
12
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H4725
: In deze plaats
H2720
, die [zo] woest
H120
is, dat er geen mens
H929
, zelfs tot het vee
H5892
toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden
H5116
, zullen wederom woningen
H7462 H8802
zijn van herderen
H6629
, die de kudden
H7257 H8688
doen legeren.
13
H5892
In de steden
H2022
van het gebergte
H5892
, in de steden
H8219
der laagte
H5892
, en in de steden
H5045
van het zuiden
H776
, en in het land
H1144
van Benjamin
H5439
, en in de plaatsen rondom
H3389
Jeruzalem
H5892
, en in de steden
H3063
van Juda
H6629
, zullen de kudden
H3027
wederom onder de handen
H4487 H8802
des tellers
H5674 H8799
doorgaan
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE.
14
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H2896
, dat Ik het goede
H1697
woord
H6965 H8689
verwekken zal
H1004
, dat Ik tot het huis
H3478
van Israel
H1004
en over het huis
H3063
van Juda
H1696 H8765
gesproken heb.
15
H3117
In die dagen
H6256
, en te dier tijd
H1732
zal Ik David
H6780
een SPRUIT
H6666
der gerechtigheid
H6779 H8686
doen uitspruiten
H4941
; en Hij zal recht
H6666
en gerechtigheid
H6213 H8804
doen
H776
op aarde.
16
H3117
In die dagen
H3063
zal Juda
H3467 H8735
verlost worden
H3389
, en Jeruzalem
H983
zeker
H7931 H8799
wonen
H7121 H8799
; en deze is, die haar roepen zal
H3072
: De HEERE, onze GERECHTIGHEID.
17
H559 H8804
Want zo zegt
H3068
de HEERE
H1732
: Aan David
H3808
zal niet
H3772 H8735
worden afgesneden
H376
een Man
H3678
, Die op den troon
H1004
van het huis
H3478
Israels
H3427 H8802
zitte.
18
H3881
Ook zal den Levietischen
H3548
priesteren
H6440
, van voor Mijn aangezicht
H3772 H8735
, niet worden afgesneden
H376
een Man
H5930
, Die brandoffer
H5927 H8688
offere
H4503
, en spijsoffer
H6999 H8688
aansteke
H2077
, en slachtoffer
H6213 H8802
bereide
H3117
al de dagen.
20
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H1285
: Indien gijlieden Mijn verbond
H3117
van den dag
H1285
; en Mijn verbond
H3915
van den nacht
H6565 H8686
kondt vernietigen
H3119
, zodat dag
H3915
en nacht
H6256
niet zijn op hun tijd;
21
H6565 H8714
Zo zal ook vernietigd kunnen worden
H1285
Mijn verbond
H5650
met Mijn knecht
H1732
David
H1121
, dat hij geen zoon
H3678
hebbe, die op zijn troon
H4427 H8802
regere
H3881
, en met de Levieten
H3548
, de priesteren
H8334 H8764
, Mijn dienaren.
22
H6635
Gelijk het heir
H8064
des hemels
H5608 H8735
niet geteld
H2344
, en het zand
H3220
der zee
H4058 H8735
niet gemeten kan worden
H7235 H8686
, alzo zal Ik vermenigvuldigen
H2233
het zaad
H5650
van Mijn knecht
H1732
David
H3881
, en de Levieten
H8334 H8764
, die Mij dienen.
24
H7200 H8804
Hebt gij niet gezien
H5971
, wat dit volk
H1696 H8765
spreekt
H559 H8800
, zeggende
H8147
: De twee
H4940
geslachten
H3068
, die de HEERE
H977 H8804
verkoren had
H3988 H8799
, die heeft Hij nu verworpen
H5006 H8799
? Ja, zij versmaden
H5971
Mijn volk
H1471
, zodat het geen volk
H6440
meer is voor hun aangezicht.
25
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H1285
: Indien Mijn verbond
H3119
niet is van dag
H3915
en nacht
H2708
; [indien] Ik de ordeningen
H8064
des hemels
H776
en der aarde
H7760 H8804
niet gesteld heb;
26
H1571
Zo zal Ik ook
H2233
het zaad
H3290
van Jakob
H5650
en van Mijn knecht
H1732
David
H3988 H8799
verwerpen
H2233
, dat Ik van zijn zaad
H3947 H8800
niet neme
H4910 H8802
, die daar heerse
H2233
over het zaad
H85
van Abraham
H3446
, Izak
H3290
en Jakob
H7622
; want Ik zal hun gevangenis
H7725 H8686 H8675 H7725 H8799
wenden
H7355 H8765
en Mij hunner ontfermen.