DSV_Strongs(i)
7
H310
En daarna,
H5002 H8803
spreekt
H3068
de HEERE
H6667
, zal Ik Zedekia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5650
, en zijn knechten
H5971
, en het volk
H5892
, en die in deze stad
H7604 H8737
overgebleven zijn
H1698
van de pestilentie
H2719
, van het zwaard
H7458
en van den honger
H5414 H8799
, geven
H3027
in de hand
H5019
van Nebukadnezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H3027
, en in de hand
H341 H8802
hunner vijanden
H3027
, en in de hand
H5315
dergenen, die hun ziel
H1245 H8764
zoeken
H5221 H8689
; en hij zal ze slaan
H6310
met de scherpte
H2719
des zwaards
H2347 H8799
; hij zal ze niet sparen
H2550 H8799
, noch verschonen
H7355 H8762
, noch zich ontfermen.