DSV_Strongs(i)
1
H3039
Nu zal ik mijn Beminde
H7892
een lied
H1730
mijns Liefsten
H7891 H8799
zingen
H3754
van Zijn wijngaard
H3039
; Mijn Beminde
H3754
heeft een wijngaard
H1121 H8081
op een vetten
H7161
heuvel.
2
H5823 H8762
En Hij heeft dien omtuind
H5619 H8762
, en van stenen gezuiverd
H5193 H8799
, en Hij heeft hem beplant
H8321
[met] edele wijnstokken
H8432
; en Hij heeft in deszelfs midden
H4026
een toren
H1129 H8799
gebouwd
H3342
, en ook een wijnbak
H2672 H8804
daarin uitgehouwen
H6960 H8762
; en Hij heeft verwacht
H6025
, dat hij [goede] druiven
H6213 H8800
zou voortbrengen
H891
, maar hij heeft stinkende druiven
H6213 H8799
voortgebracht.
3
H3427 H8802
Nu dan, gij inwoners
H3389
van Jeruzalem
H376
, en gij mannen
H3063
van Juda
H8199 H8798
, oordeelt
H3754
toch tussen Mij en tussen Mijn wijngaard.
4
H6213 H8800
Wat is er meer te doen
H3754
aan Mijn wijngaard
H6213 H8804
, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb
H4069
? Waarom
H6960 H8765
heb Ik verwacht
H6025
, dat hij [goede] druiven
H6213 H8800
voortbrengen zou
H891
, en hij heeft stinkende druiven
H6213 H8799
voortgebracht?
5
H3045 H8686
Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken
H3754
, wat Ik Mijn wijngaard
H6213 H8802
doen zal
H4881
; Ik zal zijn tuin
H5493 H8687
wegnemen
H1197 H8763
, opdat hij zij tot afweiding
H1447
; zijn muur
H6555 H8800
zal Ik verscheuren
H4823
, opdat hij zij tot vertreding.
6
H1326
En Ik zal hem [tot] woestheid
H7896 H8799
maken
H2168 H8735
; hij zal niet besnoeid
H5737 H8735
, noch omgehakt worden
H8068
, maar distelen
H7898
en doornen
H5927 H8804
zullen [daarin] opgaan
H5645
; en Ik zal den wolken
H6680 H8762
gebieden
H4306
, dat zij geen regen
H4305 H8687
daarop regenen.
7
H3754
Want de wijngaard
H3068
van den HEERE
H6635
der heirscharen
H1004
is het huis
H3478
van Israel
H376
, en de mannen
H3063
van Juda
H5194
zijn een plant
H8191
zijner verlustigingen
H6960 H8762
; en Hij heeft gewacht naar
H4941
recht
H4939
, maar ziet, het is schurftheid
H6666
, naar gerechtigheid
H6818
, maar ziet, het is geschreeuw.
8
H1945
Wee
H1004
dengenen, die huis
H1004
aan huis
H5060 H8688
trekken
H7704
, akker
H7704
aan akker
H7126 H8686
brengen
H657
, totdat er geen
H4725
plaats
H3427 H8717
meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt
H7130
in het midden
H776
des lands!
9
H241
Voor mijn oren
H3068
[heeft] de HEERE
H6635
der heirscharen
H3808
[gesproken]: Zo niet
H7227
vele
H1004
huizen
H8047
tot verwoesting
H1419
zullen worden, de grote
H2896
en de treffelijke
H3427 H8802
zonder inwoner!
10
H3588
Ja
H6235
, tien
H6776
bunderen
H3754
wijngaards
H259
zullen een enig
H1324
bath
H6213 H8799
geven
H2563
, en een homer
H2233
zaads
H374
zal een efa
H6213 H8799
geven.
11
H1945
Wee
H7925 H8688
dengenen, die, zich vroeg opmakende
H1242
in den morgenstond
H7941
, sterken drank
H7291 H8799
najagen
H309 H8764
, [en] vertoeven
H5399
tot in de schemering
H3196
, [totdat] de wijn
H1814 H8686
hen heeft verhit!
12
H3658
En harpen
H5035
en luiten
H8596
, trommelen
H2485
en pijpen
H3196
, en wijn
H4960
zijn [in] hun maaltijden
H5027 H8686
; maar zij aanschouwen
H6467
het werk
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
niet, en zij zien
H4639
niet op het maaksel
H3027
Zijner handen.
13
H5971
Daarom zal mijn volk
H1540 H8804
gevankelijk weggevoerd worden
H1847
, omdat het geen wetenschap
H3519 H4962
heeft; en deszelfs heerlijken
H7458
zullen honger lijden
H1995
, en hun menigte
H6704
zal verdorren
H6772
van dorst.
14
H7585
Daarom zal het graf
H5315
zichzelf
H7337 H8689
wijd opensperren
H6310
, en zijn mond
H6473 H8804
opendoen
H2706
, zonder maat
H3381 H8804
; opdat nederdale
H1926
haar heerlijkheid
H1995
, en haar menigte
H7588
, met haar gedruis
H5938
, en die in haar van vreugde opspringt.
15
H120
Dan zal de gemene man
H7817 H8735
nedergebogen worden
H376
, en de aanzienlijke man
H8213 H8799
zal vernederd worden
H5869
, en de ogen
H1364
der hovaardigen
H8213 H8799
zullen vernederd worden.
16
H3068
Doch de HEERE
H6635
der heirscharen
H1361 H8799
zal verhoogd worden
H4941
door het recht
H410
; en God
H6918
, die Heilige
H6942 H8738
, zal geheiligd worden
H6666
door gerechtigheid.
17
H3532
En de lammeren
H7462 H8804
zullen weiden
H1699
naar hun wijze
H1481 H8802
, en de vreemdelingen
H2723
zullen de woeste plaatsen
H4220
der vetten
H398 H8799
eten.
18
H1945
Wee
H5771
dengenen, die de ongerechtigheid
H4900 H8802
trekken
H2256
met koorden
H7723
der ijdelheid
H2403
, en de zonde
H5699 H5688
als [met] dikke wagenzelen!
19
H559 H8802
Die daar zeggen
H4116 H8762
: Dat Hij haaste
H4639
, dat Hij Zijn werk
H2363 H8686
bespoedige
H7200 H8799
, opdat wij het zien
H7126 H8799
; en laat naderen
H935 H8799
en komen
H6098
den raadslag
H6918
des Heiligen
H3478
van Israel
H3045 H8799
, dat wij [het] vernemen!
20
H1945
Wee
H7451
dengenen, die het kwade
H2896
goed
H559 H8802
heten
H2896
, en het goede
H7451
kwaad
H2822
; die duisternis
H216
tot licht
H7760 H8802
stellen
H216
, en het licht
H2822
tot duisternis
H4751
; die het bittere
H4966
tot zoet
H7760 H8802
stellen
H4966
, en het zoete
H4751
tot bitterheid!
21
H1945
Wee
H5869
dengenen, die in hun ogen
H2450
wijs
H6440
, en bij zichzelven
H995 H8737
verstandig zijn!
22
H1945
Wee
H1368
dengenen, die helden
H3196
zijn om wijn
H8354 H8800
te drinken
H2428
, en die kloeke
H582
mannen
H7941
zijn om sterken drank
H4537 H8800
te mengen!
23
H7563
Die den goddeloze
H6663 H8688
rechtvaardigen
H6118
om
H7810
een geschenk
H6666
, en de gerechtigheid
H6662
der rechtvaardigen
H5493 H8686
van dezelven afwenden.
24
H3956
Daarom, gelijk de tong
H784
des vuurs
H7179
den stoppel
H398 H8800
verteert
H2842
, en het kaf
H3852
door de vlam
H7503 H8799
verdaan wordt
H8328
, [alzo] zal hun wortel
H4716
als een uittering
H6525
wezen; en hun bloem
H80
zal als stof
H5927 H8799
opvaren
H3988 H8804
; omdat zij verwerpen
H8451
de wet
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen
H565
, en de rede
H6918
des Heiligen
H3478
van Israel
H5006 H8765
versmaden.
25
H639
Daarom is de toorn
H3068
des HEEREN
H2734 H8804
ontstoken
H5971
tegen Zijn volk
H3027
, en Hij heeft tegen hetzelve Zijn hand
H5186 H8799
uitgestrekt
H5221 H8686
, en Hij heeft het geslagen
H2022
, zodat de bergen
H7264 H8799
hebben gebeefd
H5038
, en hun dode lichamen
H5478
zijn geworden als drek
H7130
in het midden
H2351
der straten
H7725 H0
. Om dit alles keert zich
H639
Zijn toorn
H7725 H8804
niet af
H3027
, maar Zijn hand
H5186 H8803
is nog uitgestrekt.
26
H5251
Want Hij zal een banier
H5375 H8804
opwerpen
H1471
onder de heidenen
H7350
van verre
H8319 H8804
, en Hij zal hen [herwaarts] sissen
H7097
van het einde
H776
der aarde
H4120
; en ziet, haastelijk
H7031
, snellijk
H935 H8799
zullen zij aankomen.
27
H5889
Geen moede
H3782 H8802
, en geen struikelende
H5123 H8799
zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren
H3462 H8799
noch slapen
H232
, noch de gordel
H2504
zijner lendenen
H6605 H8738
ontbonden worden
H8288
, noch de schoenriem
H5275
zijner schoenen
H5423 H8738
afgescheurd worden.
28
H2671
Welker pijlen
H8150 H8802
scherp zullen zijn
H7198
, en al hun bogen
H1869 H8803
gespannen
H5483
; hunner paarden
H6541
hoeven
H6862
zullen als een rots
H2803 H8738
geacht zijn
H1534
, en hun raderen
H5492
als een wervelwind.
29
H7581
Hun gebrul
H3833
zal zijn als van een ouden leeuw
H7580 H8799 H8675 H7580 H8804
, en zij zullen brullen
H3715
als de jonge leeuwen
H5098 H8799
, en zij zullen briesen
H2964
, en den roof
H270 H8799
aangrijpen
H6403 H8686
en wegvoeren
H5337 H8688
; en er zal geen verlosser zijn.
30
H3117
En zij zullen tegen hetzelve te dien dage
H5098 H8799
bruisen
H5100
, als het bruisen
H3220
der zee
H776
. Dan zal men de aarde
H5027 H8765
aanzien
H2822
, maar ziet, er zal duisternis
H6862
[en] benauwdheid
H216
zijn, en het licht
H2821 H8804
zal verduisterd worden
H6183
in hun verwoestingen.