Isaiah 46

DSV_Strongs(i)
  1 H1078 Bel H3766 H8804 is gekromd H5015 , Nebo H7164 H8802 wordt nedergebogen H6091 , hun afgoden H2416 zijn geworden voor de dieren H929 en voor de beesten H6006 H8803 ; uw opgeladen H5385 pakken H4853 zijn een last H5889 voor de vermoeide [beesten].
  2 H3162 Samen H7164 H8804 zijn zij nedergebogen H3766 H8804 , zij zijn gekromd H4853 , zij hebben den last H3201 H8804 niet kunnen H4422 H8763 redden H5315 , maar zijzelven H7628 zijn in de gevangenis H1980 H8804 gegaan.
  3 H8085 H8798 Hoor H1004 naar Mij, o huis H3290 van Jakob H7611 , en het ganse overblijfsel H1004 van het huis H3478 Israels H6006 H8803 ! die [van] [Mij] gedragen zijt H990 van den buik H5375 H8803 aan, [en] opgenomen H7356 van de baarmoeder af.
  4 H2209 En tot den ouderdom H7872 toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid H5445 H8799 toe zal Ik [ulieden] dragen H6213 H8804 ; Ik heb het gedaan H5375 H8799 , en Ik zal [u] opnemen H5445 H8799 , en Ik zal dragen H4422 H8762 en redden.
  5 H1819 H8762 Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden H7737 H8686 , en evengelijk maken H4911 H8686 , en Mij vergelijken H1819 H8799 , dat wij elkander gelijken zouden?
  6 H2107 H8801 Zij verkwisten H2091 het goud H3599 uit de beurs H8254 H8799 , en wegen H3701 het zilver H7070 met de waag H7936 H8799 ; zij huren H6884 H8802 een goudsmid H6213 H8799 , en die maakt H410 het tot een god H5456 H8799 , zij knielen neder H7812 H8691 , ook buigen zij zich [daarvoor].
  7 H5375 H8799 Zij nemen H3802 hem op den schouder H5445 H8799 , zij dragen H3240 H8686 hem, en zetten hem aan zijn plaats H5975 H8799 ; daar staat hij H4185 H8686 , hij wijkt H4725 van zijn stede H6817 H8799 niet; ja, roept H6030 H8799 [iemand] tot hem, zo antwoordt hij H3467 H8686 niet, hij verlost H6869 hem niet uit zijn benauwdheid.
  8 H2142 H8798 Gedenkt H377 H8695 hieraan, en houdt u kloekelijk H7725 H8685 , brengt het weder H3820 in het hart H6586 H8802 , o gij overtreders!
  9 H2142 H8798 Gedenkt H7223 der vorige dingen H5769 van oude tijden H410 af, dat Ik God H430 ben, en er is geen God H657 meer, en er is niet H3644 gelijk Ik;
  10 H7225 Die van den beginne H5046 H8688 aan verkondigt H319 het einde H6924 , en van ouds H6213 H8738 af die dingen, die nog niet geschied zijn H559 H8802 ; Die zegt H6098 : Mijn raad H6965 H8799 zal bestaan H2656 , en Ik zal al Mijn welbehagen H6213 H8799 doen.
  11 H5861 Die een roofvogel H7121 H8802 roept H4217 van het oosten H376 , een man H6098 Mijns raads H4801 uit verren H776 lande H1696 H8765 ; ja, Ik heb [het] gesproken H935 H8686 , Ik zal het ook doen H3335 H8804 komen; Ik heb [het] geformeerd H6213 H8799 , Ik zal het ook doen.
  12 H8085 H8798 Hoort H47 naar Mij, gij stijven H3820 van harte H7350 , gij, die verre H6666 van de gerechtigheid zijt!
  13 H7126 H0 Ik breng H6666 Mijn gerechtigheid H7126 H8765 nabij H7368 H8799 , zij zal niet verre wezen H8668 , en Mijn heil H309 H8762 zal niet vertoeven H8668 ; maar Ik zal heil H5414 H8804 geven H6726 in Sion H3478 , aan Israel H8597 Mijn heerlijkheid.