DSV_Strongs(i)
1
H2790 H8685
Zwijgt
H339
voor Mij, gij eilanden
H3816
! en laat de volken
H3581
de kracht
H2498 H8686
vernieuwen
H5066 H8799
; laat ze toetreden
H1696 H8762
, laat ze dan spreken
H3162
; laat ons samen
H4941
ten gerichte
H7126 H8799
naderen.
2
H4217
Wie heeft van den opgang
H6664
dien rechtvaardige
H5782 H8689
verwekt
H7121 H8799
? heeft hem geroepen
H7272
op zijn voet
H1471
? de heidenen
H6440
voor zijn aangezicht
H5414 H8799
gegeven
H4428
, en gemaakt, dat hij [over] koningen
H7287 H8686
heerste
H2719
? heeft ze zijn zwaard
H5414 H8799
gegeven
H6083
als stof
H7198
, zijn boog
H5086 H8737
als een voortgedreven
H7179
stoppel?
3
H7291 H8799
Dat hij ze najaagde
H5674 H8799
[en] doortrok
H7965
[met] vrede
H734
, door een pad
H7272
, [hetwelk] hij met zijn voeten
H935 H8799
niet gegaan had?
4
H6466 H8804
Wie heeft [dit] gewrocht
H6213 H8804
en gedaan
H7121 H8802
, roepende
H1755
de geslachten
H7218
van den beginne
H3068
? Ik, de HEERE
H7223
, Die de Eerste
H314
ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde.
5
H339
De eilanden
H7200 H8804
zagen
H3372 H8799
het, en zij vreesden
H7098
; de einden
H776
der aarde
H2729 H8799
beefden
H7126 H8804
; zij naderden
H857 H8799
en kwamen toe;
6
H376
De een
H5826 H8799
hielp
H7453
den ander
H559 H8799
, en zeide
H251
tot zijn metgezel
H2388 H8798
: Wees sterk!
7
H2796
En de werkmeester
H2388 H8762
versterkte
H6884 H8802
den goudsmid
H6360
; die met den hamer
H2505 H8688
glad maakt
H6471
, dien, die op het aambeeld
H1986 H8802
slaat
H559 H8802
, zeggende
H1694
van het soldeersel
H2896
: Het is goed
H2388 H8762
; daarna maakt hij het vast
H4548
met nagelen
H4131 H8735
, dat het niet wankele.
8
H3478
Maar gij, Israel
H5650
, Mijn knecht
H3290
! gij Jakob
H977 H8804
, dien Ik verkoren heb
H2233
! het zaad
H85
van Abraham
H157 H8802
, Mijn liefhebber!
9
H2388 H8689
Gij, welken Ik gegrepen heb
H7098
van de einden
H776
der aarde
H678
, en uit haar bijzonderste
H7121 H8804
geroepen heb
H559 H8799
; en zeide
H5650
tot u: Gij zijt Mijn knecht
H977 H8804
; u heb Ik uitverkoren
H3988 H8804
, en heb u niet verworpen.
10
H3372 H8799
Vrees
H8159 H8691
niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd
H430
, want Ik ben uw God
H553 H8765
; Ik sterk
H5826 H8804
u, ook help Ik
H8551 H8804
u, ook ondersteun Ik
H3225
u met de rechterhand
H6664
Mijner gerechtigheid.
11
H954 H8799
Ziet, zij zullen beschaamd
H3637 H8735
en te schande worden
H2734 H8737
, allen, die tegen u ontstoken zijn
H582
; zij zullen worden als niet, en die lieden
H7379
, die met u twisten
H6 H8799
, zullen vergaan.
12
H1245 H8762
Gij zult hen zoeken
H4672 H8799
, maar zult hen niet vinden
H582
; de lieden
H4695
, die met u kijven
H4421
, zullen worden als niet, en die lieden, die met u oorlogen
H657
, als een nietig ding.
13
H3068
Want Ik, de HEERE
H430
, uw God
H2388 H8688
, grijp
H3225
uw rechterhand
H559 H8802
aan, Die tot u zeg
H3372 H8799
: Vrees
H5826 H8804
niet, Ik help u.
14
H3372 H8799
Vrees
H8438
niet, gij wormpje
H3290
Jakobs
H4962
, gij volkje
H3478
Israels
H5826 H8804
! Ik help
H5002 H8803
u, spreekt
H3068
de HEERE
H1350 H8802
, en uw Verlosser
H6918
is de Heilige
H3478
Israels!
15
H2742
Ziet, Ik heb u tot een scherpe
H2319
nieuwe
H4173
dorsslede
H7760 H8804
gesteld
H6374
, die scherpe pinnen
H1167
heeft
H2022
; gij zult bergen
H1758 H8799
dorsen
H1854 H8799
en vermalen
H1389
, en heuvelen
H7760 H8799
zult gij stellen
H4671
gelijk kaf.
16
H2219 H8799
Gij zult ze wannen
H7307
, en de wind
H5375 H8799
zal ze wegnemen
H5591
, en de stormwind
H6327 H8686
zal ze verstrooien
H1523 H8799
; maar gij zult u verheugen
H3068
in den HEERE
H6918
; in den Heilige
H3478
Israels
H1984 H8691
zult gij u roemen.
17
H6041
De ellendigen
H34
en nooddruftigen
H1245 H8764
zoeken
H4325
water
H3956
, maar er is geen, hun tong
H5405 H8804
versmacht
H6772
van dorst
H3068
; Ik, de HEERE
H6030 H8799
zal hen verhoren
H430
, Ik, de God
H3478
Israels
H5800 H8799
, zal hen niet verlaten.
18
H5104
Ik zal rivieren
H8205
op de hoge plaatsen
H6605 H8799
openen
H4599
, en fonteinen
H8432
in het midden
H1237
der valleien
H4057
; Ik zal de woestijn
H98 H4325
tot een waterpoel
H7760 H8799
zetten
H6723
, en het dorre
H776
land
H4161 H4325
tot watertochten.
19
H4057
Ik zal in de woestijn
H730
den cederboom
H7848
, den sittimboom
H1918
, en den mirteboom
H8081
, en den olieachtigen
H6086
boom
H5414 H8799
zetten
H6160
; Ik zal in de wildernis
H7760 H8799
stellen
H1265
den denneboom
H8410
, den beuk
H8391
, en den busboom
H3162
te gelijk;
20
H7200 H8799
Opdat zij zien
H3045 H8799
, en bekennen
H7760 H8799
, en overleggen
H3162
, en te gelijk
H7919 H8686
verstaan
H3027
, dat de hand
H3068
des HEEREN
H6213 H8804
zulks gedaan
H6918
, en dat de Heilige
H3478
Israels
H1254 H8804
zulks geschapen heeft.
21
H7126 H8761
Brengt
H7379
ulieder twistzaak
H559 H8799
voor, zegt
H3068
de HEERE
H5066 H8685
; brengt
H6110
uw vaste bewijsredenen
H559 H8799
bij, zegt
H4428
de Koning
H3290
van Jakob.
22
H5066 H8686
Laat hen voortbrengen
H5046 H8686
en ons verkondigen
H7136 H8799
de dingen, die gebeuren zullen
H5046 H8685
; verkondigt
H7223
de vorige dingen
H3820
, welke die geweest zijn, opdat wij het ter harte
H7760 H8799
nemen
H319
, en het einde
H3045 H8799
daarvan weten
H935 H8802
; of doet ons de toekomende dingen
H8085 H8685
horen.
23
H5046 H8685
Verkondigt
H268
dingen, die hierna
H857 H8802
komen zullen
H3045 H8799
, opdat wij weten
H430
, dat gij goden
H3190 H8686
zijt; ja, doet goed
H7489 H8686
, en doet kwaad
H8159 H8691
, dat wij verbaasd staan
H3162
, en te zamen
H7200 H8799
toezien.
24
H369
Ziet, gijlieden zijt minder dan niet
H6467
, en ulieder werk
H659
is erger dan een adder
H8441
; hij is een gruwel
H977 H8799
, die ulieden verkiest.
25
H5782 H8689
Ik verwek
H6828
[een] van het noorden
H857 H8799
, en hij zal opkomen
H4217
van den opgang
H8121
der zon
H8034
; hij zal Mijn Naam
H7121 H8799
aanroepen
H935 H8799
; en hij zal komen
H5461
[over] de overheden
H2563
als [over] leem
H3335 H8802
, en gelijk een pottenbakker
H2916
het slijk
H7429 H8799
treedt.
26
H5046 H8689
Wie heeft [wat] verkondigd
H7218
van den beginne
H3045 H8799
aan, dat wij het weten mogen
H6440
, of van te voren
H559 H8799
, dat wij zeggen mogen
H6662
: Hij is rechtvaardig
H5046 H8688
; maar er is niemand, die het verkondigt
H8085 H8688
, ook niemand, die [wat] horen doet
H561
, ook niemand, die ulieder woorden
H8085 H8802
hoort.
27
H7223
[Ik], de Eerste
H6726
[zeg] tot Sion
H2009
: Zie
H2009
, zie
H3389
ze [daar]! en tot Jeruzalem
H1319 H8764
: Ik zal een blijden boodschapper
H5414 H8799
geven.