Isaiah 22

DSV_Strongs(i)
  1 H4853 De last H1516 van het dal H2384 des gezichts H645 . Wat is u nu H1406 , dat gij altegader op de daken H5927 H8804 klimt?
  2 H4392 Gij, die vol H8663 van groot gedruis H1993 H8802 waart, gij woelige H5892 stad H5947 , gij, vrolijk huppelende H7151 stad H2491 , Uw verslagenen H2491 zijn niet verslagen H2719 met het zwaard H4191 H8801 , noch gestorven H4421 in den strijd.
  3 H7101 Al uw oversten H3162 zijn te zamen H5074 H8804 weggevlucht H7198 ; zij zijn van de schutters H631 H8795 gebonden H4672 H8737 , allen, die in u gevonden zijn H3162 H631 H8795 , zijn samengebonden H7350 , zij zijn van verre H1272 H8804 gevloden.
  4 H559 H8804 Daarom zeg ik H8159 H8798 : Wendt het gezicht van mij af H4843 H8762 ; laat mij bitterlijk H1065 wenen H213 H8686 ; dringt niet aan H5162 H8763 , om mij te troosten H7701 over de verstoring H1323 der dochteren H5971 mijns volks.
  5 H3117 Want het is een dag H4103 van beroering H4001 , en van vertreding H3998 , en van verwarring H136 van den Heere H3069 , den HEERE H6635 der heirscharen H1516 , in het dal H2384 des gezichts H6979 H8772 , [een] [dag] van ontmuring H7023 des muurs H7771 , en van geschreeuw H2022 naar het gebergte toe.
  6 H5867 Want Elam H827 heeft den pijlkoker H5375 H8804 genomen H120 , de man H7393 is op den wagen H6571 , er zijn ruiters H7024 ; en Kir H6168 H8765 ontbloot H4043 het schild.
  7 H4005 En het zal geschieden, dat uw uitgelezen H6010 dalen H4390 H0 vol H7393 wagenen H4390 H8804 zullen zijn H6571 , en dat de ruiters H7896 H8800 zich gewisselijk H7896 H8804 zullen zetten H8179 ter poorten aan.
  8 H4539 En hij zal het deksel H3063 van Juda H1540 H8762 ontdekken H3117 ; en te dien dage H5027 H8686 zult gij zien H5402 naar de wapenen H1004 in het huis H3293 des wouds.
  9 H7200 H8804 En gijlieden zult bezien H1233 de reten H5892 der stad H1732 Davids H7231 H8804 , omdat zij vele zijn H4325 ; en gij zult de wateren H8481 des ondersten H1295 vijvers H6908 H8762 vergaderen.
  10 H1004 Gij zult ook de huizen H3389 van Jeruzalem H5608 H8804 tellen H1004 ; en gij zult huizen H5422 H8799 afbreken H2346 , om de muren H1219 H8763 te bevestigen.
  11 H4724 Ook zult gij een gracht H6213 H8804 maken H2346 tussen beide de muren H4325 , voor de wateren H3465 des ouden H1295 vijvers H5027 H8689 ; maar gij zult niet opwaarts zien H6213 H8802 op Dien, Die zulks gedaan heeft H7200 H8804 , noch aanmerken H7350 Dien, Die dat van [verre] [tijden H3335 H8802 ] geformeerd heeft.
  12 H3117 En te dien dage H136 zal de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen H7121 H8799 , roepen H1065 tot geween H4553 , en tot rouwklage H7144 , en tot kaalheid H2296 H8800 , en tot omgording H8242 des zaks.
  13 H8342 Maar ziet, er is vreugde H8057 en blijdschap H1241 met runderen H2026 H8800 te doden H6629 , en schapen H7819 H8800 te kelen H1320 , vlees H398 H8800 te eten H3196 , en wijn H8354 H8800 te drinken H398 H8800 , [en] [te] [zeggen]: Laat ons eten H8354 H8800 en drinken H4279 , want morgen H4191 H8799 zullen wij sterven.
  14 H3068 Maar de HEERE H6635 der heirscharen H241 heeft Zich voor mijn oren H1540 H8738 geopenbaard H5771 , [zeggende]: Indien ulieden deze ongerechtigheid H3722 H8792 verzoend wordt H4191 H8799 , totdat gij sterft H559 H8804 ! zegt H136 de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen.
  15 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen H3212 H8798 : Ga heen H935 H8798 , ga in H5532 H8802 tot dien schatmeester H7644 , tot Sebna H1004 , den hofmeester, [en] [spreek]:
  16 H4100 Wat H6311 hebt gij hier H4310 , of wien H6311 hebt gij hier H6311 , dat gij u hier H6913 een graf H2672 H8804 uitgehouwen hebt H6913 [als] die zijn graf H4791 in de hoogte H2672 H8802 uithouwt H4908 , die een woning H5553 voor zich op een rotssteen H2710 H8802 laat aftekenen?
  17 H3068 Zie, de HEERE H2904 H8772 zal u wegwerpen H1397 met een mannelijke H2925 wegwerping H5844 H8800 , en Hij zal u ganselijk H5844 H8802 overdekken.
  18 H6801 H8800 Hij zal u gewisselijk H6801 H8799 voortrollen H1754 , gelijk men een bal H6802 rolt H776 , in een land H7342 , wijd H3027 van begrip H4191 H8799 ; aldaar zult gij sterven H3519 , en aldaar zullen uw heerlijke H4818 wagenen H7036 zijn, o gij schandvlek H1004 van het huis H113 uws heren!
  19 H1920 H8804 En Ik zal u afstoten H4673 van uw staat H4612 , en van uw stand H2040 H8799 zal Hij u verstoren.
  20 H3117 En het zal te dien dage H5650 geschieden, dat Ik Mijn knecht H471 , Eljakim H1121 , den zoon H2518 van Hilkia H7121 H8804 , roepen zal.
  21 H3801 En Ik zal hem met uw rok H3847 H8689 bekleden H73 , en Ik zal hem met uw gordel H2388 H8762 sterken H4475 , en uw heerschappij H3027 zal Ik in zijn hand H5414 H8799 geven H3427 H8802 ; en hij zal den inwoneren H3389 te Jeruzalem H1004 en den huize H3063 van Juda H1 tot een vader zijn.
  22 H4668 En Ik zal den sleutel H1004 van het huis H1732 van David H7926 op zijn schouder H5414 H8804 leggen H6605 H8804 ; en hij zal opendoen H5462 H8802 , en niemand zal sluiten H5462 H8804 , en hij zal sluiten H6605 H8802 , en niemand zal opendoen.
  23 H3489 En Ik zal hem [als] een nagel H8628 H8804 inslaan H539 H8737 in een vaste H4725 plaats H3678 ; en hij zal wezen tot een stoel H3519 der eer H1004 voor het huis H1 zijns vaders.
  24 H8518 H8804 En men zal aan hem hangen H3519 alle heerlijkheid H1004 van het huis H1 zijns vaders H6631 , der uitspruitelingen H6849 en der afkomelingen H6996 , [ook] alle kleine H3627 vaten H3627 , van de vaten H101 der bekers H3627 af, zelfs tot al de vaten H5035 der flessen.
  25 H3117 Te dien dage H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H3489 , zal die nagel H539 H8737 , die aan een vaste H4725 plaats H8628 H8803 gestoken was H4185 H8799 , weggenomen worden H1438 H8738 ; en hij zal afgehouwen worden H5307 H8804 , en hij zal vallen H4853 , en de last H3772 H8738 , die daaraan is, zal afgesneden worden H3068 ; want de HEERE H1696 H8765 heeft het gesproken.