Isaiah 14

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 Want de HEERE H3290 zal Zich over Jakob H7355 H8762 ontfermen H3478 , en Hij zal Israel H977 H8804 nog verkiezen H127 , en Hij zal hen in hun land H3240 H8689 zetten H1616 ; en de vreemdeling H3867 H8738 zal zich tot hen vervoegen H1004 , en zij zullen het huis H3290 van Jakob H5596 H8738 aanhangen.
  2 H5971 En de volken H3947 H8804 zullen hen aannemen H4725 , en in hun plaats H935 H8689 brengen H1004 ; en het huis H3478 Israels H5157 H8694 zal hen erfelijk bezitten H127 in het land H3068 des HEEREN H5650 tot knechten H8198 en tot maagden H7617 H8802 ; en zij zullen gevangen houden H7617 H8802 degenen, die hen gevangen hielden H7287 H8804 , en zij zullen heersen H5065 H8802 over hun drijvers.
  3 H3117 En het zal geschieden ten dage H3068 , wanneer u de HEERE H5117 H8687 rust geven zal H6090 van uw smart H7267 , en van uw beroering H7186 , en van de harde H5656 dienstbaarheid H5647 H8795 , waarin men u heeft doen dienen;
  4 H4912 Dan zult gij deze spreuk H5375 H8804 opnemen H4428 tegen den koning H894 van Babel H559 H8804 , en zeggen H7673 H0 : Hoe houdt H5065 H8802 de drijver H7673 H8804 op H7673 H0 ? [Hoe] houdt H4062 de goudene H7673 H8804 op?
  5 H3068 De HEERE H4294 heeft den stok H7563 der goddelozen H7665 H8804 gebroken H7626 , den scepter H4910 H8802 der heersers.
  6 H5971 Die de volken H5221 H8688 plaagde H5678 in verbolgenheid H4347 met een plaag H1115 zonder H5627 ophouden H639 , die in toorn H1471 over de heidenen H7287 H8802 heerste H4783 , die wordt vervolgd H1097 , zonder dat het iemand H2820 H8804 afweren kan.
  7 H776 De ganse aarde H5117 H8804 rust H8252 H8804 , zij is stil H6476 H8804 ; zij maken groot geschal H7440 met gejuich.
  8 H8055 H8804 Ook verheugen zich H1265 de dennen H730 over u, [en] de cederen H3844 van Libanon H7901 H8804 , [zeggende]: Sinds dat gij daar nederligt H5927 H0 , komt H5927 H8799 niemand tegen ons op H3772 H8802 , die ons afhouwe.
  9 H7585 De hel H7264 H8804 van onderen was beroerd H7125 H8800 om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan H935 H8800 , als gij kwaamt H5782 H0 ; zij wekt H7496 om uwentwil de doden H5782 H8790 op H6260 , al de bokken H776 der aarde H4428 ; zij doet al de koningen H1471 der heidenen H3678 van hun tronen H6965 H8689 opstaan.
  10 H6030 H8799 Die altegader zullen antwoorden H559 H8799 , en tot u zeggen H2470 H8795 : Gij zijt ook krank geworden H4911 H8738 , gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden.
  11 H1347 Uw hovaardij H7585 is in de hel H3381 H8717 nedergestort H1998 , [met] het geklank H5035 uwer luiten H7415 ; de maden H3331 H8714 zullen onder u gestrooid worden H8438 , en de wormen H4374 zullen u bedekken.
  12 H8064 Hoe zijt gij uit den hemel H5307 H8804 gevallen H1966 , o morgenster H1121 , gij zoon H7837 H8676 H3213 H8685 des dageraads H776 ! [hoe] zijt gij ter aarde H1438 H8738 nedergehouwen H1471 , gij, die de heidenen H2522 H8802 krenktet!
  13 H559 H8804 En zeidet H3824 in uw hart H8064 : Ik zal ten hemel H5927 H8799 opklimmen H3678 , ik zal mijn troon H4605 boven H3556 de sterren H410 Gods H7311 H8686 verhogen H3427 H8799 ; en ik zal mij zetten H2022 op den berg H4150 der samenkomst H3411 aan de zijden H6828 van het noorden.
  14 H1116 Ik zal boven de hoogten H5645 der wolken H5927 H8799 klimmen H5945 , ik zal den Allerhoogste H1819 H8691 gelijk worden.
  15 H7585 Ja, in de hel H3381 H8714 zult gij nedergestoten worden H3411 , aan de zijden H953 van den kuil!
  16 H7200 H8802 Die u zien zullen H7688 H8686 , zullen u aanschouwen H995 H8709 , zij zullen op u letten H376 , [en] [zeggen]: Is dat die man H776 , die de aarde H7264 H8688 beroerde H4467 , die de koninkrijken H7493 H8688 deed beven?
  17 H8398 Die de wereld H4057 als een woestijn H7760 H8804 stelde H5892 , en derzelver steden H2040 H8804 verstoorde H615 , die zijn gevangenen H6605 H8804 niet liet los H1004 [gaan] naar huis toe?
  18 H4428 Al de koningen H1471 der heidenen H7901 H8804 , zij allen liggen neder H3519 met eer H376 , een iegelijk H1004 in zijn huis;
  19 H7993 H8717 Maar gij zijt verworpen H6913 van uw graf H8581 H8737 , als een gruwelijke H5342 scheut H3830 , [als] een kleed H2026 H8803 der gedoden H2719 , die met het zwaard H2944 H8794 doorstoken zijn H3381 H8802 ; [als] die nederdalen H68 H953 in een steenkuil H947 H8716 , als een vertreden H6297 dood lichaam.
  20 H3161 H8799 Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden H6900 in de begrafenis H776 ; want gij hebt uw land H7843 H8765 verdorven H5971 , [en] uw volk H2026 H8804 gedood H2233 ; het zaad H7489 H8688 der boosdoeners H5769 zal in der eeuwigheid H7121 H8735 niet genoemd worden.
  21 H3559 H0 Maakt H4293 de slachting H1121 voor zijn kinderen H3559 H8685 gereed H1 , om hunner vaderen H5771 ongerechtigheid H1077 wil; dat zij niet H6965 H8799 opstaan H776 , en de aarde H3423 H8804 erven H6440 H8398 , en de wereld H4390 H8804 vervullen H6145 H8676 H5892 met steden;
  22 H6965 H8804 Want Ik zal tegen hen opstaan H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H894 , en Ik zal van Babel H3772 H8689 uitroeien H8034 den naam H7605 en het overblijfsel H5209 , en den zoon H5220 en den zoonszoon H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  23 H7760 H8804 En Ik zal hen stellen H4180 tot een erve H7090 der nachtuilen H98 H4325 , en [tot] waterpoelen H4292 ; en Ik zal hen met een bezem H8045 H8687 des verderfs H2894 H8773 uitvagen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.
  24 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H7650 H8738 heeft gezworen H559 H8800 , zeggende H1819 H8765 : Indien niet, gelijk Ik gedacht heb H3289 H8804 , het alzo geschiede, en gelijk Ik beraadslaagd heb H6965 H8799 , het bestaan zal!
  25 H804 Dat Ik Assur H776 in Mijn land H7665 H8800 zal verbreken H2022 , en hem op Mijn bergen H947 H8799 vertreden H5923 ; opdat zijn juk H5493 H8804 van hen afwijke H5448 , en zijn last H7926 van hun schouder H5493 H8799 wijke.
  26 H6098 Dit is de raadslag H3289 H8803 , die beraadslaagd is H776 over dat ganse land H3027 ; en dit is de hand H5186 H8803 , die uitgestrekt is H1471 over alle volken.
  27 H3068 Want de HEERE H6635 der heirscharen H3289 H8804 heeft het in Zijn raad besloten H6565 H8686 , wie zal het dan verbreken H3027 ? en Zijn hand H5186 H8803 is uitgestrekt H7725 H8686 , wie zal ze dan keren?
  28 H8141 In het jaar H4428 , toen de koning H271 Achaz H4194 stierf H4853 , geschiedde deze last.
  29 H8055 H8799 Verheug u H6429 niet, gij gans Palestina H7626 ! dat de roede H5221 H8688 die u sloeg H7665 H8738 , gebroken is H8328 ; want uit de wortel H5175 der slang H6848 zal een basilisk H3318 H8799 voortkomen H6529 , en haar vrucht H5774 H8789 zal een vurige vliegende H8314 draak zijn.
  30 H1060 En de eerstgeborenen H1800 der armen H7462 H8804 zullen weiden H34 , en de nooddruftigen H983 zullen zeker H7257 H8799 nederliggen H8328 ; uw wortel H7458 daarentegen zal Ik door den honger H4191 H8689 doden H7611 , en uw overblijfsel H2026 H8799 zal hij ombrengen.
  31 H3213 H8685 Huil H8179 , gij poort H2199 H8798 , schreeuw H5892 , gij stad H4127 H8738 ! gij zijt gesmolten H6429 , gij gans Palestina H6828 ! want van het noorden H935 H8804 komt H6227 een rook H909 H8802 , en er is geen eenzame H4151 in zijn samenkomsten.
  32 H6030 H8799 Wat zal men dan antwoorden H4397 den boden H1471 des volks H3068 ? Dat de HEERE H6726 Sion H3245 H8765 gegrond heeft H6041 , opdat de bedrukten H5971 Zijns volks H2620 H8799 een toevlucht daarin hebben zouden.