9H2450[014:10] Wie is wijsH995? die verstaH995deze dingen; [wie] is verstandigH3045? die bekenneH3068ze; want des HEERENH1870wegenH3477zijn rechtH6662, en de rechtvaardigenH3212zullen daarin wandelenH6586, maar de overtredersH3782zullen daarin vallen.