DSV_Strongs(i)
1
G1352
Daarom
G863 G5631
, nalatende
G746
het beginsel
G3056
der leer
G5547
van Christus
G1909
, laat ons tot
G5047
de volmaaktheid
G5342 G5747
voortvaren
G3361
; niet
G3825
wederom
G2598 G5734
leggende
G2310
het fondament
G3341
van de bekering
G575
van
G3498
dode
G2041
werken
G2532
, en
G4102
van het geloof
G1909
in
G2316
God,
2
G1322
Van de leer
G909
der dopen
G5037
, en
G1936
van de oplegging
G5495
der handen
G5037
, en
G386
van de opstanding
G3498
der doden
G2532
, en
G166
van het eeuwig
G2917
oordeel.
3
G2532
En
G5124
dit
G4160 G5692
zullen wij [ook] doen
G1437 G4007
, indien
G2316
het God
G2010 G5725
toelaat.
4
G1063
Want
G102
het is onmogelijk
G530
, degenen, die eens
G5461 G5685
verlicht geweest zijn
G5037
, en
G2032
de hemelse
G1431
gave
G1089 G5666
gesmaakt hebben
G2532
, en
G40
des Heiligen
G4151
Geestes
G3353
deelachtig
G1096 G5679
geworden zijn,
5
G2532
En
G1089 G5666
gesmaakt hebben
G2570
het goede
G4487
woord
G2316
Gods
G5037
, en
G1411
de krachten
G3195 G5723
der toekomende
G165
eeuw,
6
G2532
En
G3895 G5631
afvallig worden
G3825
, [die], [zeg] [ik], wederom
G340 G5721
te vernieuwen
G1519
tot
G3341
bekering
G1438
, als welke zichzelven
G5207
den Zoon
G2316
van God
G388 G5723
wederom kruisigen
G2532
en
G3856 G5723
openlijk te schande maken.
7
G1063
Want
G1093
de aarde
G3588
, die
G5205
den regen
G4178
, menigmaal
G1909
op
G846
haar
G2064 G5740
komende
G4095 G5631
, indrinkt
G2532
, en
G2111
bekwaam
G1008
kruid
G5088 G5723
voortbrengt
G1565
voor degenen
G1223
, door
G3739
welke
G1090 G5743
zij ook gebouwd wordt
G3335 G5719
, die ontvangt
G2129
zegen
G575
van
G2316
God;