DSV_Strongs(i)
1
H430
En God
H1288 H8762
zegende
H5146
Noach
H853
en zijn
H1121
zonen
H559 H8799
, en Hij zeide
H1992
tot hen
H6509 H8798
: Zijt vruchtbaar
H7235 H8798
en vermenigvuldigt
H4390 H8798
, en vervult
H776
de aarde!
2
H4172
En uw vrees
H2844
, en uw verschrikking
H1961 H8799
zij
H5921
over
H3605
al
H2416
het gedierte
H776
der aarde
H5921
, en over
H3605
al
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H3605
; in al
H834
wat
H127
zich op den aardbodem
H7430 H8799
roert
H3605
, en in alle
H1709
vissen
H3220
der zee
H3027
; zij zijn in uw hand
H5414 H8738
overgegeven.
3
H3605
Al
H7431
wat zich roert
H834
, dat
H2416
levend
H1931
is
H1961 H8799
, zij
H859
u
H402
tot spijze
H859
; Ik heb het u
H3605
al
H5414 H8804
gegeven
H3418
, gelijk het groene
H6212
kruid.
4
H389
Doch
H1320
het vlees
H5315
met zijn ziel
H1818
, [dat] [is] zijn bloed
H3808
, zult gij niet
H398 H8799
eten.
5
H389
En voorwaar
H1818
, Ik zal uw bloed
H5315
, [het] [bloed] uwer zielen
H1875 H8799
eisen
H4480
; van
H3027
de hand
H3605
van alle
H2416
gedierte
H1875 H8799
zal Ik het eisen
H4480
; ook van
H3027
de hand
H120
des mensen
H4480
, van
H3027
de hand
H376
eens iegelijken
H251
zijns broeders
H5315
zal Ik de ziel
H120
des mensen
H1875 H8799
eisen.
6
H120
Wie des mensen
H1818
bloed
H8210 H8802
vergiet
H1818
, zijn bloed
H120
zal door den mens
H8210 H8735
vergoten worden
H3588
; want
H430
God
H120
heeft den mens
H6754
naar Zijn beeld
H6213 H8804
gemaakt.
7
H859
Maar gijlieden
H6509 H8798
, weest vruchtbaar
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt
H8317 H8798
; teelt overvloediglijk voort
H776
op de aarde
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt op dezelve.
8
H559 H8799
Voorts zeide
H430
God
H413
tot
H5146
Noach
H413
, en tot
H1121
zijn zonen
H854
met
H559 H8800
hem, zeggende:
9
H589
Maar Ik
H2009
, ziet
H6965 H8688
, Ik richt
H1285
Mijn verbond
H854
op met
H859
u
H854
, en met
H2233
uw zaad
H310
na u;
10
H854
En met
H3605
alle
H2416
levende
H5315
ziel
H834
, die
H854
met
H859
u
H5775
[is], van het gevogelte
H929
, van het vee
H3605
, en van alle
H2416
gedierte
H776
der aarde
H854
met
H859
u
H4480
; van
H3605
allen
H8392
, die uit de ark
H3318 H8802
gegaan zijn
H3605
, tot al
H2416
het gedierte
H776
der aarde toe.
11
H6965 H0
En Ik richt
H1285
Mijn verbond
H6965 H8689
op
H854
met
H859
u
H3808
, dat niet
H5750
meer
H3605
alle
H1320
vlees
H4480
door
H4325
de wateren
H3999
des vloeds
H3772 H8735
zal worden uitgeroeid
H3808
; en dat er geen
H3999
vloed
H5750
meer
H1961 H8799
zal zijn
H776
, om de aarde
H7843 H8763
te verderven.
12
H430
En God
H559 H8799
zeide
H2063
: Dit
H226
[is] het teken
H1285
des verbonds
H834
, dat
H589
Ik
H5414 H8802
geef
H996
tussen
H996
Mij en tussen
H996
ulieden, en tussen
H3605
alle
H2416
levende
H5315
ziel
H834
, die
H854
met
H859
u
H5769
[is], tot eeuwige
H1755
geslachten.
13
H7198
Mijn boog
H5414 H8804
heb Ik gegeven
H6051
in de wolken
H1961 H8804
; die zal zijn
H226
tot een teken
H1285
des verbonds
H996
tussen
H996
Mij en tussen
H776
de aarde.
14
H1961 H8804
En het zal geschieden
H6051
, als Ik wolken
H5921
over
H776
de aarde
H6049 H8763
brenge
H7198
, dat deze boog
H7200 H8738
zal gezien worden
H6051
in de wolken;
15
H2142 H8804
Dan zal Ik gedenken
H1285
Mijn verbond
H834
, hetwelk
H996
is tussen
H996
Mij en tussen
H996
u, en tussen
H3605
alle
H2416
levende
H5315
ziel
H3605
van alle
H1320
vlees
H4325
; en de wateren
H3808
zullen niet
H5750
meer
H1961 H8799
wezen
H3999
tot een vloed
H3605
, om alle
H1320
vlees
H7843 H8763
te verderven.
16
H7198
Als deze boog
H6051
in de wolken
H1961 H8799
zal zijn
H7200 H8804
, zo zal Ik hem aanzien
H2142 H8800
, om te gedenken
H5769
aan het eeuwig
H1285
verbond
H996
tussen
H430
God
H996
en tussen
H3605
alle
H2416
levende
H5315
ziel
H3605
, van alle
H1320
vlees
H834
, dat
H5921
op
H776
de aarde is.
17
H559 H8799
Zo zeide
H430
dan God
H413
tot
H5146
Noach
H2063
: Dit
H226
[is] het teken
H1285
des verbonds
H834
, dat
H6965 H8689
Ik opgericht heb
H996
tussen
H996
Mij en tussen
H3605
alle
H1320
vlees
H834
, dat
H5921
op
H776
de aarde [is].
18
H1121
En de zonen
H5146
van Noach
H4480
, die uit
H8392
de ark
H3318 H8802
gingen
H1961 H8804
, waren
H8035
Sem
H2526
, en Cham
H3315
, en Jafeth
H2526
; en Cham
H1931
is
H1
de vader
H3667
van Kanaan.
19
H428
Deze
H7969
drie
H1121
[waren] de zonen
H5146
van Noach
H4480
; en van
H428
dezen
H3605
is de ganse
H776
aarde
H5310 H8804
overspreid.
20
H5146
En Noach
H2490 H8686
begon
H376 H127
een akkerman
H5193 H8799
[te] [zijn], en hij plantte
H3754
een wijngaard.
21
H8354 H8799
En hij dronk
H4480
van
H3196
dien wijn
H7937 H8799
, en werd dronken
H1540 H8691
; en hij ontblootte zich
H8432
in het midden
H168
zijner tent.
22
H2526
En Cham
H3667
, Kanaans
H1
vader
H7200 H8799
, zag
H1
zijns vaders
H6172
naaktheid
H5046 H0
, en hij gaf
H8147
het zijn beiden
H251
broederen
H2351
daar buiten
H5046 H8686
te kennen.
23
H3947 H8799
Toen namen
H8035
Sem
H3315
en Jafeth
H8071
een kleed
H7760 H8799
, en zij leiden
H5921
het op
H8147
hun beider
H7926
schouderen
H3212 H8799
, en gingen
H322
achterwaarts
H3680 H8762
, en bedekten
H6172
de naaktheid
H1
huns vaders
H6440
; en hun aangezichten
H322
waren achterwaarts
H6172
[gekeerd], zodat zij de naaktheid
H1
huns vaders
H3808
niet
H7200 H8804
zagen.
24
H5146
En Noach
H3364 H8799
ontwaakte
H3196
van zijn wijn
H3045 H8799
; en hij merkte
H834
wat
H6996
zijn kleinste
H1121
zoon
H6213 H8804
hem gedaan had.
25
H559 H8799
En hij zeide
H779 H8803
: Vervloekt zij
H3667
Kanaan
H5650
; een knecht
H5650
der knechten
H1961 H8799
zij hij
H251
zijn broederen!
26
H559 H8799
Voorts zeide hij
H1288 H8803
: Gezegend zij
H3068
de HEERE
H430
, de God
H8035
van Sem
H3667
; en Kanaan
H1961 H8799
zij
H5650
hem een knecht!
27
H430
God
H6601 H0
breide
H3315
Jafeth
H6601 H8686
uit
H7931 H8799
, en hij wone
H8035
in Sems
H168
tenten
H3667
! en Kanaan
H1961 H8799
zij
H5650
hem een knecht!