Genesis 21:23-31

DSV_Strongs(i)
  23 H7650 H8734 Zo zweer H6258 mij nu H2008 hier H430 bij God H518 : Zo H5209 gij mij, of mijn zoon H5220 , of mijn neef H8266 H8799 liegen zult H2617 ! naar de weldadigheid H834 , die H5973 ik bij H6213 H8804 u gedaan heb H6213 H8799 , zult gij doen H5973 bij H5973 mij, en bij H776 het land H834 , waarin H1481 H8804 gij als vreemdeling verkeert.
  24 H85 En Abraham H559 H8799 zeide H595 : Ik H7650 H8735 zal zweren.
  25 H85 En Abraham H3198 H8689 berispte H40 Abimelech H5921 ter H182 oorzake H875 H4325 van een waterput H834 , die H40 Abimelechs H5650 knechten H1497 H8804 met geweld genomen hadden.
  26 H559 H8799 Toen zeide H40 Abimelech H3808 : Ik heb niet H3045 H8804 geweten H4310 , wie H2088 dit H1697 stuk H6213 H8804 gedaan heeft H1571 ; en ook H859 hebt gij H3808 het mij niet H5046 H8689 aangezegd H595 , en ik H1571 heb er ook H3808 niet H8085 H8804 van gehoord H1115 , dan H3117 heden.
  27 H85 En Abraham H3947 H8799 nam H6629 schapen H1241 en runderen H5414 H8799 , en gaf H40 die aan Abimelech H8147 ; en die beiden H3772 H8799 maakten H1285 een verbond.
  28 H85 Doch Abraham H5324 H8686 stelde H7651 zeven H3535 ooilammeren H6629 der kudde H909 bijzonder.
  29 H559 H8799 Zo zeide H40 Abimelech H413 tot H85 Abraham H4100 : Wat H2008 zullen hier H429 deze H7651 zeven H3535 ooilammeren H909 , die gij bijzonder H5324 H8689 gesteld hebt?
  30 H559 H8799 En hij zeide H3588 : Dat H7651 gij de zeven H3535 ooilammeren H3027 van mijn hand H3947 H8799 nemen zult H5668 , opdat H5713 het mij tot een getuigenis H1961 H8799 zij H3588 , dat H2063 ik dezen H875 put H2658 H8804 gegraven heb.
  31 H5921 H3651 Daarom H7121 H8804 noemde men H1931 die H4725 plaats H884 Ber-seba H3588 , omdat H8147 die beiden H8033 daar H7650 H8738 gezworen hadden.