DSV_Strongs(i)
12
H6258
Zo zult gij nu
H1323
uw dochteren
H408
niet
H5414 H8799
geven
H1121
aan hun zonen
H1323
, en hun dochteren
H408
niet
H5375 H8799
nemen
H1121
voor uw zonen
H7965
, en zult hun vrede
H2896
en hun best
H3808
niet
H1875 H8799
zoeken
H5704
, tot in
H5769
eeuwigheid
H4616
; opdat
H2388 H8799
gij sterk wordt
H2898
, en het goede
H776
des lands
H398 H8804
eet
H1121
, en uw kinderen
H3423 H8689
doet erven
H5704
tot in
H5769
eeuwigheid.
13
H310
En na
H3605
alles
H5921
, wat over
H935 H8802
ons gekomen is
H7451
, om onze boze
H4639
werken
H1419
, en om onze grote
H819
schuld
H3588
, omdat
H859
Gij
H430
, o onze God
H2820 H8804
! belet hebt
H4295
, [dat] [wij] [niet] te onder
H4480
zijn vanwege
H5771
onze ongerechtigheid
H6413
, en hebt ons een ontkoming
H5414 H8804
gegeven
H2063
, als deze is;
14
H7725 H8799
Zullen wij nu wederkeren
H4687
, om Uw geboden
H6565 H8687
te vernietigen
H2859 H8692
, en ons te verzwageren
H5971
met de volken
H428
dezer
H8441
gruwelen
H3808
? Zoudt Gij niet
H599 H8799
tegen ons toornen
H5704
tot
H3615 H8763
verterens
H369 H0
toe, dat er geen
H7611
overblijfsel
H6413
noch ontkoming
H369
zij?