Ezekiel 32:21-32

DSV_Strongs(i)
  21 H410 De machtigste H1368 der helden H5826 H8802 zullen hem, met zijn helpers H1696 H8762 , toespreken H8432 , uit het midden H7585 der hel H3381 H8804 ; zij zijn nedergedaald H6189 , de onbesnedenen H7901 H8804 liggen H2491 er, verslagen H2719 van het zwaard;
  22 H804 Daar is Assur H6951 met haar gansen hoop H6913 , zijn graven H5439 zijn rondom H2491 hem; zij zijn allen verslagen H5307 H8802 , gevallen H2719 door het zwaard;
  23 H6913 Welker graven H5414 H8738 gesteld zijn H3411 in de zijden H953 des kuils H6951 , en haar hoop H5439 is rondom H6900 haar graf H2491 ; zij zijn allen verslagen H5307 H8802 , gevallen H2719 door het zwaard H2851 , die een schrik H5414 H8804 gaven H776 in het land H2416 der levenden.
  24 H5867 Daar is Elam H1995 met haar ganse menigte H5439 rondom H6900 haar graf H2491 ; zij zijn allen verslagen H5307 H8802 , de gevallenen H2719 door het zwaard H6189 , die onbesneden H3381 H8804 zijn nedergedaald H8482 tot de onderste plaatsen H776 der aarde H2851 , die hun schrik H5414 H8804 hadden gegeven H776 in het land H2416 der levenden H5375 H8799 ; nu dragen zij H3639 hun schande H953 met degenen, die in den kuil H3381 H8802 zijn nedergedaald.
  25 H8432 In het midden H2491 der verslagenen H4904 hebben zij haar een legerstede H5414 H8804 gesteld H1995 onder haar ganse menigte H5439 , rondom H6913 hem zijn haar graven H6189 ; zij zijn allen onbesneden H2491 , verslagenen H2719 van het zwaard H2851 , omdat een schrik H5414 H8737 van hen gegeven is H776 in het land H2416 der levenden H5375 H8799 ; nu dragen zij H3639 hun schande H953 met degenen, die in den kuil H3381 H8802 zijn nedergedaald H5414 H8738 ; hij is geleid H8432 in het midden H2491 der verslagenen.
  26 H4902 Daar is Mesech H8422 , [en] Tubal H1995 , met haar ganse menigte H5439 ; rondom H6913 hem zijn haar graven H6189 ; zij zijn allen onbesneden H2490 H8794 , verslagenen H2719 van het zwaard H2851 , omdat zij hun schrik H5414 H8804 gegeven hebben H776 in het land H2416 der levenden.
  27 H7901 H8799 Maar zij liggen H1368 niet met de helden H6189 , die onder de onbesnedenen H5307 H8802 gevallen zijn H7585 ; die ter helle H3381 H8804 zijn nedergedaald H3627 H4421 met hun krijgswapenen H2719 , en welker zwaarden H5414 H8799 men gelegd heeft H7218 onder hun hoofden H5771 ; welker ongerechtigheid H6106 nochtans op hun beenderen H1368 is, omdat der helden H2851 schrik H776 in het land H2416 der levenden geweest is.
  28 H7665 H8735 Gij ook zult verbroken worden H8432 in het midden H6189 der onbesnedenen H7901 H8799 , en zult liggen H2491 met de verslagenen H2719 van het zwaard.
  29 H123 Daar is Edom H4428 , haar koningen H5387 en al haar vorsten H1369 , die met hunlieder macht H5414 H8738 geleid zijn H2491 bij de verslagenen H2719 van het zwaard H7901 H8799 ; diezelve liggen H6189 met de onbesnedenen H953 en met degenen, die in den kuil H3381 H8802 zijn nedergedaald.
  30 H5257 Daar zijn de geweldigen H6828 van het Noorden H6722 , zij allen, en alle Sidoniers H2491 , die met de verslagenen H3381 H8804 zijn nedergedaald H954 H8802 , beschaamd zijnde H2851 vanwege hun schrik H1369 , [die] uit hun macht H7901 H8799 [voortkwam], en zij liggen H6189 onbesneden H2491 bij de verslagenen H2719 van het zwaard H5375 H8799 , en dragen H3639 hun schande H953 met degenen, die in den kuil H3381 H8802 zijn nedergedaald.
  31 H6547 Farao H7200 H8799 zal henlieden zien H5162 H8738 , en zich troosten H1995 over zijn ganse menigte H2491 ; de verslagenen H2719 van het zwaard H6547 van Farao H2428 en zijn ganse heir H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  32 H2851 Want Ik heb [ook] Mijn schrik H5414 H8804 gegeven H776 in het land H2416 der levenden H7901 H8717 ; dies zal hij geleid worden H8432 in het midden H6189 der onbesnedenen H2491 bij de verslagenen H2719 van het zwaard H6547 , Farao H1995 en zijn ganse menigte H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.