DSV_Strongs(i)
21
H410
De machtigste
H1368
der helden
H5826 H8802
zullen hem, met zijn helpers
H1696 H8762
, toespreken
H8432
, uit het midden
H7585
der hel
H3381 H8804
; zij zijn nedergedaald
H6189
, de onbesnedenen
H7901 H8804
liggen
H2491
er, verslagen
H2719
van het zwaard;
22
H804
Daar is Assur
H6951
met haar gansen hoop
H6913
, zijn graven
H5439
zijn rondom
H2491
hem; zij zijn allen verslagen
H5307 H8802
, gevallen
H2719
door het zwaard;
23
H6913
Welker graven
H5414 H8738
gesteld zijn
H3411
in de zijden
H953
des kuils
H6951
, en haar hoop
H5439
is rondom
H6900
haar graf
H2491
; zij zijn allen verslagen
H5307 H8802
, gevallen
H2719
door het zwaard
H2851
, die een schrik
H5414 H8804
gaven
H776
in het land
H2416
der levenden.
24
H5867
Daar is Elam
H1995
met haar ganse menigte
H5439
rondom
H6900
haar graf
H2491
; zij zijn allen verslagen
H5307 H8802
, de gevallenen
H2719
door het zwaard
H6189
, die onbesneden
H3381 H8804
zijn nedergedaald
H8482
tot de onderste plaatsen
H776
der aarde
H2851
, die hun schrik
H5414 H8804
hadden gegeven
H776
in het land
H2416
der levenden
H5375 H8799
; nu dragen zij
H3639
hun schande
H953
met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
zijn nedergedaald.
25
H8432
In het midden
H2491
der verslagenen
H4904
hebben zij haar een legerstede
H5414 H8804
gesteld
H1995
onder haar ganse menigte
H5439
, rondom
H6913
hem zijn haar graven
H6189
; zij zijn allen onbesneden
H2491
, verslagenen
H2719
van het zwaard
H2851
, omdat een schrik
H5414 H8737
van hen gegeven is
H776
in het land
H2416
der levenden
H5375 H8799
; nu dragen zij
H3639
hun schande
H953
met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
zijn nedergedaald
H5414 H8738
; hij is geleid
H8432
in het midden
H2491
der verslagenen.
26
H4902
Daar is Mesech
H8422
, [en] Tubal
H1995
, met haar ganse menigte
H5439
; rondom
H6913
hem zijn haar graven
H6189
; zij zijn allen onbesneden
H2490 H8794
, verslagenen
H2719
van het zwaard
H2851
, omdat zij hun schrik
H5414 H8804
gegeven hebben
H776
in het land
H2416
der levenden.
27
H7901 H8799
Maar zij liggen
H1368
niet met de helden
H6189
, die onder de onbesnedenen
H5307 H8802
gevallen zijn
H7585
; die ter helle
H3381 H8804
zijn nedergedaald
H3627 H4421
met hun krijgswapenen
H2719
, en welker zwaarden
H5414 H8799
men gelegd heeft
H7218
onder hun hoofden
H5771
; welker ongerechtigheid
H6106
nochtans op hun beenderen
H1368
is, omdat der helden
H2851
schrik
H776
in het land
H2416
der levenden geweest is.
28
H7665 H8735
Gij ook zult verbroken worden
H8432
in het midden
H6189
der onbesnedenen
H7901 H8799
, en zult liggen
H2491
met de verslagenen
H2719
van het zwaard.
29
H123
Daar is Edom
H4428
, haar koningen
H5387
en al haar vorsten
H1369
, die met hunlieder macht
H5414 H8738
geleid zijn
H2491
bij de verslagenen
H2719
van het zwaard
H7901 H8799
; diezelve liggen
H6189
met de onbesnedenen
H953
en met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
zijn nedergedaald.
30
H5257
Daar zijn de geweldigen
H6828
van het Noorden
H6722
, zij allen, en alle Sidoniers
H2491
, die met de verslagenen
H3381 H8804
zijn nedergedaald
H954 H8802
, beschaamd zijnde
H2851
vanwege hun schrik
H1369
, [die] uit hun macht
H7901 H8799
[voortkwam], en zij liggen
H6189
onbesneden
H2491
bij de verslagenen
H2719
van het zwaard
H5375 H8799
, en dragen
H3639
hun schande
H953
met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
zijn nedergedaald.
31
H6547
Farao
H7200 H8799
zal henlieden zien
H5162 H8738
, en zich troosten
H1995
over zijn ganse menigte
H2491
; de verslagenen
H2719
van het zwaard
H6547
van Farao
H2428
en zijn ganse heir
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
32
H2851
Want Ik heb [ook] Mijn schrik
H5414 H8804
gegeven
H776
in het land
H2416
der levenden
H7901 H8717
; dies zal hij geleid worden
H8432
in het midden
H6189
der onbesnedenen
H2491
bij de verslagenen
H2719
van het zwaard
H6547
, Farao
H1995
en zijn ganse menigte
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.