DSV_Strongs(i)
2
H1121 H120
Mensenkind
H5012 H8734
! profeteer
H559 H8804
, en zeg
H559 H8804
: Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3213 H8685
: Huilt
H1929
: Ach
H3117
die dag!
3
H3117
Want de dag
H7138
is nabij
H3117
, ja, de dag
H3068
des HEEREN
H7138
is nabij
H6051
, een wolkige
H3117
dag
H1471
, het zal der heidenen
H6256
tijd zijn.
4
H2719
En het zwaard
H935 H8804
zal komen
H4714
in Egypte
H2479
, en er zal grote smart
H3568
zijn in Morenland
H2491
, als de verslagenen
H5307 H8800
zullen vallen
H4714
in Egypte
H1995
; want zij zullen derzelver menigte
H3947 H8804
wegnemen
H3247
, en haar fondamenten
H2040 H8738
zullen verbroken worden.
5
H3568
Morenland
H6316
, en Put
H3865
, en Lud
H6153
, en al de gemengde
H3552
hoop, en Cub
H1121
, en de kinderen
H776
van het land
H1285
des verbonds
H5307 H8799
zullen met hen vallen
H2719
door het zwaard.
6
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H5307 H8804
: Ja, zij zullen vallen
H4714
, die Egypte
H5564 H8802
ondersteunen
H1347
, en de hovaardij
H5797
harer sterkte
H3381 H8804
zal nederdalen
H4024
; van den toren
H5482
van Syene
H2719
af zullen zij daarin door het zwaard
H5307 H8799
vallen
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
7
H8074 H8738
En zij zullen verwoest worden
H8432
in het midden
H8074 H8737
der verwoeste
H776
landen
H5892
; en haar steden
H8432
zullen zijn in het midden
H2717 H8737
der verwoeste
H5892
steden.
8
H3045 H8804
En zij zullen weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H784
ben, als Ik een vuur
H4714
in Egypte
H5414 H8800
zal hebben gelegd
H5826 H8802
, en al haar helpers
H7665 H8738
zullen verbroken worden.
9
H3117
Te dien dage
H4397
zullen er boden
H6440
van voor Mijn aangezicht
H6716
in schepen
H3318 H8799
uitvaren
H983
, om het zorgeloze
H3568
Morenland
H2729 H8687
te verschrikken
H2479
; en er zal grote smart
H3117
bij hen zijn, als in den dag
H4714
van Egypte
H935 H8802
; want ziet, het komt aan!
10
H559 H8804
Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1995
: Ja, Ik zal de menigte
H4714
van Egypte
H7673 H8689
doen ophouden
H3027
, door de hand
H5019
van Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel.
11
H5971
Hij, en zijn volk
H6184
met hem, de tirannigste
H1471
der heidenen
H935 H8716
zullen aangevoerd worden
H776
, om het land
H7843 H8763
te verderven
H2719
; en zij zullen hun zwaarden
H4714
tegen Egypte
H7324 H8689
uittrekken
H776
, en het land
H2491
met verslagenen
H4390 H8804
vervullen.
12
H2975
En Ik zal de rivieren
H2724
[tot] droogte
H5414 H8804
maken
H776
, en het land
H4376 H8804
verkopen
H3027
in de hand
H7451
der bozen
H776
; en Ik zal het land
H4393
met zijn volheid
H8074 H8689
verwoesten
H3027
door de hand
H2114 H8801
der vreemden
H3068
: Ik, de HEERE
H1696 H8765
, heb het gesproken.
13
H559 H8804
Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1544
: Ik zal ook de drekgoden
H6 H8689
verdoen
H457
, en de nietige afgoden
H7673 H8689
doen ophouden
H5297
uit Nof
H5387
; en er zal geen vorst
H776 H4714
meer zijn uit Egypteland
H3374
; en Ik zal een vreze
H776 H4714
in Egypteland
H5414 H8804
stellen.
14
H6624
En Ik zal Pathros
H8074 H8689
verwoesten
H784
, en een vuur
H5414 H8804
leggen
H6814
in Zoan
H8201
; en Ik zal gerichten
H6213 H8804
oefenen
H4996
in No.
15
H2534
En Ik zal Mijn grimmigheid
H8210 H8804
uitgieten
H5512
over Sin
H4581
, de sterkte
H4714
van Egypte
H1995
; en Ik zal de menigte
H4996
van No
H3772 H8689
uitroeien.
16
H784
En Ik zal een vuur
H4714
in Egypte
H5414 H8804
leggen
H5512
; Sin
H2342 H8800
zal zeer grote
H2342 H8799
pijn hebben
H4996
, en No
H1234 H8736
zal gespleten worden
H5297
, en Nof
H3119
zal dagelijks
H6862
zeer bang zijn.
17
H970
De jongelingen
H206
van Aven
H6364
en Pibeseth
H2719
zullen door het zwaard
H5307 H8799
vallen
H3212 H8799
, en de [dochters] zullen gaan
H7628
in de gevangenis.
18
H8471
En te Tachpanhes
H3117
zal de dag
H2821 H8804 H8676 H2820 H8804
verduisterd worden
H4133
, als Ik het juk
H4714
van Egypte
H7665 H8800
aldaar zal verbreken
H1347
, en de hovaardij
H5797
harer sterkte
H1931
in haar
H7673 H8738
zal ophouden
H6051
; haar zal een wolk
H3680 H8762
bedekken
H1323
, en haar dochters
H3212 H8799
zullen gaan
H7628
in de gevangenis.
19
H8201
Alzo zal Ik gerichten
H6213 H8804
oefenen
H4714
in Egypte
H3045 H8804
; en zij zullen weten
H3068
, dat Ik de HEERE ben.
20
H259 H6240
Ook gebeurde het in het elfde
H8141
jaar
H7223
, in de eerste
H7651
[maand], op den zevenden
H2320
der maand
H1697
, [dat] het woord
H3068
des HEEREN
H559 H8800
tot mij geschiedde, zeggende:
21
H1121 H120
Mensenkind
H2220
! Ik heb den arm
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H7665 H8804
, verbroken
H2280 H8795
; en ziet, hij zal niet verbonden worden
H7499
, met pleisters
H5414 H8800
op te leggen
H2848
, met een windeldoek
H7760 H8800
aan te doen
H2280 H8800
, om dien te verbinden
H2388 H8800
, om dien te sterken
H2719
, dat hij het zwaard
H8610 H8800
houde.
22
H559 H8804
Daarom zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6547
alzo: Ziet, Ik [wil] aan Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H2220
, en zal zijn armen
H7665 H8804
verbreken
H2389
, [beide] den sterken
H7665 H8737
en den verbrokenen
H2719
; en Ik zal het zwaard
H3027
uit zijn hand
H5307 H8689
doen vallen.
23
H4714
En Ik zal de Egyptenaars
H6327 H8689
verstrooien
H1471
onder de heidenen
H2219 H8765
, en zal hen verspreiden
H776
in de landen.
24
H2220
En Ik zal de armen
H4428
des konings
H894
van Babel
H2388 H8765
sterken
H2719
, en Mijn zwaard
H3027
in zijn hand
H5414 H8804
geven
H6547
; maar Farao's
H2220
armen
H7665 H8804
zal Ik verbreken
H6440
, dat hij voor zijn aangezicht
H5008 H8804
zal kermen
H2491
, gelijk een dodelijk verwonde
H5009
kermt.
25
H2220
Ja, Ik zal de armen
H4428
des konings
H894
van Babel
H2388 H8689
sterken
H6547
, maar Farao's
H2220
armen
H5307 H8799
zullen daarhenen vallen
H3045 H8804
; en zij zullen weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H2719
ben, als Ik Mijn zwaard
H3027
in de hand
H4428
des konings
H894
van Babel
H5414 H8800
zal hebben gegeven
H776 H4714
, en hij datzelve over Egypteland
H5186 H8804
zal hebben uitgestrekt.