Ezekiel 30

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H5012 H8734 ! profeteer H559 H8804 , en zeg H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3213 H8685 : Huilt H1929 : Ach H3117 die dag!
  3 H3117 Want de dag H7138 is nabij H3117 , ja, de dag H3068 des HEEREN H7138 is nabij H6051 , een wolkige H3117 dag H1471 , het zal der heidenen H6256 tijd zijn.
  4 H2719 En het zwaard H935 H8804 zal komen H4714 in Egypte H2479 , en er zal grote smart H3568 zijn in Morenland H2491 , als de verslagenen H5307 H8800 zullen vallen H4714 in Egypte H1995 ; want zij zullen derzelver menigte H3947 H8804 wegnemen H3247 , en haar fondamenten H2040 H8738 zullen verbroken worden.
  5 H3568 Morenland H6316 , en Put H3865 , en Lud H6153 , en al de gemengde H3552 hoop, en Cub H1121 , en de kinderen H776 van het land H1285 des verbonds H5307 H8799 zullen met hen vallen H2719 door het zwaard.
  6 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5307 H8804 : Ja, zij zullen vallen H4714 , die Egypte H5564 H8802 ondersteunen H1347 , en de hovaardij H5797 harer sterkte H3381 H8804 zal nederdalen H4024 ; van den toren H5482 van Syene H2719 af zullen zij daarin door het zwaard H5307 H8799 vallen H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  7 H8074 H8738 En zij zullen verwoest worden H8432 in het midden H8074 H8737 der verwoeste H776 landen H5892 ; en haar steden H8432 zullen zijn in het midden H2717 H8737 der verwoeste H5892 steden.
  8 H3045 H8804 En zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H784 ben, als Ik een vuur H4714 in Egypte H5414 H8800 zal hebben gelegd H5826 H8802 , en al haar helpers H7665 H8738 zullen verbroken worden.
  9 H3117 Te dien dage H4397 zullen er boden H6440 van voor Mijn aangezicht H6716 in schepen H3318 H8799 uitvaren H983 , om het zorgeloze H3568 Morenland H2729 H8687 te verschrikken H2479 ; en er zal grote smart H3117 bij hen zijn, als in den dag H4714 van Egypte H935 H8802 ; want ziet, het komt aan!
  10 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1995 : Ja, Ik zal de menigte H4714 van Egypte H7673 H8689 doen ophouden H3027 , door de hand H5019 van Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel.
  11 H5971 Hij, en zijn volk H6184 met hem, de tirannigste H1471 der heidenen H935 H8716 zullen aangevoerd worden H776 , om het land H7843 H8763 te verderven H2719 ; en zij zullen hun zwaarden H4714 tegen Egypte H7324 H8689 uittrekken H776 , en het land H2491 met verslagenen H4390 H8804 vervullen.
  12 H2975 En Ik zal de rivieren H2724 [tot] droogte H5414 H8804 maken H776 , en het land H4376 H8804 verkopen H3027 in de hand H7451 der bozen H776 ; en Ik zal het land H4393 met zijn volheid H8074 H8689 verwoesten H3027 door de hand H2114 H8801 der vreemden H3068 : Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken.
  13 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1544 : Ik zal ook de drekgoden H6 H8689 verdoen H457 , en de nietige afgoden H7673 H8689 doen ophouden H5297 uit Nof H5387 ; en er zal geen vorst H776 H4714 meer zijn uit Egypteland H3374 ; en Ik zal een vreze H776 H4714 in Egypteland H5414 H8804 stellen.
  14 H6624 En Ik zal Pathros H8074 H8689 verwoesten H784 , en een vuur H5414 H8804 leggen H6814 in Zoan H8201 ; en Ik zal gerichten H6213 H8804 oefenen H4996 in No.
  15 H2534 En Ik zal Mijn grimmigheid H8210 H8804 uitgieten H5512 over Sin H4581 , de sterkte H4714 van Egypte H1995 ; en Ik zal de menigte H4996 van No H3772 H8689 uitroeien.
  16 H784 En Ik zal een vuur H4714 in Egypte H5414 H8804 leggen H5512 ; Sin H2342 H8800 zal zeer grote H2342 H8799 pijn hebben H4996 , en No H1234 H8736 zal gespleten worden H5297 , en Nof H3119 zal dagelijks H6862 zeer bang zijn.
  17 H970 De jongelingen H206 van Aven H6364 en Pibeseth H2719 zullen door het zwaard H5307 H8799 vallen H3212 H8799 , en de [dochters] zullen gaan H7628 in de gevangenis.
  18 H8471 En te Tachpanhes H3117 zal de dag H2821 H8804 H8676 H2820 H8804 verduisterd worden H4133 , als Ik het juk H4714 van Egypte H7665 H8800 aldaar zal verbreken H1347 , en de hovaardij H5797 harer sterkte H1931 in haar H7673 H8738 zal ophouden H6051 ; haar zal een wolk H3680 H8762 bedekken H1323 , en haar dochters H3212 H8799 zullen gaan H7628 in de gevangenis.
  19 H8201 Alzo zal Ik gerichten H6213 H8804 oefenen H4714 in Egypte H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  20 H259 H6240 Ook gebeurde het in het elfde H8141 jaar H7223 , in de eerste H7651 [maand], op den zevenden H2320 der maand H1697 , [dat] het woord H3068 des HEEREN H559 H8800 tot mij geschiedde, zeggende:
  21 H1121 H120 Mensenkind H2220 ! Ik heb den arm H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H7665 H8804 , verbroken H2280 H8795 ; en ziet, hij zal niet verbonden worden H7499 , met pleisters H5414 H8800 op te leggen H2848 , met een windeldoek H7760 H8800 aan te doen H2280 H8800 , om dien te verbinden H2388 H8800 , om dien te sterken H2719 , dat hij het zwaard H8610 H8800 houde.
  22 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6547 alzo: Ziet, Ik [wil] aan Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H2220 , en zal zijn armen H7665 H8804 verbreken H2389 , [beide] den sterken H7665 H8737 en den verbrokenen H2719 ; en Ik zal het zwaard H3027 uit zijn hand H5307 H8689 doen vallen.
  23 H4714 En Ik zal de Egyptenaars H6327 H8689 verstrooien H1471 onder de heidenen H2219 H8765 , en zal hen verspreiden H776 in de landen.
  24 H2220 En Ik zal de armen H4428 des konings H894 van Babel H2388 H8765 sterken H2719 , en Mijn zwaard H3027 in zijn hand H5414 H8804 geven H6547 ; maar Farao's H2220 armen H7665 H8804 zal Ik verbreken H6440 , dat hij voor zijn aangezicht H5008 H8804 zal kermen H2491 , gelijk een dodelijk verwonde H5009 kermt.
  25 H2220 Ja, Ik zal de armen H4428 des konings H894 van Babel H2388 H8689 sterken H6547 , maar Farao's H2220 armen H5307 H8799 zullen daarhenen vallen H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H2719 ben, als Ik Mijn zwaard H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H5414 H8800 zal hebben gegeven H776 H4714 , en hij datzelve over Egypteland H5186 H8804 zal hebben uitgestrekt.
  26 H4714 En Ik zal de Egyptenaars H6327 H8689 verstrooien H1471 onder de heidenen H2219 H8765 , en zal hen verspreiden H776 in de landen H3045 H8804 ; alzo zullen zij weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.