DSV_Strongs(i)
6
H5674 H8799
Als Ik bij u voorbijging
H7200 H8799
, zo zag Ik
H947 H8711
u, vertreden zijnde
H1818
in uw bloed
H559 H8799
, en Ik zeide
H1818
tot u in uw bloed
H2421 H8798
: Leef
H559 H8799
; ja, Ik zeide
H1818
tot u in uw bloed
H2421 H8798
: Leef!
7
H7233
Ik heb u tot tien duizend
H6780
, als het gewas
H7704
des velds
H5414 H8804
, gemaakt
H7235 H8799
; en gij zijt gegroeid
H1431 H8799
, en groot geworden
H935 H8799
, en zijt gekomen
H5716
tot grote sierlijkheid
H7699
; [uw] borsten
H3559 H8738
zijn vast geworden
H8181
, en uw haar
H6779 H8765
is gewassen
H5903
, doch gij waart naakt
H6181
en bloot.
8
H5674 H8799
Als Ik nu bij u voorbijging
H7200 H8799
, zag Ik
H6256
u, en ziet, uw tijd
H6256
was de tijd
H1730
der minne
H6566 H8799
; zo breidde Ik
H3671
Mijn vleugel
H3680 H8762
over u uit, en dekte
H6172
uw naaktheid
H7650 H8735
; ja, Ik zwoer
H935 H8799
u, en kwam
H1285
met u in een verbond
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE en gij werdt de Mijne.
9
H7364 H8799
Daarna wies Ik
H4325
u met water
H7857 H0
, en Ik spoelde
H1818
uw bloed
H7857 H8799
van u af
H5480 H8799
, en zalfde
H8081
u met olie.
10
H3847 H8686
Ik bekleedde
H7553
u ook met gestikt werk
H5274 H8799
, en Ik schoeide
H8476
u met dassenvellen
H2280 H8799
, en omgordde
H8336
u met fijn linnen
H3680 H8762
, en bedekte
H4897
u met zijde.
11
H5710 H8799
Ook versierde Ik
H5716
u met sieraad
H5414 H8799
, en deed
H6781
armringen
H3027
aan uw handen
H7242
, en een keten
H1627
aan uw hals.
12
H5414 H8799
Desgelijks deed Ik
H5141
een voorhoofdsiersel
H639
aan uw aangezicht
H5694
, en oorringen
H241
aan uw oren
H5850
, en een kroon
H8597
der heerlijkheid
H7218
op uw hoofd.
13
H5710 H8799
Zo waart gij versierd
H2091
met goud
H3701
en zilver
H4403
, en uw kleding
H8336 H8675 H8336
was fijn linnen
H4897
, en zijde
H7553
, en gestikt werk
H398 H8804
; gij at
H5560
meelbloem
H1706
, en honig
H8081
, en olie
H3302 H0
, en gij waart
H3966
gans zeer
H3302 H8799
schoon
H6743 H8799
, en waart voorspoedig
H4410
, dat gij een koninkrijk werdt.