DSV_Strongs(i)
13
H1696 H8761
Gij nu, spreek
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H389
: Gij zult evenwel
H7676
mijn sabbatten
H8104 H8799
onderhouden
H226
; want dit is een teken
H1755
tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten
H3045 H8800
; opdat men wete
H3068
, dat Ik de HEERE
H6942 H8764
ben, Die u heilige.
14
H8104 H8804
Onderhoudt
H7676
dan den sabbat
H6944
, dewijl hij ulieden heilig
H2490 H8764
is! Wie hem ontheiligt
H4191 H8800
, zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H4399
; want een ieder, die op denzelven [enig] werk
H6213 H8802
doet
H5315
, die ziel
H3772 H8738
zal uitgeroeid worden
H7130
uit het midden
H5971
harer volken.
15
H8337
Zes
H3117
dagen
H4399
zal men het werk
H6213 H8735
doen
H7637
; doch op den zevenden
H7676
dag is den sabbat
H7677
der rust
H6944
, een heiligheid
H3068
des HEEREN
H7676 H3117
! Wie op den sabbatdag
H4399
arbeid
H6213 H8802
doet
H4191 H8800
, zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
16
H1121
Dat dan de kinderen
H3478
Israels
H7676
den sabbat
H8104 H8804
houden
H7676
, den sabbat
H6213 H8800
onderhoudende
H1755
in hun geslachten
H5769
, tot een eeuwig
H1285
verbond.
17
H1121
Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen
H3478
Israels
H226
een teken
H5769
in eeuwigheid
H3068
zijn; dewijl de HEERE
H8337
, in zes
H3117
dagen
H8064
, den hemel
H776
en de aarde
H6213 H8804
gemaakt
H7637
, en op den zevenden
H3117
dag
H7673 H8804
gerust
H5314 H8735
en Zich verkwikt heeft.