DSV_Strongs(i)
1
H559 H8804
Daarna zeide Hij
H4872
tot Mozes
H5927 H8798
: Klim op
H3068
tot den HEERE
H175
, gij en Aaron
H5070
, Nadab
H30
en Abihu
H7657
, en zeventig
H2205
van de oudsten
H3478
van Israel
H7812 H8694
; en buigt u neder
H7350
van verre!
2
H4872
En dat Mozes
H5066 H8738
alleen zich nadere
H3068
tot den HEERE
H5066 H8799
, maar dat zij niet naderen
H5971
; en het volk
H5927 H8799
klimme ook niet op met hem.
3
H4872
Als Mozes
H935 H8799
kwam
H5608 H8762
en verhaalde
H5971
aan het volk
H1697
al de woorden
H3068
des HEEREN
H4941
, en al de rechten
H6030 H8799
, toen antwoordde
H5971
al het volk
H259
met een
H6963
stem
H559 H8799
, en zij zeiden
H1697
: Al deze woorden
H3068
, die de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H6213 H8799
, zullen wij doen.
4
H4872
Mozes
H3789 H8799
nu beschreef
H1697
al de woorden
H3068
des HEEREN
H7925 H0
, en hij maakte zich
H1242
des morgens
H7925 H8686
vroeg op
H1129 H8799
, en hij bouwde
H4196
een altaar
H2022
onder aan den berg
H4676
, en twaalf kolommen
H8147 H6240
, naar de twaalf
H7626
stammen
H3478
van Israel.
5
H7971 H8799
En hij zond
H5288
de jongelingen
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H5930
, die brandofferen
H5927 H8686
offerden
H3068
, en den HEERE
H8002 H2077
dankofferen
H2076 H8799
offerden
H6499
, van jonge ossen.
6
H4872
En Mozes
H3947 H8799
nam
H2677
de helft
H1818
van het bloed
H7760 H8799
, en zette
H101
het in bekkens
H2677
; en de helft
H1818
van het bloed
H2236 H8804
sprengde hij
H4196
op het altaar.
7
H3947 H8799
En hij nam
H5612
het boek
H1285
des verbonds
H7121 H8799
, en hij las
H241
het voor de oren
H5971
des volks
H559 H8799
; en zij zeiden
H3068
: Al wat de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H6213 H8799
, zullen wij doen
H8085 H8799
en gehoorzamen.
8
H3947 H8799
Toen nam
H4872
Mozes
H1818
dat bloed
H2236 H8799
, en sprengde
H5971
het op het volk
H559 H8799
; en hij zeide
H1818
: Ziet, [dit] [is] het bloed
H1285
des verbonds
H3068
, hetwelk de HEERE
H3772 H8804
met ulieden gemaakt heeft
H1697
over al die woorden.
9
H4872
Mozes
H175
nu en Aaron
H5927 H8799
klommen opwaarts
H5070
, ook Nadab
H30
en Abihu
H7657
, en zeventig
H2205
van de oudsten
H3478
van Israel.
10
H7200 H8799
En zij zagen
H430
den God
H3478
van Israel
H7272
, en onder Zijn voeten
H3840 H4639
als een werk
H5601
van saffierstenen
H6106
, en als de gestaltenis
H8064
des hemels
H2892
in [Zijn] klaarheid.
11
H7971 H8804
Doch Hij strekte
H3027
Zijn hand
H678
niet tot de afgezonderden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H398 H8799
; maar zij aten
H8354 H8799
en dronken
H430
, nadat zij God
H2372 H8799
gezien hadden.
12
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H5927 H8798
: Kom
H2022
tot Mij op den berg
H68
, en wees aldaar; en Ik zal u stenen
H3871
tafelen
H5414 H8799
geven
H8451
, en de wet
H4687
, en de geboden
H3789 H8804
, die Ik geschreven heb
H3384 H8687
, om hen te onderwijzen.
13
H6965 H0
Toen maakte zich
H4872
Mozes
H6965 H8799
op
H3091
, met Jozua
H8334 H8764
, zijn dienaar
H4872
; en Mozes
H5927 H8799
klom
H2022
op den berg
H430
Gods.
14
H559 H8804
En hij zeide
H2205
tot de oudsten
H3427 H8798
: Blijft gij
H2088
ons hier
H7725 H8799
, totdat wij weder tot u komen
H175
; en ziet, Aaron
H2354
en Hur
H4310
zijn bij u; wie
H1697
enige zaken
H1167
heeft
H5066 H8799
, zal tot dezelve komen.
15
H4872
Toen Mozes
H2022
op den berg
H5927 H8799
geklommen was
H6051
, zo heeft een wolk
H2022
den berg
H3680 H8762
bedekt.
16
H3519
En de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H7931 H8799
woonde
H2022
op den berg
H5514
Sinai
H6051
, en de wolk
H3680 H8762
bedekte
H8337
hem zes
H3117
dagen
H7637
, en op den zevenden
H3117
dag
H7121 H8799
riep Hij
H4872
Mozes
H8432
uit het midden
H6051
der wolk.