DSV_Strongs(i)
1
H4782
Als Mordechai
H3045 H8804
wist
H3605
al
H834
wat
H6213 H8738
er geschied was
H7167 H8799
, zo verscheurde
H4782
Mordechai
H899
zijn klederen
H3847 H0
, en hij trok
H8242
een zak
H3847 H8799
aan
H665
met as
H3318 H8799
; en hij ging uit
H8432
door het midden
H5892
der stad
H2199 H8799
, en hij riep
H1419
[met] een groot
H4751
en bitter
H2201
geroep.
2
H935 H8799
En hij kwam
H5704
tot
H6440
voor
H8179
de poort
H4428
des konings
H3588
; want
H369
niemand
H413
mocht in
H4428
des konings
H8179
poort
H935 H8800
inkomen
H3830
, bekleed
H8242
met een zak.
3
H3605
En in alle
H4082
en een ieder
H4082
landschap
H4725
[en] plaats
H834
, waar
H1697
het woord
H4428
des konings
H1881
en zijn wet
H5060 H8688
aankwam
H1419
, was een grote
H60
rouw
H3064
onder de Joden
H6685
, met vasten
H1065
, en geween
H4553
, en misbaar
H7227
; vele
H3331 H8714
lagen
H8242
in zakken
H665
en as.
4
H935 H8799
Toen kwamen
H635
Esthers
H5291
jonge dochters
H5631
en haar kamerlingen
H5046 H8686
, en zij gaven het haar te kennen
H2342 H0
; en het deed
H4436
de koningin
H3966
zeer
H2342 H8698
wee
H7971 H8799
; en zij zond
H899
klederen
H4782
om Mordechai
H3847 H8687
aan te doen
H8242
, en zijn zak
H4480 H5921
van
H5493 H8687
hem af te doen
H6901 H0
; maar hij nam
H3808
ze niet
H6901 H8765
aan.
5
H7121 H8799
Toen riep
H635
Esther
H2047
Hatach
H4480
, [een] van
H5631
de kamerlingen
H4428
des konings
H834
, welke
H6440
hij voor
H5975 H8689
haar gesteld had
H6680 H8762
, en zij gaf hem bevel
H5921
aan
H4782
Mordechai
H3045 H8800
, om te weten
H4100
wat
H2088
dit
H5921 H4100
, en waarom
H2088
dit ware.
6
H2047
Als Hatach
H3318 H8799
uitging
H413
tot
H4782
Mordechai
H413
, op
H7339
de straat
H5892
der stad
H834
, die
H6440
voor
H8179
de poort
H4428
des konings was,
7
H5046 H0
Zo gaf
H4782
Mordechai
H5046 H8686
hem te kennen
H3605
al
H834
wat
H7136 H8804
hem wedervaren was
H6575
, en de verklaring
H3701
van het zilver
H834
, hetwelk
H2001
Haman
H559 H8804
gezegd had
H8254 H8800
te zullen wegen
H5921
in
H1595
de schatten
H4428
des konings
H3064
, voor de Joden
H6 H8763
, om dezelve om te brengen.
8
H5414 H8804
En hij gaf
H6572
hem het afschrift
H3791
der geschrevene
H1881
wet
H834
, die
H7800
te Susan
H5414 H8738
gegeven was
H8045 H8687
, om hen te verdelgen
H635
, dat hij het Esther
H7200 H8687
liet zien
H5046 H8687
, en haar te kennen gaf
H5921
, en haar
H6680 H8763
gebood
H413
, dat zij tot
H4428
den koning
H935 H8800
ging
H2603 H8692
, om hem te smeken
H4480 H6440
, en van
H1245 H8763
hem te verzoeken
H5921
voor
H5971
haar volk.
9
H2047
Hatach
H935 H8799
nu kwam
H5046 H0
, en gaf
H635
Esther
H1697
de woorden
H4782
van Mordechai
H5046 H8686
te kennen.
10
H559 H8799
Toen zeide
H635
Esther
H2047
tot Hatach
H6680 H8762
, en gaf hem bevel
H413
aan
H4782
Mordechai:
11
H3605
Alle
H5650
knechten
H4428
des konings
H5971
, en het volk
H4082
, der landschappen
H4428
des konings
H3045 H8802
, weten
H834
wel dat
H3605
al
H413
wie tot
H4428
den koning
H935 H8799
ingaat
H413
in
H6442
het binnenste
H2691
voorhof
H834
, die
H3808
niet
H7121 H8735
geroepen is
H376
, hij zij man
H802
of vrouw
H259
, zijn enig
H1881
vonnis
H4191 H8687
zij, dat men [hem] dode
H905
, tenzij
H4480 H834
dat
H4428
de koning
H2091
den gouden
H8275
scepter
H3447 H8686
hem toereike
H2421 H8804
, opdat hij levend blijve
H589
; ik
H2088
nu ben deze
H7970
dertig
H3117
dagen
H3808
niet
H7121 H8738
geroepen
H413
om tot
H4428
den koning
H935 H8800
in te komen.
12
H5046 H0
En zij gaven
H1697
de woorden
H635
van Esther
H4782
aan Mordechai
H5046 H8686
te kennen.
13
H559 H8799
Zo zeide
H4782
Mordechai
H413
, dat men
H635
Esther
H7725 H8687
wederom zeggen zou
H1819 H0
: Beeld u
H408
niet
H1819 H8762
in
H5315
, in uw ziel
H4422 H8736
, dat gij zult ontkomen
H1004
in het huis
H4428
des konings
H4480
, meer dan
H3605
al
H3064
de [andere] Joden.
14
H3588
Want
H518
indien
H2790 H8687
gij enigszins
H2790 H8686
zwijgen zult
H2063
te dezer
H6256
tijd
H3064
, zo zal den Joden
H7305
verkwikking
H2020
en verlossing
H4480
uit
H312
een andere
H4725
plaats
H5975 H8799
ontstaan
H859
; maar gij
H1
en uws vaders
H1004
huis
H6 H8799
zult omkomen
H4310
; en wie
H3045 H8802
weet
H518
, of
H2063
gij [niet] om zulken
H6256
tijd
H4438
als deze is, tot dit koninkrijk
H5060 H8689
geraakt zijt.
15
H559 H8799
Toen zeide
H635
Esther
H413
, dat men
H4782
Mordechai
H7725 H8687
weder aanzeggen zou:
16
H3212 H8798
Ga
H3664 H8798
, vergader
H3605
al
H3064
de Joden
H7800
, die te Susan
H4672 H8737
gevonden worden
H6684 H8798
, en vast
H5921
voor
H398 H8799 H408
mij, en eet
H8354 H8799
of drinkt
H408
niet
H7969
, in drie
H3117
dagen
H3915
, nacht
H3117
noch dag
H589
; ik
H5291
en mijn jonge dochters
H1571
zullen ook
H3651
alzo
H6684 H8799
vasten
H3651
, en alzo
H413
zal ik tot
H4428
den koning
H935 H8799
ingaan
H834
, hetwelk
H3808
niet
H1881
naar de wet
H834
is. Wanneer
H6 H8804
ik dan omkome
H6 H8804
, zo kom ik om.