DSV_Strongs(i)
1
H310
Na
H428
deze
H1697
geschiedenissen
H2534
, toen de grimmigheid
H4428
van den koning
H325
Ahasveros
H7918 H8800
gestild was
H2142 H8804
, gedacht hij
H2060
aan Vasthi
H834
, en wat
H6213 H8804
zij gedaan had
H834
, en wat
H5921
over
H1504 H8738
haar besloten was.
2
H559 H8799
Toen zeiden
H5288
de jongelingen
H4428
des konings
H8334 H8764
, die hem dienden
H1245 H8762
: Men zoeke
H4428
voor den koning
H5291
jonge dochters
H1330
, maagden
H2896
, schoon
H4758
van aangezicht.
3
H4428
En de koning
H6485 H8686
bestelle
H6496
toezieners
H3605
in al
H4082
de landschappen
H4438
zijns koninkrijks
H6908 H8799
, dat zij vergaderen
H3605
alle
H5291
jonge dochters
H1330
, maagden
H2896
, schoon
H4758
van aangezicht
H413
, tot
H1002
den burg
H7800
Susan
H413
, tot
H1004
het huis
H802
der vrouwen
H413
, onder
H3027
de hand
H1896
van Hegai
H4428
, des konings
H5631
kamerling
H8104 H8802
, bewaarder
H802
der vrouwen
H5414 H8800
; en men geve
H8562
haar haar versierselen.
4
H5291
En de jonge dochter
H834
, die
H4428
in des konings
H5869
oog
H3190 H8799
schoon wezen zal
H4427 H8799
, worde koningin
H8478
in stede
H2060
van Vasthi
H1697
. Deze zaak
H3190 H8799
nu was goed
H5869
in de ogen
H4428
des konings
H6213 H8799
, en hij deed
H3651
alzo.
5
H1961 H8804
Er was
H3064
een Joods
H376
man
H1002
op den burg
H7800
Susan
H8034
, wiens naam
H4782
was Mordechai
H1121
, een zoon
H2971
van Jair
H1121
, den zoon
H8096
van Simei
H1121
, den zoon
H7027
van Kis
H1145
, een man van Jemini;
6
H834
Die
H1540 H8717
weggevoerd was
H4480
van
H3389
Jeruzalem
H5973
met
H1473
de weggevoerden
H834
, die
H1540 H8717
weggevoerd waren
H5973
met
H3204
Jechonia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H834
, denwelken
H5019
Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H1540 H8689
, had weggevoerd.
7
H1961 H8799
En hij was het
H539 H8802
, die opvoedde
H1919
Hadassa
H1931
(deze
H635
is Esther
H1323
, de dochter
H1730
zijns ooms
H3588
); want
H369
zij had geen
H1
vader
H517
noch moeder
H5291
; en zij was een jonge dochter
H3303
, schoon
H8389
van gedaante
H2896
, en schoon
H4758
van aangezicht
H1
; en als haar vader
H517
en haar moeder
H4194
stierven
H4782
, had Mordechai
H1323
ze zich tot een dochter
H3947 H8804
aangenomen.
8
H1961 H8799
Het geschiedde
H1697
nu, toen het woord
H4428
des konings
H1881
en zijn wet
H8085 H8736
ruchtbaar was
H7227
, en toen vele
H5291
jonge dochters
H6908 H8736
samenvergaderd werden
H413
op
H1002
den burg
H7800
Susan
H413
, onder
H3027
de hand
H1896
van Hegai
H635
, werd Esther
H3947 H8735
ook genomen
H413
in
H4428
des konings
H1004
huis
H413
, onder
H3027
de hand
H1896
van Hegai
H8104 H8802
, den bewaarder
H802
der vrouwen.
9
H5291
En die jonge dochter
H3190 H8799
was schoon
H5869
in zijn ogen
H5375 H8799
, en zij verkreeg
H2617
gunst
H6440
voor zijn aangezicht
H926 H8762
; daarom haastte hij
H8562
met haar versierselen
H4490
en met haar delen
H5414 H8800
haar te geven
H7651
, en zeven
H7200 H8803
aanzienlijke
H5291
jonge dochters
H5414 H8800
haar te geven
H4480
uit
H1004
het huis
H4428
des konings
H8138 H8762
; en hij verplaatste
H5291
haar en haar jonge dochters
H2896
naar het beste
H1004
van het huis
H802
der vrouwen.
10
H635
Esther
H5971
had haar volk
H4138
en haar maagschap
H3808
niet
H5046 H8689
te kennen gegeven
H3588
; want
H4782
Mordechai
H6680 H8765 H5921
had haar geboden
H834
, dat
H3808
zij het niet
H5046 H8686
zou te kennen geven.
11
H4782
Mordechai
H1980 H8693
nu wandelde
H3605
allen
H3117 H3117
dag
H6440
voor
H2691
het voorhof
H1004
van het huis
H802
der vrouwen
H3045 H8800
, om te vernemen
H7965
naar den welstand
H635
van Esther
H4100
, en wat
H6213 H8735
met haar geschieden zou.
12
H8447
Als nu de beurt
H5291
van elke jonge dochter
H5060 H8687
naakte
H413
, om tot
H4428
den koning
H325
Ahasveros
H935 H8800
te komen
H4480 H7093
, nadat
H8147 H6240
haar twaalf
H2320
maanden
H1881
lang naar de wet
H802
der vrouwen
H1961 H8800
geschied was
H3588
; want
H3651
alzo
H4390 H8799
werden vervuld
H3117
de dagen
H4795
harer versieringen
H8337
, zes
H2320
maanden
H8081 H4753
met mirreolie
H8337
, en zes
H2320
maanden
H1314
met specerijen
H8562
, en met [andere] versierselen
H802
der vrouwen;
13
H2088
Daarmede
H935 H8802
kwam
H5291
dan de jonge dochter
H413
tot
H4428
den koning
H3605
; al
H834
wat
H559 H8799
zij zeide
H5414 H8735
, werd haar gegeven
H5973
, dat zij daarmede
H935 H8800
ging
H4480
uit
H1004
het huis
H802
der vrouwen
H5704
tot
H1004
het huis
H4428
des konings.
14
H6153
Des avonds
H935 H8802
ging
H1931
zij
H1242
daarin, en des morgens
H7725 H0
ging
H1931
zij
H7725 H8802
weder
H413
naar
H8145
het tweede
H1004
huis
H802
der vrouwen
H413
, onder
H3027
de hand
H8190
van Saasgaz
H5631
, den kamerling
H4428
des konings
H8104 H8802
, bewaarder
H6370
der bijwijven
H935 H8799
, zij kwam
H3808
niet
H5750
weder
H413
tot
H4428
den koning
H3588 H518
, ten ware
H4428
de koning
H2654 H8804
lust tot haar had
H8034
, en zij bij name
H7121 H8738
geroepen werd.
15
H8447
Als de beurt
H635
van Esther
H1323
, de dochter
H32
van Abichail
H1730
, den oom
H4782
van Mordechai
H834
, (die
H1323
hij zich ter dochter
H3947 H8804
genomen had
H5060 H8687
) naakte
H413
, dat zij tot
H4428
den koning
H935 H8800
komen zou
H1245 H8765
, begeerde zij
H3808
niet
H1697
met al
H3588 H518
, dan
H834
wat
H1896
Hegai
H4428
, des konings
H5631
kamerling
H8104 H8802
, de bewaarder
H802
der vrouwen
H559 H8799
, zeide
H635
; en Esther
H1961 H8799 H5375 H8802
verkreeg
H2580
genade
H5869
in de ogen
H3605
van allen
H7200 H8802
, die haar zagen.
16
H635
Alzo werd Esther
H3947 H8735
genomen
H413
tot
H4428
den koning
H325
Ahasveros
H413
, tot
H4438
zijn koninklijk
H1004
huis
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H1931
, welke
H2320
is de maand
H2887
Tebeth
H7651
, in het zevende
H8141
jaar
H4438
zijns rijks.
17
H4428
En de koning
H157 H8799
beminde
H635
Esther
H4480
boven
H3605
alle
H802
vrouwen
H5375 H8799
, en zij verkreeg
H2580
genade
H2617
en gunst
H6440
voor zijn aangezicht
H4480
, boven
H3605
alle
H1330
maagden
H7760 H8799
; en hij zette
H4438
de koninklijke
H3804
kroon
H7218
op haar hoofd
H4427 H8686
, en hij maakte haar koningin
H8478
in de plaats
H2060
van Vasthi.
18
H6213 H8799
Toen maakte
H4428
de koning
H1419
een groten
H4960
maaltijd
H3605
al
H8269
zijn vorsten
H5650
en zijn knechten
H4960
, den maaltijd
H635
van Esther
H6213 H8804
; en hij gaf
H4082
den landschappen
H2010
rust
H5414 H8799
, en hij gaf
H4864
geschenken
H4428
naar des konings
H3027
vermogen.
19
H8145
Toen ten anderen male
H1330
maagden
H6908 H8736
vergaderd werden
H3427 H8802
, zo zat
H4782
Mordechai
H8179
in de poort
H4428
des konings.
20
H635
Esther
H4138
[nu] had haar maagschap
H5971
en haar volk
H369
niet
H5046 H8688
te kennen gegeven
H834
, gelijk als
H4782
Mordechai
H6680 H8765 H5921
haar geboden had
H635
; want Esther
H6213 H8802
deed
H3982
het bevel
H4782
van Mordechai
H834
, gelijk als
H854
toen zij bij
H545
hem opgevoed
H1961 H8804
werd.
21
H1922
In die
H3117
dagen
H4782
, als Mordechai
H8179
in de poort
H4428
des konings
H3427 H8802
zat
H904
, werden Bigthan
H8657
en Theres
H8147
, twee
H5631
kamerlingen
H4428
des konings
H4480
van
H8104 H8802 H5592
de dorpelwachters
H7107 H8804
, zeer toornig
H1245 H8762
, en zij zochten
H3027
de hand
H7971 H8800
te slaan
H4428
aan den koning
H325
Ahasveros.