Esther 2

DSV_Strongs(i)
  1 H310 Na H428 deze H1697 geschiedenissen H2534 , toen de grimmigheid H4428 van den koning H325 Ahasveros H7918 H8800 gestild was H2142 H8804 , gedacht hij H2060 aan Vasthi H834 , en wat H6213 H8804 zij gedaan had H834 , en wat H5921 over H1504 H8738 haar besloten was.
  2 H559 H8799 Toen zeiden H5288 de jongelingen H4428 des konings H8334 H8764 , die hem dienden H1245 H8762 : Men zoeke H4428 voor den koning H5291 jonge dochters H1330 , maagden H2896 , schoon H4758 van aangezicht.
  3 H4428 En de koning H6485 H8686 bestelle H6496 toezieners H3605 in al H4082 de landschappen H4438 zijns koninkrijks H6908 H8799 , dat zij vergaderen H3605 alle H5291 jonge dochters H1330 , maagden H2896 , schoon H4758 van aangezicht H413 , tot H1002 den burg H7800 Susan H413 , tot H1004 het huis H802 der vrouwen H413 , onder H3027 de hand H1896 van Hegai H4428 , des konings H5631 kamerling H8104 H8802 , bewaarder H802 der vrouwen H5414 H8800 ; en men geve H8562 haar haar versierselen.
  4 H5291 En de jonge dochter H834 , die H4428 in des konings H5869 oog H3190 H8799 schoon wezen zal H4427 H8799 , worde koningin H8478 in stede H2060 van Vasthi H1697 . Deze zaak H3190 H8799 nu was goed H5869 in de ogen H4428 des konings H6213 H8799 , en hij deed H3651 alzo.
  5 H1961 H8804 Er was H3064 een Joods H376 man H1002 op den burg H7800 Susan H8034 , wiens naam H4782 was Mordechai H1121 , een zoon H2971 van Jair H1121 , den zoon H8096 van Simei H1121 , den zoon H7027 van Kis H1145 , een man van Jemini;
  6 H834 Die H1540 H8717 weggevoerd was H4480 van H3389 Jeruzalem H5973 met H1473 de weggevoerden H834 , die H1540 H8717 weggevoerd waren H5973 met H3204 Jechonia H4428 , den koning H3063 van Juda H834 , denwelken H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H1540 H8689 , had weggevoerd.
  7 H1961 H8799 En hij was het H539 H8802 , die opvoedde H1919 Hadassa H1931 (deze H635 is Esther H1323 , de dochter H1730 zijns ooms H3588 ); want H369 zij had geen H1 vader H517 noch moeder H5291 ; en zij was een jonge dochter H3303 , schoon H8389 van gedaante H2896 , en schoon H4758 van aangezicht H1 ; en als haar vader H517 en haar moeder H4194 stierven H4782 , had Mordechai H1323 ze zich tot een dochter H3947 H8804 aangenomen.
  8 H1961 H8799 Het geschiedde H1697 nu, toen het woord H4428 des konings H1881 en zijn wet H8085 H8736 ruchtbaar was H7227 , en toen vele H5291 jonge dochters H6908 H8736 samenvergaderd werden H413 op H1002 den burg H7800 Susan H413 , onder H3027 de hand H1896 van Hegai H635 , werd Esther H3947 H8735 ook genomen H413 in H4428 des konings H1004 huis H413 , onder H3027 de hand H1896 van Hegai H8104 H8802 , den bewaarder H802 der vrouwen.
  9 H5291 En die jonge dochter H3190 H8799 was schoon H5869 in zijn ogen H5375 H8799 , en zij verkreeg H2617 gunst H6440 voor zijn aangezicht H926 H8762 ; daarom haastte hij H8562 met haar versierselen H4490 en met haar delen H5414 H8800 haar te geven H7651 , en zeven H7200 H8803 aanzienlijke H5291 jonge dochters H5414 H8800 haar te geven H4480 uit H1004 het huis H4428 des konings H8138 H8762 ; en hij verplaatste H5291 haar en haar jonge dochters H2896 naar het beste H1004 van het huis H802 der vrouwen.
  10 H635 Esther H5971 had haar volk H4138 en haar maagschap H3808 niet H5046 H8689 te kennen gegeven H3588 ; want H4782 Mordechai H6680 H8765 H5921 had haar geboden H834 , dat H3808 zij het niet H5046 H8686 zou te kennen geven.
  11 H4782 Mordechai H1980 H8693 nu wandelde H3605 allen H3117 H3117 dag H6440 voor H2691 het voorhof H1004 van het huis H802 der vrouwen H3045 H8800 , om te vernemen H7965 naar den welstand H635 van Esther H4100 , en wat H6213 H8735 met haar geschieden zou.
  12 H8447 Als nu de beurt H5291 van elke jonge dochter H5060 H8687 naakte H413 , om tot H4428 den koning H325 Ahasveros H935 H8800 te komen H4480 H7093 , nadat H8147 H6240 haar twaalf H2320 maanden H1881 lang naar de wet H802 der vrouwen H1961 H8800 geschied was H3588 ; want H3651 alzo H4390 H8799 werden vervuld H3117 de dagen H4795 harer versieringen H8337 , zes H2320 maanden H8081 H4753 met mirreolie H8337 , en zes H2320 maanden H1314 met specerijen H8562 , en met [andere] versierselen H802 der vrouwen;
  13 H2088 Daarmede H935 H8802 kwam H5291 dan de jonge dochter H413 tot H4428 den koning H3605 ; al H834 wat H559 H8799 zij zeide H5414 H8735 , werd haar gegeven H5973 , dat zij daarmede H935 H8800 ging H4480 uit H1004 het huis H802 der vrouwen H5704 tot H1004 het huis H4428 des konings.
  14 H6153 Des avonds H935 H8802 ging H1931 zij H1242 daarin, en des morgens H7725 H0 ging H1931 zij H7725 H8802 weder H413 naar H8145 het tweede H1004 huis H802 der vrouwen H413 , onder H3027 de hand H8190 van Saasgaz H5631 , den kamerling H4428 des konings H8104 H8802 , bewaarder H6370 der bijwijven H935 H8799 , zij kwam H3808 niet H5750 weder H413 tot H4428 den koning H3588 H518 , ten ware H4428 de koning H2654 H8804 lust tot haar had H8034 , en zij bij name H7121 H8738 geroepen werd.
  15 H8447 Als de beurt H635 van Esther H1323 , de dochter H32 van Abichail H1730 , den oom H4782 van Mordechai H834 , (die H1323 hij zich ter dochter H3947 H8804 genomen had H5060 H8687 ) naakte H413 , dat zij tot H4428 den koning H935 H8800 komen zou H1245 H8765 , begeerde zij H3808 niet H1697 met al H3588 H518 , dan H834 wat H1896 Hegai H4428 , des konings H5631 kamerling H8104 H8802 , de bewaarder H802 der vrouwen H559 H8799 , zeide H635 ; en Esther H1961 H8799 H5375 H8802 verkreeg H2580 genade H5869 in de ogen H3605 van allen H7200 H8802 , die haar zagen.
  16 H635 Alzo werd Esther H3947 H8735 genomen H413 tot H4428 den koning H325 Ahasveros H413 , tot H4438 zijn koninklijk H1004 huis H6224 , in de tiende H2320 maand H1931 , welke H2320 is de maand H2887 Tebeth H7651 , in het zevende H8141 jaar H4438 zijns rijks.
  17 H4428 En de koning H157 H8799 beminde H635 Esther H4480 boven H3605 alle H802 vrouwen H5375 H8799 , en zij verkreeg H2580 genade H2617 en gunst H6440 voor zijn aangezicht H4480 , boven H3605 alle H1330 maagden H7760 H8799 ; en hij zette H4438 de koninklijke H3804 kroon H7218 op haar hoofd H4427 H8686 , en hij maakte haar koningin H8478 in de plaats H2060 van Vasthi.
  18 H6213 H8799 Toen maakte H4428 de koning H1419 een groten H4960 maaltijd H3605 al H8269 zijn vorsten H5650 en zijn knechten H4960 , den maaltijd H635 van Esther H6213 H8804 ; en hij gaf H4082 den landschappen H2010 rust H5414 H8799 , en hij gaf H4864 geschenken H4428 naar des konings H3027 vermogen.
  19 H8145 Toen ten anderen male H1330 maagden H6908 H8736 vergaderd werden H3427 H8802 , zo zat H4782 Mordechai H8179 in de poort H4428 des konings.
  20 H635 Esther H4138 [nu] had haar maagschap H5971 en haar volk H369 niet H5046 H8688 te kennen gegeven H834 , gelijk als H4782 Mordechai H6680 H8765 H5921 haar geboden had H635 ; want Esther H6213 H8802 deed H3982 het bevel H4782 van Mordechai H834 , gelijk als H854 toen zij bij H545 hem opgevoed H1961 H8804 werd.
  21 H1922 In die H3117 dagen H4782 , als Mordechai H8179 in de poort H4428 des konings H3427 H8802 zat H904 , werden Bigthan H8657 en Theres H8147 , twee H5631 kamerlingen H4428 des konings H4480 van H8104 H8802 H5592 de dorpelwachters H7107 H8804 , zeer toornig H1245 H8762 , en zij zochten H3027 de hand H7971 H8800 te slaan H4428 aan den koning H325 Ahasveros.
  22 H1697 En deze zaak H4782 werd Mordechai H3045 H8735 bekend gemaakt H5046 H0 , en hij gaf H4436 ze de koningin H635 Esther H5046 H8686 te kennen H635 ; en Esther H559 H8799 zeide H4428 het den koning H4782 in Mordechai's H8034 naam.
  23 H1697 Als men de zaak H1245 H8792 onderzocht H4672 H8735 , is het zo bevonden H8147 , en zij beiden H5921 werden aan H6086 een galg H8518 H8735 gehangen H5612 H1697 H3117 ; en het werd in de kronieken H3789 H8735 geschreven H6440 voor het aangezicht H4428 des konings.