DSV_Strongs(i)
1
H6213 H8799
Daarna hield
H2977
Josia
H6453
het pascha
H3068
den HEERE
H3389
te Jeruzalem
H7819 H8799
; en zij slachtten
H6453
het pascha
H702 H6240
op den veertienden
H7223
der eerste
H2320
maand.
2
H5975 H8686
En hij stelde
H3548
de priesters
H5921
op
H4931
hun wachten
H2388 H8762
; en hij sterkte
H5656
hen tot den dienst
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN.
3
H559 H8799
En hij zeide
H3881
tot de Levieten
H3605
, die gans
H3478
Israel
H995 H8688 H8675 H4000
onderwezen
H3068
, die den HEERE
H6918
heilig
H5414 H8798
waren: Zet
H6944
de heilige
H727
ark
H1004
in het huis
H834
, hetwelk
H8010
Salomo
H1121
, de zoon
H1732
van David
H4428
, de koning
H3478
van Israel
H1129 H8804
, gebouwd heeft
H369
; gij hebt geen
H4853
last
H3802
op de schouderen
H5647 H8798
; dient
H6258
nu
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H5971
, en Zijn volk
H3478
Israel;
4
H3559 H8685 H8675 H3559 H8734
En bereidt u
H1004
naar de huizen
H1
uwer vaderen
H4256
, naar uw verdelingen
H3791
, naar het voorschrift
H1732
van David
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H4385
, en naar de beschrijving
H1121
van zijn zoon
H8010
Salomo;
5
H5975 H8798
En staat
H6944
in het heiligdom
H6391
, naar de onderscheiding
H1
der vaderlijke
H1004
huizen
H251
, voor uw broederen
H1121 H5971
, het volk
H2515
, en [naar] de afdeling
H1
van de vaderlijke
H1004
huizen
H3881
der Levieten;
6
H7819 H8798
En slacht
H6453
het pascha
H6942 H8690
, en heiligt u
H3559 H8685
, en bereidt
H251
[dat] voor uw broederen
H6213 H8800
, doende
H1697
naar het woord
H3068
des HEEREN
H3027
, door de hand
H4872
van Mozes.
7
H2977
En Josia
H7311 H8686
gaf
H1121 H5971
voor het volk
H6629
, van klein vee
H3532
, lammeren
H1121
en jonge
H5795
geitenbokken
H3605
, die alle
H6453
tot paasofferen
H3605
, naar al
H4672 H8737
hetgeen er gevonden werd
H4557
, in getal
H7970
dertig
H505
duizend
H1241
; maar van runderen
H7969
drie
H505
duizend
H428
; dit
H4480
was van
H4428
des konings
H7399
have.
8
H7311 H8689
Ook gaven
H8269
zijn vorsten
H5071
tot een vrijwillig offer
H5971
voor het volk
H3548
, voor de priesteren
H3881
, en voor de Levieten
H2518
; Hilkia
H2148
, en Zacharia
H3171
, en Jehiel
H5057
, de oversten
H1004
van het huis
H430
Gods
H5414 H8804
, gaven
H3548
den priesteren
H6453
tot paasofferen
H505
, twee duizend
H8337 H3967
en zeshonderd
H7969 H3967
[klein] [vee], en driehonderd
H1241
runderen.
9
H3562
Daartoe Chonanja
H8098
, en Semaja
H5417
, en Nethaneel
H251
, zijn broeders
H2811
, mitsgaders Hasabja
H3273
, en Jeiel
H3107
, en Jozabad
H8269
, de oversten
H3881
der Levieten
H7311 H8689
, gaven
H3881
den Levieten
H6453
tot paasofferen
H2568
, vijf
H505
duizend
H2568 H3967
[klein] [vee] en vijfhonderd
H1241
runderen.
10
H5656
Alzo werd de dienst
H3559 H8735
toebereid
H3548
; en de priesteren
H5975 H8799
stonden
H5921
in
H5977
hun standplaats
H3881
, en de Levieten
H5921
in
H4256
hun verdelingen
H4687
, naar het gebod
H4428
des konings.
11
H7819 H8799
Daarna slachtte men
H6453
het pascha
H3548
, en de priesters
H2236 H8799
sprengden
H4480
[het] [bloed] uit
H3027
hun handen
H3881
, en de Levieten
H6584 H8688
trokken de huiden af.
12
H5493 H0
En zij namen
H5930
het brandoffer
H5493 H8686
daar af
H4653
, opdat zij die naar de verdelingen
H1
der vaderlijke
H1004
huizen
H1121 H5971
, aan het volk
H5414 H8800
geven mochten
H3068
, om den HEERE
H7126 H8687
te offeren
H3789 H8803
, gelijk geschreven is
H5612
in het boek
H4872
van Mozes
H3651
; en alzo
H1241
met de runderen.
13
H1310 H8762
En zij kookten
H6453
het pascha
H784
bij het vuur
H4941
, naar het recht
H6944
; maar de [andere] heilige dingen
H1310 H8765
kookten zij
H5518
in potten
H1731
, en in ketels
H6745
, en in pannen
H7323 H8686
; en zij deelden het haastelijk
H3605
onder al
H1121 H5971
het volk.
14
H310
Daarna
H3559 H8689
bereidden zij
H3548
ook voor zichzelven en voor de priesteren
H3588
; want
H3548
de priesters
H1121
, de zonen
H175
van Aaron
H5704
, waren tot aan
H3915
den nacht
H5927 H8687
in het offeren
H5930
der brandofferen
H2459
en des vets
H3559 H8689
; daarom bereidden
H3881
de Levieten
H3548
voor zichzelven, en voor de priesteren
H1121
, de zonen
H175
van Aaron.
15
H7891 H8789
En de zangers
H1121
, de zonen
H623
van Asaf
H5921
, waren in
H4612
hun standplaats
H4687
, naar het gebod
H1732
van David
H623
, en Asaf
H1968
, en Heman
H3038
, en Jeduthun
H2374
, den ziener
H4428
des konings
H7778
, mitsgaders de poortiers
H8179
aan elke
H8179
poort
H369
; zij behoefden niet
H5493 H8800
te wijken
H4480 H5921
van
H5656
hun dienst
H3588
, overmits
H251
hun broeders
H3881
, de Levieten
H3559 H8689
, voor hen bereidden.
16
H3605
Alzo werd de ganse
H5656
dienst
H3068
des HEEREN
H1931
op denzelfden
H3117
dag
H3559 H8735
beschikt
H6453
, om pascha
H6213 H8800
te houden
H5930
, en brandofferen
H5921
op
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H5927 H8687
te offeren
H4687
, naar het gebod
H4428
van den koning
H2977
Josia.
17
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H4672 H8737
, die er gevonden werden
H6213 H8799
, hielden
H6453
het pascha
H1931
ter zelfder
H6256
tijd
H2282
, en het feest
H4682
der ongezuurde
H7651
[broden], zeven
H3117
dagen.
18
H3808
Daar was ook geen
H6453
pascha
H3644
als
H3478
dat in Israel
H6213 H8738
gehouden
H4480
, van
H3117
de dagen
H8050
van Samuel
H5030
, den profeet
H3605 H3808
, af; en geen
H4428
koningen
H3478
van Israel
H6453
hadden zulk een pascha
H6213 H8804
gehouden
H834
, gelijk
H2977
dat Josia
H6213 H8804
hield
H3548
met de priesters
H3881
en de Levieten
H3605
, en gans
H3063
Juda
H3478
en Israel
H4672 H8737
, dat er gevonden werd
H3427 H8802
, en de inwoners
H3389
van Jeruzalem.
19
H8083 H6240
In het achttiende
H8141
jaar
H4438
van het koninkrijk
H2977
van Josia
H2088
, werd dit
H6453
pascha
H6213 H8738
gehouden.
20
H310
Na
H2063
dit
H3605
alles
H834
, toen
H2977
Josia
H1004
het huis
H3559 H8689
toebereid had
H5927 H0
, toog
H5224
Necho
H4428
, de koning
H4714
van Egypte
H5927 H8804
, op
H3898 H8736
, om te krijgen
H3751
tegen Karchemis
H5921
, aan
H6578
den Frath
H2977
; en Josia
H3318 H8799
toog uit
H7125 H8800
hem tegemoet.
21
H7971 H8799
Toen zond [hij
H4397
] boden
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H4100
: Wat
H4428
heb ik met u te doen, gij, koning
H3063
van Juda
H589
? Wat u
H3117
aangaat, ik ben heden
H5921
tegen
H3808
u niet
H3588
, maar
H413
tegen
H1004
een huis
H4421
, dat oorlog
H430
voert tegen mij; en God
H559 H8804
heeft gezegd
H926 H8763
, dat ik mij haasten zou
H2308 H8798
; houd u af
H4480
van
H430
God
H834
, Die
H5973
met
H408
mij is, opdat Hij u niet
H7843 H8686
verderve.
22
H2977
Doch Josia
H5437 H8689
keerde
H6440
zijn aangezicht
H3808
niet
H4480
van
H3588
hem; maar
H2664 H8694
hij verstelde zich
H3898 H8736
, om tegen hem te strijden
H8085 H8804
, en hoorde
H3808
niet
H413
naar
H1697
de woorden
H5224
van Necho
H4480
uit
H6310
den mond
H430
van God
H935 H8799
; maar hij kwam
H3898 H8736
om te strijden
H1237
in het dal
H4023
Megiddo.
23
H3384 H8802
En de schutters
H3384 H8686
schoten
H4428
den koning
H2977
Josia
H559 H8799
. Toen zeide
H4428
de koning
H5650
tot zijn knechten
H5674 H8685
: Voert mij weg
H3588
, want
H3966
ik ben zeer
H2470 H8717
gewond.
24
H5650
En zijn knechten
H5674 H8686
namen hem weg
H4480
van
H4818
den wagen
H7392 H8686
, en voerden
H5921
hem op
H4932
den tweeden
H7393
wagen
H834
, dien
H3212 H8686
hij had, en brachten
H3389
hem te Jeruzalem
H4191 H8799
; en hij stierf
H6912 H8735
, en werd begraven
H6913
in de graven
H1
zijner vaderen
H3605
; en gans
H3063
Juda
H3389
en Jeruzalem
H56 H8693
bedreven rouw
H5921
over
H2977
Josia.
25
H3414
En Jeremia
H6969 H8787
maakte een klaaglied
H5921
over
H2977
Josia
H3605
; desgelijks alle
H7891 H8802
zangers
H7891 H8802
en zangeressen
H559 H8799
spraken
H7015
in hun klaagliederen
H5921
van
H2977
Josia
H5704
, tot op
H3117
dezen dag
H5414 H8799
; want zij gaven
H2706
ze tot een inzetting
H5921
in
H3478
Israel
H2009
; en ziet
H3789 H8803
, zij zijn geschreven
H5921
in
H7015
de klaagliederen.