DSV_Strongs(i)
1
H8083 H6240
In het achttiende
H8141
jaar
H4428
van den koning
H3379
Jerobeam
H4427 H0
, zo werd
H29
Abia
H4427 H8799
koning
H5921
over
H3063
Juda.
2
H4427 H8804
Hij regeerde
H7969
drie
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H8034
; en de naam
H517
zijner moeder
H4322
was Michaja
H1323
, de dochter
H222
van Uriel
H4480
, van
H1390
Gibea
H1961 H8804
; en er was
H4421
krijg
H996
tussen
H29
Abia
H996
en tussen
H3379
Jerobeam.
3
H29
En Abia
H631 H0
bond
H4421
den strijd
H631 H8799
aan
H2428
met een heir
H4421
van strijdbare
H1368
helden
H702 H3967
, vierhonderd
H505
duizend
H977 H8803
uitgelezen
H376
mannen
H3379
; en Jerobeam
H6186 H8804
stelde
H5973
tegen
H4421
hem de slagorde
H8083 H3967
, met achthonderd
H505
duizend
H977 H8803
uitgelezen
H376
mannen
H2428
, kloeke
H1368
helden.
4
H29
En Abia
H6965 H8799
maakte zich op
H4480
van
H5921
boven
H2022
den berg
H6787
Zemaraim
H834
, dewelke
H2022
is in het gebergte
H669
van Efraim
H559 H8799
; en hij zeide
H8085 H8798
: Hoort
H3379
mij toe, Jerobeam
H3605
, en gans
H3478
Israel!
5
H3808
Staat het u niet
H3045 H8800
toe te weten
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H4467
, het koninkrijk
H5921
over
H3478
Israel
H1732
aan David
H5414 H8804
gegeven heeft
H5769
, tot in eeuwigheid
H1121
, hem en zijn zonen
H1285 H4417
, met een zoutverbond?
6
H3379
Evenwel is Jerobeam
H1121
, de zoon
H5028
van Nebat
H5650
, de knecht
H8010
van Salomo
H1121
, den zoon
H1732
van David
H6965 H8799
, opgestaan
H4775 H8799
, en heeft gerebelleerd
H5921
tegen
H113
zijn heer.
7
H7386
Daartoe hebben zich ijdele
H582
mannen
H1121
, kinderen
H1100
Belials
H5921
, tot
H6908 H8735
hem vergaderd
H553 H8691
, en hebben zich sterk gemaakt
H5921
tegen
H7346
Rehabeam
H1121
, den zoon
H8010
van Salomo
H7346
, als Rehabeam
H5288
jong
H1961 H8804
was
H7390
en teder
H3824
van hart
H6440
, dat hij zich tegen
H3808
hen niet
H2388 H8694
kon versterken.
8
H6258
En nu
H859
, gij
H559 H8802
denkt
H2388 H8692
u te versterken
H6440
tegen
H4467
het koninkrijk
H3068
des HEEREN
H3027
, [hetwelk] in de hand
H1121
is der zonen
H1732
van David
H859
; gij
H7227
zijt wel een grote
H1995
menigte
H2091
, maar gij hebt gouden
H5695
kalveren
H5973
bij
H834
u, die
H3379
u Jerobeam
H430
tot goden
H6213 H8804
gemaakt heeft.
9
H3808
Hebt gij niet
H3548
de priesteren
H3068
des HEEREN
H1121
, de zonen
H175
van Aaron
H3881
, en de Levieten
H5080 H8689
uitgedreven
H3548
, en hebt u priesteren
H6213 H8799
gemaakt
H5971
, gelijk de volken
H776
der landen
H3605
? Een iegelijk
H935 H8802
, die komt
H3027
om zijn hand
H4390 H8763
te vullen
H1121 H1241
met een jong
H6499
rund
H7651
en zeven
H352
rammen
H1961 H8804
, die wordt
H3548
priester
H3808
dergenen, die geen
H430
goden zijn.
10
H587
Maar ons
H3068
aangaande, de HEERE
H430
is onze God
H3808
, en wij hebben Hem niet
H5800 H8804
verlaten
H3548
; en de priesters
H3068
, die den HEERE
H8334 H8764
dienen
H1121
, zijn de zonen
H175
van Aaron
H3881
, en de Levieten
H4399
zijn in het werk.
11
H6999 H8688
En zij steken aan
H3068
voor den HEERE
H5930
brandofferen
H1242
, op elken
H1242
morgen
H6153
en op elken
H6153
avond
H7004
, ook reukwerk
H5561
van welriekende specerijen
H4635
, nevens de toerichting
H3899
des broods
H5921
op
H2889
de reine
H7979
tafel
H2091
, en den gouden
H4501
kandelaar
H5216
en zijn lampen
H6153
, om [die] op elken
H6153
avond
H1197 H8763
te doen branden
H3588
; want
H587
wij
H8104 H8802
nemen waar
H4931
de wacht
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H859
; maar gij
H853
hebt Hem
H5800 H8804
verlaten.
12
H2009
Daarom ziet
H430
, God
H5973
is met
H7218
ons aan de spitse
H3548
, en Zijn priesteren
H2689
met de trompetten
H8643
des geklanks
H7321 H8687
, om tegen u alarmgeklank te maken
H1121
; o kinderen
H3478
Israels
H3898 H8735
, strijdt
H408
niet
H5973
tegen
H3068
den HEERE
H430
, den God
H1
uwer vaderen
H3588
, want
H3808
gij zult geen
H6743 H8686
voorspoed hebben.
13
H3379
Maar Jerobeam
H3993
deed een achterlage
H5437 H8689
omwenden
H4480
, om van
H310
achter
H935 H8800
hen te komen
H1961 H8799
; zo waren zij
H6440
voor het aangezicht
H3063
van Juda
H3993
, en de achterlage
H4480 H310
was achter hen.
14
H3063
Toen nu Juda
H6437 H8799
omzag
H2009
, ziet
H4421
, zo hadden zij den strijd
H6440
voor
H268
en achter
H6817 H8799
; en zij riepen
H3068
tot den HEERE
H3548
, en de priesters
H2690 H8688 H8675 H2690 H8764
trompetten
H2689
met de trompetten.
15
H376
En de mannen
H3063
van Juda
H7321 H8686
maakten een alarmgeschrei
H1961 H8799
; en het geschiedde
H376
, als de mannen
H3063
van Juda
H7321 H8687
een alarmgeschrei maakten
H430
, dat God
H3379
Jerobeam
H3605
en het ganse
H3478
Israel
H5062 H8804
sloeg
H6440
voor
H29
Abia
H3063
en Juda.
16
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H5127 H8799
vloden
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H3063
van Juda
H430
; en God
H5414 H8799
gaf
H3027
hen in hun hand.
17
H29
Abia
H5971
dan, en zijn volk
H5221 H8686
, sloeg
H7227
hen met een groten
H4347
slag
H4480
; want uit
H3478
Israel
H5307 H8799
vielen
H2491
verslagen
H2568 H3967
vijfhonderd
H505
duizend
H977 H8803
uitgelezen
H376
mannen.
18
H1121
Alzo werden de kinderen
H3478
Israels
H3665 H8735
vernederd
H1931
te dier
H6256
tijd
H1121
; maar de kinderen
H3063
van Juda
H553 H8799
werden machtig
H3588
, dewijl
H5921
zij op
H3068
den HEERE
H1
, hunner vaderen
H430
God
H8172 H8738
, gesteund hadden.
19
H29
En Abia
H7291 H8799
jaagde
H3379
Jerobeam
H310
achterna
H3920 H8799
, en nam
H4480
van
H5892
hem de steden
H1008
, Beth-el
H1323
met haar onderhorige plaatsen
H3466
, en Jesana
H1323
met haar onderhorige plaatsen
H6085
, en Efron
H1323
met haar onderhorige plaatsen.
20
H3379
En Jerobeam
H6113 H8804
behield
H3808
geen
H3581
kracht
H5750
meer
H3117
in de dagen
H29
van Abia
H3068
; maar de HEERE
H5062 H8799
sloeg
H4191 H8799
hem, dat hij stierf.