2 Chronicles 11

DSV_Strongs(i)
  1 H7346 Toen nu Rehabeam H3389 te Jeruzalem H935 H8799 gekomen was H6950 H8686 , vergaderde hij H1004 het huis H3063 van Juda H1144 en Benjamin H3967 , eenhonderd H8084 en tachtig H505 duizend H977 H8803 uitgelezenen H6213 H8802 , geoefend H4421 ten oorlog H5973 , om tegen H3478 Israel H3898 H8736 te strijden H4467 , opdat hij het koninkrijk H7725 H0 weder H7346 aan Rehabeam H7725 H8687 bracht.
  2 H1697 Doch het woord H3068 des HEEREN H1961 H8799 geschiedde H413 tot H8098 Semaja H376 , den man H430 Gods H559 H8800 , zeggende:
  3 H559 H8798 Zeg H413 tot H7346 Rehabeam H1121 , den zoon H8010 van Salomo H4428 , den koning H3063 van Juda H413 , en tot H3605 het ganse H3478 Israel H3063 in Juda H1144 en Benjamin H559 H8800 , zeggende:
  4 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H3808 : Gij zult niet H5927 H8799 optrekken H3808 , noch H3898 H8735 strijden H5973 tegen H251 uw broederen H376 ; een ieder H7725 H8798 kere weder H1004 tot zijn huis H3588 , want H2088 deze H1697 zaak H4480 is van H854 Mij H1961 H8738 geschied H8085 H8799 . En zij hoorden H1697 de woorden H3068 des HEEREN H7725 H8799 , en zij keerden weder H4480 van H413 tegen H3379 Jerobeam H3212 H8800 te trekken.
  5 H7346 Rehabeam H3427 H8799 nu woonde H3389 te Jeruzalem H1129 H8799 ; en hij bouwde H5892 steden H4692 tot vastigheden H3063 in Juda.
  6 H1129 H8799 Hij bouwde H1035 nu Bethlehem H5862 , en Etham H8620 , en Thekoa,
  7 H1049 En Beth-zur H7755 , en Socho H5725 , en Adullam,
  8 H1661 En Gath H4762 , en Maresa H2128 , en Zif,
  9 H115 En Adoraim H3923 , en Lachis H5825 , en Azeka,
  10 H6881 En Zora H357 , en Ajalon H2275 , en Hebron H834 ; dewelke H3063 in Juda H1144 en in Benjamin H4694 de vaste H5892 steden waren.
  11 H2388 H8762 En hij sterkte H4694 deze vastigheden H5414 H8799 , en leide H5057 oversten H214 daarin, en schatten H3978 van spijs H8081 , en olie H3196 , en wijn;
  12 H3605 En in elke H5902 H5892 stad H6793 rondassen H7420 en spiesen H7235 H8687 , en sterkte H2388 H8762 ze gans H3966 zeer H1961 H8799 ; zo was H3063 Juda H1144 , en Benjamin zijne.
  13 H3548 Daartoe de priesteren H3881 en de Levieten H834 , die H3605 in het ganse H3478 Israel H3320 H8694 waren, stelden zich H5921 bij H4480 hem uit H3605 al H1366 hun landpalen.
  14 H3588 Want H3881 de Levieten H5800 H8804 verlieten H4054 hun voorsteden H272 en hun bezitting H3212 H8799 , en kwamen H3063 in Juda H3389 en in Jeruzalem H3588 ; want H3379 Jerobeam H1121 en zijn zonen H2186 H8689 hadden hen verstoten H4480 , van H3547 H0 het priesterdom H3068 des HEEREN H3547 H8763 te mogen bedienen.
  15 H3548 En hij had zich priesteren H5975 H8686 gesteld H1116 voor de hoogte H8163 , en voor de duivelen H5695 , en voor de kalveren H834 , die H6213 H8804 hij gemaakt had.
  16 H310 Na H935 H8804 die kwamen H4480 ook uit H3605 alle H7626 stammen H3478 van Israel H3389 te Jeruzalem H3824 , die hun hart H5414 H8802 begaven H3068 , om den HEERE H430 , den God H3478 Israels H1245 H8763 , te zoeken H3068 , dat zij den HEERE H430 , den God H1 hunner vaderen H2076 H8800 , offerande deden.
  17 H2388 H8762 Alzo sterkten zij H4438 het koninkrijk H3063 van Juda H553 H8762 , en bekrachtigden H7346 Rehabeam H1121 , den zoon H8010 van Salomo H7969 , drie H8141 jaren H3588 ; want H7969 drie H8141 jaren H1980 H8804 wandelden zij H1870 in den weg H1732 van David H8010 , en Salomo.
  18 H7346 En Rehabeam H3947 H8799 nam zich H4258 , benevens Mahalath H1323 H8675 H1121 , de dochter H3406 van Jerimoth H1121 , den zoon H1732 van David H802 , ter vrouwe H32 Abihail H1323 , de dochter H446 van Eliab H1121 , den zoon H3448 van Isai,
  19 H1121 Dewelke hem zonen H3205 H8799 baarde H3266 , Jeus H8114 , en Semaria H2093 , en Zaham.
  20 H310 En na H3947 H8804 haar nam hij H4601 Maacha H1323 , de dochter H53 van Absalom H3205 H8799 ; deze baarde H29 hem Abia H6262 , en Attai H2124 , en Ziza H8019 , en Selomith.
  21 H7346 En Rehabeam H157 H0 had H4601 Maacha H53 , Absaloms H1323 dochter H157 H8799 , liever H4480 dan H3605 al H802 zijn vrouwen H6370 en zijn bijwijven H3588 ; want H8083 H6240 hij had achttien H802 vrouwen H5375 H8804 genomen H8346 , en zestig H6370 bijwijven H3205 H8686 ; en hij gewon H8083 acht H6242 en twintig H1121 zonen H8346 en zestig H1323 dochteren.
  22 H7346 En Rehabeam H5975 H8686 stelde H29 Abia H1121 , den zoon H4601 van Maacha H7218 , tot een hoofd H5057 , om een overste H251 te zijn onder zijn broederen H3588 ; want H4427 H8687 het was om hem koning te maken.
  23 H995 H8799 En hij handelde verstandelijk H4480 , dat hij van H3605 al H1121 zijn zonen H3605 , door alle H776 landen H3063 van Juda H1144 en Benjamin H3605 , in alle H4694 vaste H5892 steden H6555 H8799 verspreidde H4202 , denwelken hij spijze H5414 H8799 gaf H7230 in overvloed H7592 H8799 ; en hij begeerde H1995 de veelheid H802 van vrouwen.