1 Samuel 15

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H413 tot H7586 Saul H3068 : de HEERE H853 heeft mij H7971 H8804 gezonden H4428 , dat ik u ten koning H4886 H8800 zalfde H5921 over H5971 Zijn volk H5921 , over H3478 Israel H8085 H8798 ; hoor H6258 dan nu H6963 de stem H1697 van de woorden H3068 des HEEREN.
  2 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H6485 H8804 : Ik heb bezocht H834 , hetgeen H6002 Amalek H3478 aan Israel H6213 H8804 gedaan heeft H834 , hoe H7760 H8804 hij zich tegen hem gesteld heeft H1870 op den weg H4480 , toen hij uit H4714 Egypte H5927 H8800 opkwam.
  3 H3212 H8789 Ga H6258 nu H5221 H8689 heen, en sla H6002 Amalek H2763 H8689 , en verban H3605 alles H834 , wat H2550 H8799 hij heeft, en verschoon H5921 hem H3808 niet H4191 H8689 ; maar dood H4480 van H376 den man H5704 af tot H802 de vrouw H4480 toe, van H5768 de kinderen H5704 tot H3243 H8802 de zuigelingen H4480 , van H7794 de ossen H5704 tot H7716 de schapen H4480 , van H1581 de kemelen H5704 tot H2543 de ezelen toe.
  4 H8085 H8762 Dit verkondigde H7586 Saul H5971 het volk H6485 H8799 , en hij telde H2923 hen te Telaim H3967 , tweehonderd H505 duizend H7273 voetvolks H6235 , en tien H505 duizend H376 mannen H3063 van Juda.
  5 H7586 Als Saul H5704 tot H5892 aan de stad H6002 Amalek H935 H8799 kwam H693 H8686 , zo leide hij een achterlage H5158 in het dal.
  6 H7586 En Saul H413 liet den H7017 Kenieten H559 H8799 zeggen H3212 H8798 : Gaat weg H5493 H8798 , wijkt H3381 H8798 , trekt af H4480 uit H8432 het midden H6002 der Amalekieten H6435 H0 , opdat H5973 ik u met H6435 hen niet H622 H8799 wegruime H859 ; want gij H2617 hebt barmhartigheid H6213 H8804 gedaan H5973 aan H3605 al H1121 de kinderen H3478 Israels H4480 , toen zij uit H4714 Egypte H5927 H8800 opkwamen H5493 H8799 . Alzo weken H7017 de Kenieten H4480 uit H8432 het midden H6003 der Amalekieten.
  7 H5221 H8686 Toen sloeg H7586 Saul H6002 de Amalekieten H4480 van H2341 Havila H935 H8800 af, tot daar gij komt H7793 te Sur H834 , dat H5921 H6440 voor aan H4714 Egypte is.
  8 H8610 H8799 En hij ving H90 Agag H4428 , den koning H6002 der Amalekieten H2416 , levend H3605 ; maar al H5971 het volk H2763 H8689 verbande hij H6310 door de scherpte H2719 des zwaards.
  9 H7586 Doch Saul H5971 en het [ganse] volk H2550 H8799 H5921 verschoonde H90 Agag H5921 , en H4315 de beste H6629 schapen H1241 , en runderen H4932 , en de naast H5921 [beste], en H3733 de lammeren H5921 , en H3605 al H4480 H2896 wat best H14 H8804 was, en zij wilden H3808 ze niet H2763 H8687 verbannen H3605 ; maar alle H4399 ding H5240 , dat verachtzaam H4549 H8738 , en dat verdwijnende was H2763 H8689 , verbanden zij.
  10 H1961 H8799 Toen geschiedde H1697 het woord H3068 des HEEREN H413 tot H8050 Samuel H559 H8800 , zeggende:
  11 H5162 H8738 Het berouwt Mij H3588 , dat H7586 Ik Saul H4428 tot koning H4427 H8689 gemaakt heb H3588 , dewijl H4480 hij zich van H310 achter H7725 H8804 Mij afgekeerd heeft H1697 , en Mijn woorden H3808 niet H6965 H8689 bevestigd heeft H2734 H8799 . Toen ontstak H8050 Samuel H2199 H8799 , en hij riep H413 tot H3068 den HEERE H3605 den gansen H3915 nacht.
  12 H7925 H0 Daarna maakte zich H8050 Samuel H1242 des morgens H7925 H8686 vroeg op H7586 , Saul H7125 H8800 tegemoet H8050 ; en het werd Samuel H5046 H8714 geboodschapt H559 H8800 , zeggende H7586 : Saul H3760 is te Karmel H935 H8804 gekomen H2009 , en zie H3027 , hij heeft zich een pilaar H5324 H8688 gesteld H5437 H8735 ; daarna is hij omgetogen H5674 H8799 , en doorgetrokken H1537 , en naar Gilgal H3381 H8799 afgekomen.
  13 H8050 Samuel H935 H8799 nu kwam H413 tot H7586 Saul H7586 , en Saul H559 H8799 zeide H1288 H8803 tot hem: Gezegend H859 zijt gij H3068 den HEERE H3068 ! Ik heb des HEEREN H1697 woord H6965 H8689 bevestigd.
  14 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H4100 : Wat H2088 is dan dit H6963 voor een stem H6629 der schapen H241 in mijn oren H6963 , en een stem H1241 der runderen H834 , die H595 ik H8085 H8802 hoor?
  15 H7586 Saul H559 H8799 nu zeide H4480 : Zij hebben ze van H6003 de Amalekieten H935 H8689 gebracht H834 , want H5971 het volk H4480 H4315 heeft de beste H6629 schapen H1241 en runderen H2550 H8804 H5921 verschoond H4616 , om H3068 den HEERE H430 , uw God H2076 H8800 , te offeren H3498 H8802 ; maar het overige H2763 H8689 hebben wij verbannen.
  16 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H413 tot H7586 Saul H7503 H8685 : Houd op H5046 H8686 , zo zal ik u te kennen geven H834 , wat H3068 de HEERE H3915 vannacht H413 tot H1696 H8765 mij gesproken heeft H559 H8799 . Hij dan zeide H1696 H8761 tot hem: Spreek.
  17 H8050 En Samuel H559 H8799 zeide H3808 : Is het niet H518 [alzo], toen H859 ge H6996 klein H5869 waart in uw ogen H859 , dat gij H7218 het hoofd H7626 der stammen H3478 van Israel H3068 geworden zijt, en dat u de HEERE H4428 tot koning H5921 over H3478 Israel H4886 H8799 gezalfd heeft?
  18 H3068 En de HEERE H1870 heeft u op den weg H7971 H8799 gezonden H559 H8799 , en gezegd H3212 H8798 : Ga heen H2763 H8689 en verban H2400 de zondaars H6002 , de Amalekieten H3898 H8738 , en strijd H5704 tegen hen, totdat H853 gij dezelve H3615 H8763 te niet doet.
  19 H4100 Waarom H6963 toch hebt gij naar de stem H3068 des HEEREN H3808 niet H8085 H8804 gehoord H413 , maar zijt tot H7998 den roof H5860 H8799 gevlogen H6213 H8799 , en hebt gedaan H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN?
  20 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H8050 Samuel H834 : Ik heb immers H6963 naar de stem H3068 des HEEREN H8085 H8804 gehoord H3212 H8799 , en heb gewandeld H1870 op den weg H834 , op denwelken H3068 mij de HEERE H7971 H8804 gezonden heeft H90 ; en ik heb Agag H4428 , den koning H6002 der Amalekieten H935 H8686 , [mede] gebracht H6002 , maar de Amalekieten H2763 H8689 heb ik verbannen.
  21 H5971 Het volk H3947 H8799 nu heeft genomen H4480 van H7998 den roof H6629 , schapen H1241 en runderen H7225 , het voornaamste H2764 van het verbannene H3068 , om den HEERE H430 , uw God H2076 H8800 , op te offeren H1537 te Gilgal.
  22 H8050 Doch Samuel H559 H8799 zeide H3068 : Heeft de HEERE H2656 lust H5930 aan brandofferen H2077 , en slachtofferen H8085 H8800 , als aan het gehoorzamen H6963 van de stem H3068 des HEEREN H2009 ? Zie H8085 H8800 , gehoorzamen H2896 is beter H2077 dan slachtoffer H7181 H8687 , opmerken H4480 dan H2459 het vette H352 der rammen.
  23 H3588 Want H4805 wederspannigheid H2403 is een zonde H7081 der toverij H6484 H8687 , en wederstreven H205 is afgoderij H8655 en beeldendienst H3282 . Omdat H3068 gij des HEEREN H1697 woord H3988 H8804 verworpen hebt H3988 H8799 , zo heeft Hij u verworpen H4480 , dat gij geen H4428 koning zult zijn.
  24 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H8050 Samuel H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3588 , omdat H3068 ik des HEEREN H6310 bevel H1697 en uw woorden H5674 H8804 overtreden heb H3588 ; want H5971 ik heb het volk H3372 H8804 gevreesd H6963 en naar hun stem H8085 H8799 gehoord.
  25 H6258 Nu dan H5375 H8798 , vergeef H4994 [mij] toch H2403 mijn zonde H7725 H0 , en keer H5973 met H7725 H8798 mij wederom H3068 , dat ik den HEERE H7812 H8691 aanbidde.
  26 H8050 Doch Samuel H559 H8799 zeide H413 tot H7586 Saul H5973 : Ik zal met H3808 u niet H7725 H8799 wederkeren H3588 ; omdat H1697 gij het woord H3068 des HEEREN H3988 H8804 verworpen hebt H3068 , zo heeft u de HEERE H3988 H8799 verworpen H4480 , dat gij geen H4428 koning H5921 over H3478 Israel H1961 H8800 zult zijn.
  27 H8050 Als zich Samuel H5437 H8735 omkeerde H3212 H8800 om weg te gaan H2388 H8686 , zo greep hij H3671 een slip H4598 van zijn mantel H7167 H8735 en zij scheurde.
  28 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H413 tot H3068 hem: De HEERE H3117 heeft heden H4468 het koninkrijk H3478 van Israel H4480 H5921 van H7167 H8804 u afgescheurd H7453 , en heeft het aan uw naaste H5414 H8804 gegeven H2896 , die beter H4480 is dan gij.
  29 H1571 En ook H8266 H8762 liegt Hij H5331 , Die de Overwinning H3478 van Israel H3808 is, niet H5162 H8735 , en het berouwt H3808 Hem niet H3588 ; want H1931 Hij H3808 is geen H120 mens H5162 H8736 , dat Hem [iets] berouwen zou.
  30 H559 H8799 Hij dan zeide H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3513 H8761 ; eer H4994 mij toch H6258 nu H5048 voor H2205 de oudsten H5971 mijns volks H5048 , en voor H3478 Israel H7725 H8798 ; en keer wederom H5973 met H3068 mij, dat ik den HEERE H430 , uw God H7812 H8694 , aanbidde.
  31 H7725 H0 Toen keerde H8050 Samuel H7725 H8799 wederom H7586 Saul H310 na H7586 ; en Saul H7812 H8691 aanbad H3068 den HEERE.
  32 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H5066 H8685 : Breng H90 Agag H4428 , den koning H6002 der Amalekieten H413 , hier tot H90 mij; Agag H3212 H8799 nu ging H413 tot H4574 hem weeldelijk H90 ; en Agag H559 H8799 zeide H403 : Voorwaar H4751 , de bitterheid H4194 des doods H5493 H8804 is geweken!
  33 H8050 Maar Samuel H559 H8799 zeide H834 : Gelijk als H2719 uw zwaard H802 de vrouwen H7921 H8765 van haar kinderen beroofd heeft H3651 , alzo H517 zal uw moeder H7921 H8799 van haar kinderen beroofd worden H4480 onder H802 de vrouwen H8158 H0 . Toen hieuw H8050 Samuel H90 Agag H8158 H8762 in stukken H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN H1537 te Gilgal.
  34 H3212 H8799 Daarna ging H8050 Samuel H7414 naar Rama H7586 ; en Saul H5927 H8804 ging op H413 naar H1004 zijn huis H1390 H7586 te Gibea-sauls.
  35 H8050 En Samuel H7200 H8800 zag H7586 Saul H3808 niet H3254 H8804 meer H5704 tot H3117 den dag H4194 zijns doods H3588 toe; evenwel H56 H0 droeg H8050 Samuel H56 H8694 leed H413 om H7586 Saul H5162 H8738 ; en het berouwde H3068 den HEERE H3588 , dat H7586 Hij Saul H4427 H8689 tot koning H5921 over H3478 Israel gemaakt had.