Psalms 81:5-10

DSV(i) 5 Want dat is een inzetting in Israël, een recht van den God Jakobs. 6 Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond; 7 Ik heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen zijn van de potten ontslagen. 8 In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela. 9 Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israël, of gij naar Mij hoordet! 10 Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.