Genesis 35:22-26

DSV(i) 22 En het geschiedde, als Israël in dat land woonde, dat Ruben heenging, en lag bij Bilha, zijns vaders bijwijf; en Israël hoorde het. En de zonen van Jakob waren twaalf. 23 De zonen van Lea waren: Ruben, Jakobs eerstgeborene, daarna Simeon, en Levi, en Juda, en Issaschar, en Zebulon. 24 De zonen van Rachel: Jozef en Benjamin. 25 En de zonen van Bilha, Rachels dienstmaagd: Dan en Nafthali. 26 En de zonen van Zilpa, Lea's dienstmaagd: Gad en Aser. Deze zijn de zonen van Jakob, die hem geboren zijn in Paddan-aram.